ECLI:NL:RBGEL:2022:6771

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 december 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
C/05/410095 / KG ZA 22-337
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake omgangsregeling tussen ouders van minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 1 december 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder en een vader over de nakoming van een omgangsregeling met hun drie minderjarige kinderen. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. K.W.A. Wools, vorderde dat de vader zou worden veroordeeld tot nakoming van de omgangsregeling zoals vastgelegd in een eerder vonnis van 31 maart 2022. De vader, die in persoon verscheen, heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van de moeder, met name tegen de gevorderde dwangsom van € 2.500 voor iedere dag dat hij in strijd met het vonnis handelt.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vader meerdere keren geen uitvoering heeft gegeven aan de omgangsregeling, die voorziet in een verblijf van de kinderen bij de vader eens in de veertien dagen van zaterdag 11.00 uur tot zondag 11.00 uur. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is dat zij regelmatig contact hebben met beide ouders en heeft de vader veroordeeld tot nakoming van de omgangsregeling. De gevorderde dwangsom is echter afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van mening is dat het niet aan de rechter is om de vader te dwingen een goede en betrouwbare ouder te zijn; deze verantwoordelijkheid ligt bij de vader zelf.

Daarnaast heeft de rechtbank de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vader onmiddellijk aan de omgangsregeling moet voldoen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechter en de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team familie en jeugd
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/410095 / KG ZA 22-337
Vonnis in kort geding van 1 december 2022
in de zaak van
[naam eiseres], de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. K.W.A. Wools te Elst
tegen
[naam gedaagde], de vader,
wonende te [woonplaats] , [land] ,
gedaagde,
in persoon verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van de vrouw,
  • de mondelinge behandeling van 17 november 2022, waarbij de vrouw en haar advocaat en de man zijn verschenen
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad.
2.2.
Partijen hebben samen drie minderjarige kinderen:
  • [kind 1], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
  • [kind 2], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
  • [kind 3], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] .
De vader heeft de kinderen erkend. De moeder oefent het ouderlijk gezag uit.
2.3.
Partijen hebben na het verbreken van hun relatie een ouderschapsplan opgesteld. Daarin hebben zij (onder andere) afgesproken dat de kinderen eens in de veertien dagen bij de vader verblijven van zaterdag 10.00 uur tot zondag 10.00 uur. De vader heeft meerdere keren geen uitvoering aan de regeling gegeven.
2.4.
Bij vonnis in kort geding van 31 maart 2022 is de vader veroordeeld tot nakoming van de regeling uit het ouderschapsplan. De door de moeder gevorderde dwangsom is afgewezen.
2.5.
Partijen hebben nadien de begin- en eindtijd van de omgangsmomenten in onderling overleg aangepast naar 11.00 uur.
2.6.
Ook na het vonnis van 31 maart 2022 is het verblijf van de kinderen bij de vader meerdere keren niet doorgegaan.

3.Het geschil

3.1.
De moeder vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de vader te veroordelen tot nakoming zoals vastgelegd in het vonnis van deze rechtbank van 31 maart 2022,
II. met bepaling dat de vader een onmiddellijk opeisbare dwangsom verschuldigd wordt aan de moeder van € 2.500 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat de vader in strijd met het vonnis handelt,
III. zulks onder gelijktijdige afgifte van het bijbehorende certificaat zoals bedoeld in artikel 36 lid 1 sub b van de Verordening (EU) 2019/1111 van 25 juni 2019 en nader opgenomen in Bijlage III bij deze Verordening,
IV. alsmede onder gelijktijdige afgifte van het bij bijbehorende certificaat zoals bedoeld in artikel 53 herziene EEX-Verordening 1215/2012 en nader opgenomen in Bijlage 1 bij deze Verordening,
V. de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
3.2.
De vader heeft mondeling verweer gevoerd tijdens de mondelinge behandeling.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang (ontvankelijkheid)

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit het feit dat er onvoldoende uitvoering wordt gegeven aan de vastgestelde omgangsregeling. De rechtbank zal de moeder daarom ontvangen in haar vorderingen en overgaan tot de inhoudelijke beoordeling.
Nakoming omgangsregeling
4.2.
De voorzieningenrechter zal de vader veroordelen tot nakoming van de omgangsregeling. De vader heeft geen verweer gevoerd tegen deze vordering.
Het uitgangspunt is dat een vastgestelde regeling moet worden nagekomen, tenzij zwaarwegende feiten of omstandigheden zich daar tegen verzetten. Dat is hier niet het geval. Integendeel. De voorzieningenrechter acht het juist in het belang van de kinderen dat zij regelmatig contact met beide ouders hebben, dus ook met hun vader.
4.3.
Partijen hebben op verzoek van de kinderen samen afgesproken dat de omgangsregeling van zaterdag 11.00 uur tot zondag 11.00 uur zal zijn, in plaats van 10.00 uur. De kinderen wilden in het weekend namelijk wat meer tijd om uit te slapen. De rechtbank zal de vader daarom veroordelen tot nakoming van de omgangsregeling met deze aangepaste tijden.
Dwangsom
4.4.
De vader heeft wel verweer gevoerd tegen de gevorderde dwangsom. De voorzieningenrechter wijst de door de vrouw gevorderde dwangsom wederom af en zal uitleggen waarom.
4.5.
De moeder vindt het heel belangrijk dat de vader zijn afspraken met de kinderen structureel nakomt en betrouwbaar is richting de kinderen. De kinderen zijn dol op hun vader en raken teleurgesteld als de vader afzegt. Zij verliezen daardoor het vertrouwen in hun vader. De moeder acht dit heel schadelijk voor de kinderen. Vlak voor en vlak na een zitting lukt het de vader om de afspraken na te komen, maar daarna vervalt hij in oud gedrag. Zij wil dat de vader zijn verantwoordelijkheid neemt, net als zij die neemt in haar rol als verzorgende ouder. Haar zorgtaken lopen altijd door, terwijl er ook bij haar wel eens problemen zijn. Zij ziet een dwangsom als een laatste mogelijkheid om de vader middels een financiële prikkel te bewegen de omgangsafspraken structureel na te komen.
4.6.
De vader stelt zijn best te doen. Hij is een tijdje druk geweest met het zoeken naar een andere baan wat de omgang in de weg stond. Eén keer heeft hij de omgang afgezegd, omdat hij zich na een avond feesten de volgende dag niet zichzelf voelde en het daarom niet verantwoord vond om de kinderen op te halen. Een andere keer kon de omgang niet doorgaan omdat de vader een auto-ongeluk kreeg. Hij heeft hiervoor zijn excuses aangeboden aan de moeder. Hij heeft moeite met een dwangsom, omdat dit het gevoel bij hem oproept dat het de moeder om geld gaat. Hij heeft geen financiële prikkel nodig om zijn kinderen te zien. Hij wil graag komen, maar soms lukt het hem helaas niet.
4.7.
De rechtbank acht een dwangsom niet in het belang van de kinderen en niet het juiste middel om de vader te bewegen de afspraken na te komen. Het is namelijk niet aan de voorzieningenrechter om van de vader een goede en betrouwbare vader te maken. Die verantwoordelijkheid ligt bij de vader zelf. Het is aan hem om zijn kinderen te tonen dat zij bij hem op nummer 1 staan en hij al het andere daarvoor opzij zet. De vader moet dit aan de kinderen tonen door daden: door op te komen dagen als de kinderen op hem rekenen.
4.8.
Van de omgangsmomenten zijn er sinds het laatste vonnis tien doorgegaan en zes niet. De voorzieningenrechter acht dit geen al te beste score. De rechtbank ziet bij de vader echter wel oprechte emotie als hij over zijn kinderen spreekt en de intentie om de omgangsafspraken na te komen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat een dwangsom als financiële prikkel hierbij geen meerwaarde heeft. Daarbij weegt de voorzieningenrechter ook mee dat de vader een bepaalde verantwoordelijkheid heeft getoond door de omgang af te zeggen op het moment dat hij zich de dag na een feest met fors alcoholgebruik (en mogelijk onvrijwillig drugsgebruik) niet zichzelf voelde. Hij heeft de veiligheid van de kinderen op dat moment voorop gesteld. De moeder hoopt dat een dwangsom de vader beweegt om de avond voor de omgang niet de drinken, maar ook hiervoor geldt: het is niet de taak van de rechter om van de vader een betrouwbare vader te maken. De vader zal zelf zijn gedrag moeten willen aanpassen, zodat hij er voor de kinderen is als zij op hem rekenen. Het is aan hem om teleurstelling bij de kinderen te voorkomen.
Certificaten ten behoeve van tenuitvoerlegging
4.9.
De moeder heeft verzocht om gelijktijdige met het vonnis een certificaat voor de tenuitvoerlegging van de omgangsregeling in [land] te verstrekken. De voorzieningenrechter zal het gevraagde certificaat (bijlage III bij Brussel II-ter) bijvoegen. De voorzieningenrechter zal geen certificaat op grond van de EEX-Verordening verstrekken, omdat deze Verordening niet van toepassing is in deze procedure. In zaken betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid, waaronder het onderwerp omgang waar het in deze procedure over gaat, is Brussel II-ter van toepassing.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.10.
De rechtbank zal de beslissing ten aanzien van de nakoming van de omgangsregeling uitvoerbaar bij voorraad verklaren zoals is verzocht door de moeder. Dat betekent dat er uitvoering moet worden gegeven aan deze beslissing, ook als er hoger beroep zou worden ingesteld.
Proceskosten
4.11.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, zoals verzocht door de moeder. Dat betekent dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
veroordeelt de vader tot nakoming van de tussen partijen overeengekomen omgangsregeling, inhoudende dat de kinderen eens in de veertien dagen bij de vader verblijven van zaterdag 11.00 uur tot zondag 11.00 uur;
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Hilberink, rechter, in aanwezigheid van
mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2022.