Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
met 3 mei 2021 te Arnhem en/of te Rheden, althans te Gemeente Arnhem en/of te
gemeente Rheden, althans in Nederland
door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid,
[benadeelde]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handelingen,
te weten
- het betasten van de billen van die [benadeelde] en/of
- het kussen van het voorhoofd en/of de wang en/of de mondhoek van die [benadeelde]
en/of
- het omhelzen van die [benadeelde] en/of
- het vasthouden en/of strelen en/of kussen van de hand van die [benadeelde] ,
waarbij het geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een
andere feitelijkheid erin heeft/hebben bestaan dat verdachte
- bovengenoemde handelingen onverhoeds heeft verricht en/of
- bovengenoemde handelingen heeft verricht in een auto en/of terwijl die [benadeelde] die
rijdende auto bestuurde, waardoor die [benadeelde] beperkte bewegingsvrijheid had en/of
- misbruik heeft gemaakt van zijn uit feitelijke omstandigheden voortvloeiende
overwicht op die [benadeelde] , gelet op de psychische kwetsbaarheid van die [benadeelde] en/of het
grote leeftijdsverschil en/of het feit dat hij, verdachte, de rijinstructeur van die [benadeelde]
was en/of
- (hierdoor) een bedreigende/beangstigende situatie voor die [benadeelde] heeft gecreëerd
waardoor die [benadeelde] zich niet, althans onvoldoende, aan bovengenoemde
handelingen kon of durfde te onttrekken.
3.De bewezenverklaring
een ofmeer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 april 2021 tot en
met 3 mei 2021 te Arnhem en
/of te Rheden, althans te Gemeente Arnhem en/ofte
gemeente Rheden
, althans in Nederlanddoor
geweld ofeen andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een anderefeitelijkheid,[benadeelde]
heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van
een of meerontuchtige
handelingen,
te weten
- het betasten van de billen van die [benadeelde] en
/of- het kussen van het voorhoofd en
/ofde wang en
/ofde mondhoek van die [benadeelde]
en
/of- het omhelzen van die [benadeelde] en
/of- het vasthouden en
/ofstrelen en
/ofkussen van de hand van die [benadeelde] ,
waarbij
het geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld ofeen
andere feitelijkheid erin heeft
/hebbenbestaan dat verdachte
- bovengenoemde handelingen onverhoeds heeft verricht en
/of- bovengenoemde handelingen heeft verricht in een auto en
/ofterwijl die [benadeelde] die
rijdende auto bestuurde, waardoor die [benadeelde] beperkte bewegingsvrijheid had en
/of
overwicht op die [benadeelde] , gelet op de psychische kwetsbaarheid van die [benadeelde] en
/ofhet
grote leeftijdsverschil en
/ofhet feit dat hij, verdachte, de rijinstructeur van die [benadeelde]
was en
/of- (hierdoor) een bedreigende/beangstigende situatie voor die [benadeelde] heeft gecreëerd
waardoor die [benadeelde] zich
niet, althansonvoldoende, aan bovengenoemde
handelingen kon of durfde te onttrekken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de straf
- het uittreksel justitiële documentatie van 5 oktober 2022;
- het rapport van Reclassering Nederland van 1 september 2022.
8.De beoordeling van de civiele vordering
ook niet de noodzaak van het horen van een deskundige ten aanzien van de gevorderde schade en komt niet tot de conclusie dat de vordering een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De rechtbank verwerpt dit verweer van de verdediging.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
proeftijd van 3 (drie) jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
taakstrafvan
120 (honderdtwintig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;
- veroordeelt verdachte ten aanzien tot betaling van
- verklaart de
- legt aan verdachte de
- bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.