Uitspraak
Stichting Quadraam
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 december 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een docent bij Stichting Quadraam. De werkgever, Quadraam, verzocht om ontbinding op verschillende gronden, waaronder verwijtbaar handelen, een verstoorde arbeidsverhouding en disfunctioneren. Quadraam stelde dat de werknemer, [verweerder], zich niet hield aan de gedragsnormen en dat zijn gedrag als gezagsondermijnend werd ervaren. De werknemer betwistte de beschuldigingen en voerde aan dat de werkgever niet voldoende bewijs had geleverd voor de verweten gedragingen.
De rechtbank oordeelde dat Quadraam niet had aangetoond dat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen door de werknemer. De verwijten waren onvoldoende onderbouwd en er waren geen officiële waarschuwingen of negatieve functioneringsverslagen overgelegd. De rechtbank concludeerde dat de werkgever niet had voldaan aan de op haar rustende stelplicht en dat er geen reden was om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Ook de andere gronden voor ontbinding, zoals de verstoorde arbeidsverhouding en disfunctioneren, werden afgewezen. De rechtbank benadrukte dat er een reële poging tot herstel van de arbeidsverhouding had moeten zijn, wat niet het geval was.
De verzoeken van Quadraam werden afgewezen en de werkgever werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige onderbouwing van ontslaggronden en de noodzaak voor werkgevers om te voldoen aan hun verplichtingen in het kader van de arbeidsrelatie.