In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 18 november 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot het ontslag van de bewindvoerder OBIN B.V. De beslissing is genomen op basis van artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat een bewindvoerder kan worden ontslagen indien hij niet voldoet aan de eisen die aan hem gesteld worden. De bewindvoerder is in deze zaak niet voldoende bereikbaar gebleken en er was geen vaste contactpersoon voor de rechthebbende. Dit is in strijd met de eisen zoals vastgelegd in het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren.
De procedure begon met een uitnodiging voor een zitting op 25 mei 2022, waarbij zowel de bewindvoerder als de rechthebbende vragen moesten beantwoorden over de kwaliteit van de dienstverlening. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de schriftelijke antwoorden en de klachten van de rechthebbende, die aangaven dat de bewindvoerder niet altijd binnen de gestelde termijn reageerde en dat er geen persoonlijke communicatie plaatsvond. De bewindvoerder heeft niet gereageerd op een verzoek om schriftelijke toelichting op deze klachten.
Gelet op de tekortkomingen van de bewindvoerder heeft de kantonrechter besloten om OBIN B.V. met ingang van 16 december 2022 te ontslaan als bewindvoerder. Tevens is er een opvolgend bewindvoerder benoemd. De kantonrechter heeft ook de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vastgesteld en de verplichting opgelegd om een vijfjaarlijkse evaluatie in te dienen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.