ECLI:NL:RBGEL:2022:6497

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 augustus 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
10021798 BM VERZ 22-4533
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens niet voldoen aan kwaliteitseisen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, op 11 augustus 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot het ontslag van de bewindvoerder OBIN B.V. De beslissing is genomen naar aanleiding van een ambtshalve onderzoek door de kantonrechter, waarbij de bewindvoerder niet voldeed aan de eisen zoals gesteld in het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder zeer slecht bereikbaar was voor de rechthebbende, wat leidde tot ernstige problemen in de ondersteuning die de rechthebbende nodig had. De begeleidster van de rechthebbende heeft aangegeven dat zij vaak lange tijd in de wacht stond om contact te krijgen met de bewindvoerder, wat de zorg voor de rechthebbende negatief beïnvloedde.

De kantonrechter heeft ook geconstateerd dat de bewindvoerder nalatig was in het tijdig aanvragen van belangrijke documenten voor de rechthebbende, wat resulteerde in financiële nadelen. Gezien deze tekortkomingen heeft de kantonrechter geoordeeld dat er voldoende gewichtige redenen zijn om de bewindvoerder te ontslaan. De rechthebbende heeft een opvolgend bewindvoerder voorgesteld, die zonder bezwaren is benoemd. De kantonrechter heeft de jaarbeloning van de nieuwe bewindvoerder vastgesteld en bepaald dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de ontslagdatum een eindrekening moet indienen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer: 10021798 BM VERZ 22-4533
uitspraak van: 11 augustus 2022

ambtshalve beschikking ontslag en benoeming opvolgend bewindvoerder

in de zaak van

[rechthebbende] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres 1] ,
hierna te noemen rechthebbende,
over wiens goederen bewindvoerder is

OBIN B.V. ,

correspondentieadres: [postcode] Culemborg, [adres 4] ,
hierna te noemen: bewindvoerder.

De procedure

De kantonrechter heeft in het kader van haar toezichthoudende taak bij brief van
25 april 2022 ambtshalve onder meer een zeventiental rechthebbenden, onder wie rechthebbende, van wie de bewindvoerder het beheer over de goederen heeft en de bewindvoerder uitgenodigd voor een gesprek met de kantonrechter op 25 mei 2022.
Op voorhand zijn schriftelijk vragen gesteld aan zowel rechthebbenden als de bewindvoerder over een aantal in het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren vermelde eisen, waaraan een professionele bewindvoerder moet voldoen.
Op 25 mei 2022 zijn in dit verband verschenen de rechthebbende, begeleid door
[begeleidster rechthebbende] , werkzaam bij Siza. Namens de bewindvoerder zijn [medewerker 1] en [medewerker 2] verschenen.
De kantonrechter heeft voorts kennis genomen van:
- de schriftelijke reactie van de bewindvoerder op hetgeen is besproken op 25 mei 2022, ter griffie ingekomen op 19 juli 2022;
- de bereidverklaring van de door rechthebbende voorgestelde opvolgend bewindvoerder.

De feiten

Bij beschikking van het Kantongerecht Zutphen van 15 april 2009 is een bewind ingesteld over alle goederen die rechthebbende (zullen) toebehoren wegens een lichamelijke of geestelijke toestand met benoeming van OBIN B.V. tot bewindvoerder.

De beoordeling

Op basis van artikel 1:448, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan een bewindvoerder worden ontslagen hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid, BW dan wel ambtshalve.
Ingevolge artikel 5, derde lid juncto het zevende lid, van het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren moet een bewindvoerder ten minste vier werkdagen per week telefonisch bereikbaar zijn en voor het overige zodanig bereikbaar dat rechthebbende binnen twee werkdagen een reactie van de bewindvoerder heeft ontvangen.
Ter zitting is gebleken dat de bewindvoerder zeer slecht bereikbaar is per telefoon en e-mail. De begeleidster van rechthebbende geeft aan voor rechthebbende maar drie kwartier per week ondersteuningstijd te hebben. Zij probeert regelmatig voor rechthebbende contact te krijgen met de bewindvoerder en staat dan soms wel een uur tot anderhalf uur in de wacht. Tijd die zij met rechthebbende graag anders had willen besteden. Zij belt vanwege het daarmee gemoeide tijdsbeslag in haar vrije tijd voor rechthebbende naar de bewindvoerder. Ook is gebleken dat de bewindvoerder niet of veel te laat reageert op e-mailberichten van rechthebbende. Zo heeft de begeleidster van rechthebbende op 1 mei 2022 twee emailberichten met leesbevestiging naar de bewindvoerder gestuurd, onder meer over het aanvragen van de [pas] voor rechthebbende. Eén emailbericht is op 18 mei gelezen maar is ten tijde van de zitting nog niet beantwoord en de ander is door de bewindvoerder nog niet gelezen. De bewindvoerder heeft volgens de begeleidster nagelaten dit jaar en vorig jaar voor rechthebbende de [pas] aan te vragen, waardoor rechthebbende jaarlijks een voordeel van € 75,-- misloopt. De bewindvoerder erkent dat de aanvraagformulieren voor de [pas] eerst op 23 mei 2022 zijn opgevraagd en dat de verwerkingstijd veel te lang is geweest. Voorts geeft de begeleidster aan dat telefoonrekeningen van rechthebbende niet op tijd worden betaald, dat rechthebbende telefonisch dreigt te worden afgesloten en dat extra kosten ontstaan. De bewindvoerder heeft erkend dat er herinneringen van de KPN zijn ontvangen en betaald. In hoeverre dit onnodige extra kosten voor rechthebbende met zich heeft gebracht is voor de kantonrechter niet duidelijk.
Nu de bewindvoerder heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 5, derde lid juncto het zevende lid, van het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren, stelt de kantonrechter vast dat de bewindvoerder nalatig is geweest in de uitvoering van haar werkzaamheden. Tevens constateert de kantonrechter dat de belangen van rechthebbende ook anderszins worden geschaad, aangezien de door hem te ontvangen begeleiding door zijn zorgverlener extra wordt belast door het disfunctioneren van de bewindvoerder en het beheer van de gelden door de bewindvoerder te wensen over laat.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat er sprake is van voldoende gewichtige redenen die aanleiding zijn om tot ontslag van de bewindvoerder over te gaan.
Rechthebbende heeft [naam opvolgend bewindvoerder] bereid gevonden het bewind over te nemen. Tegen benoeming van deze bewindvoerder zijn geen bezwaren gerezen.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3, tweede lid sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 586,00 exclusief BTW.
De kantonrechter bepaalt dat de bewindvoerder de vijfjaarlijkse evaluatie als bedoeld in artikel 1:446a BW moet indienen op 12 augustus 2027 middels het standaardformulier dat op rechtspraak.nl beschikbaar is. Daarbij moet de bewindvoerder zich ook uitlaten over de vraag of de maatregel moet voortduren dan wel of een minder ver of juist verder strekkende voorziening is aangewezen. Over feiten die voor de maatregel of het voortduren ervan van betekenis zijn moet de bewindvoerder de kantonrechter terstond informeren.

De beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat OBIN B.V. ambtshalve met ingang van 16 september 2022 als bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende;
- benoemt, met ingang van diezelfde datum, tot opvolgend bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende: [naam opvolgend bewindvoerder] , correspondentieadres: [adres 3] ;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3, lid twee sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 586,00 exclusief BTW;
- bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de ontslagdatum eindrekening aflegt van het gevoerde beheer aan de opvolgend bewindvoerder;
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder op 12 augustus 2027 middels het daarvoor bestemde formulier de vijfjaarlijkse evaluatie moet indienen.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.J.H. Schuurman en in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2022.
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden:
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op
andere wijze bekend is geworden.