Uitspraak
Gemeente Arnhem
1.De procedure
3.De beslissing
woensdag 21 december 2022schriftelijk kan uitlaten over de vraag hoe zij het bewijs wil leveren;
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 23 november 2022 een tussenuitspraak gedaan in een geschil tussen [eisende partij] en de Gemeente Arnhem. De procedure betreft een verzet in conventie en reconventie, waarbij de kantonrechter heeft geoordeeld over de toelaatbaarheid van door de Gemeente Arnhem overgelegde stukken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gang van zaken in strijd is met de goede procesorde, zoals vastgelegd in de artikelen 21 en 111 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Hierdoor heeft de kantonrechter besloten om de dagvaarding met producties en de inhoud van bepaalde randnummers buiten beschouwing te laten.
De kantonrechter heeft [eisende partij] in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren van haar stelling dat er mondelinge afspraken zijn gemaakt die afwijken van de schriftelijke huurovereenkomsten. Tevens is [eisende partij] in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat de Gemeente Arnhem de gehuurde ruimtes aan derden heeft gegeven, wat zou hebben geleid tot schade voor [eisende partij]. De kantonrechter heeft partijen aangespoord om te proberen tot een minnelijke regeling te komen, gezien de duur en kosten van de procedure. De verdere beslissing is aangehouden in afwachting van de bewijslevering.
De kantonrechter heeft specifieke instructies gegeven over hoe [eisende partij] het bewijs kan leveren, inclusief het indienen van schriftelijke stukken en het opgeven van getuigen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de mogelijkheid van een schikking ook in overweging is genomen.