ECLI:NL:RBGEL:2022:6495

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
10040481 BM VERZ 22-4763
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens niet voldoen aan kwaliteitseisen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 16 september 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot het ontslag van de bewindvoerder OBIN B.V. De beslissing is genomen naar aanleiding van meerdere klachten over de kwaliteit van de dienstverlening van de bewindvoerder, die niet voldeed aan de eisen zoals gesteld in het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. De rechthebbende, die onder bewind stond, had via zijn begeleider aangegeven dat er regelmatig problemen waren met de bereikbaarheid van de bewindvoerder en dat vragen vaak niet tijdig werden beantwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder nalatig is geweest in haar werkzaamheden en dat er voldoende gewichtige redenen waren om tot ontslag over te gaan.

De kantonrechter heeft ook een opvolgend bewindvoerder benoemd, die bereid was het bewind over te nemen. De jaarbeloning van de nieuwe bewindvoerder is vastgesteld op € 586,00 exclusief BTW. Daarnaast is bepaald dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de ontslagdatum een eindrekening moet afleggen aan de opvolgend bewindvoerder. De kantonrechter heeft de bewindvoerder ook verplicht om op 17 oktober 2025 een vijfjaarlijkse evaluatie in te dienen, waarin moet worden aangegeven of de maatregel moet voortduren of dat er een andere voorziening nodig is.

De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer: 10040481 BM VERZ 22-4763
registernummer: [dossiernummer]
uitspraak van: 16 september 2022

ambtshalve beschikking ontslag en benoeming opvolgend bewindvoerder

in de zaak van

[rechthebbende] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres 1] ,
hierna te noemen: rechthebbende,
over wiens goederen bewindvoerder is

OBIN B.V. ,

correspondentieadres: [postcode] Culemborg, [adres 4] ,
hierna te noemen: bewindvoerder.

De procedure

De kantonrechter heeft in het kader van haar toezichthoudende taak bij brief van
25 april 2022 ambtshalve onder meer rechthebbende en een zeventiental anderen, van wie de bewindvoerder het beheer over de goederen heeft, alsmede de bewindvoerder uitgenodigd voor een gesprek met de kantonrechter op 25 mei 2022.
Op voorhand zijn schriftelijke vragen gesteld over een aantal in het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren (hierna: Besluit kwaliteitseisen) vermelde eisen, waaraan een professionele bewindvoerder moet voldoen.
Op 25 mei 2022 zijn in dit verband namens de bewindvoerder [medewerker 1] en [medewerker 2] verschenen. Rechthebbende heeft zich afgemeld voor de zitting onder de mededeling dat hij van zijn bewindvoerder geen geld voor de vervoerskosten per trein heeft ontvangen.
Rechthebbende heeft, via zijn begeleider, per e-mailbericht op 25 mei 2022 antwoord gegeven op de door de rechtbank gestelde vragen. De bewindvoerder is per brief van 27 mei 2022 door de rechtbank verzocht hier schriftelijk op te reageren. De bewindvoerder heeft hier binnen de gestelde termijn niet op gereageerd.
De kantonrechter heeft voorts kennis genomen van:
  • de rekening en verantwoording over 2018, 2019 en 2020;
  • de bereidverklaring van de door rechthebbende voorgestelde opvolgend bewindvoerder.

De feiten

Bij beschikking van de rechtbank Den Haag van 14 oktober 2016 is een bewind ingesteld over alle goederen die rechthebbende (zullen) toebehoren wegens een lichamelijke of geestelijke toestand met benoeming van OBIN B.V. tot bewindvoerder.

De beoordeling

Op grond van artikel 1:448, tweede lid Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan een bewindvoerder worden ontslagen hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid, BW dan wel ambtshalve.
Ingevolge artikel 5, derde lid juncto het zevende lid van het Besluit kwaliteitseisen moet een bewindvoerder ten minste vier werkdagen per week telefonisch bereikbaar zijn en voor het overige zodanig bereikbaar dat rechthebbende binnen twee werkdagen een reactie van de bewindvoerder heeft ontvangen.
Ingevolge artikel 5, vijfde lid juncto het zevende lid van het Besluit kwaliteitseisen heeft een rechthebbende een vaste contactpersoon.
Rechthebbende geeft middels zijn begeleider aan dat er regelmatig moet worden gebeld of een e-mailbericht nog beantwoord gaat worden. Soms worden vragen bijna een week later beantwoord. Als de persoonlijk begeleider van rechthebbende mailt, wordt er niet sneller geantwoord. Telefonisch zou rechthebbende erg lang moeten wachten alvorens iemand van het bewindvoerderskantoor te kunnen spreken. Soms is rechthebbende nummer 68 in de wachtrij. Namens rechthebbende wordt ook gemeld, dat hij een vaste contactpersoon bij de bewindvoerder heeft, maar dat hij deze nooit, naar de kantonrechter begrijpt telefonisch, te spreken krijgt en door diverse medewerkers te woord wordt gestaan. Wel heeft de huidige contactpersoon hem in februari 2022 op zijn woonlocatie bezocht. Het toezenden van maandelijkse overzichten van zijn bankrekeningen gebeurt niet structureel. Het inlogsysteem werkt voorts niet optimaal en is niet voldoende standvastig.
De bewindvoerder is in de gelegenheid gesteld hierop schriftelijk te reageren doch een reactie is uitgebleven. De klachten zijn derhalve niet weersproken.
De kantonrechter constateert dan ook dat de bewindvoerder aan meerdere kwaliteitseisen niet heeft voldaan.
Ter zitting zijn de in rekening gebrachte bewindvoerderskosten over de afgelopen jaren besproken. De bewindvoerder heeft over meerdere jaren het standaardtarief in rekening gebracht, waar er recht was op het schuldentarief. De ontvangen bijzondere bijstand betreft wel het schuldentarief. De bewindvoerder probeert de achterstand in bewindvoerderskosten in te halen in latere jaren en wordt hierdoor schuldeiser van rechthebbende. Daargelaten of de bewindvoerder zich in het kader van het hoge tarief de afgelopen jaren voldoende heeft ingespannen, blijkt uit de rekening- en verantwoordingen onvoldoende duidelijk hoeveel deze achterstand dan bedraagt. De bewindvoerder is er tijdens de zitting op gewezen dat de wijze van het registreren van vorderingen van OBIN B.V. op rechthebbende niet transparant is en dat daarover geen eenduidige informatie wordt verstrekt.
Nu de bewindvoerder onder meer heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 5, derde lid en vijfde lid juncto het zevende lid van het Besluit kwaliteitseisen is zij nalatig geweest in de uitvoering van haar werkzaamheden.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat er sprake is van voldoende gewichtige redenen om tot ontslag van de bewindvoerder over te gaan.
Rechthebbende heeft [naam opvolgend bewindvoerder] bereid gevonden het bewind over te nemen. Tegen benoeming van deze bewindvoerder zijn geen bezwaren gerezen.
Omdat sprake is van problematische schulden zal de kantonrechter de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3, tweede lid sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de overnamewerkzaamheden in dit geval vaststellen op een bedrag van € 586,00 exclusief BTW.
De kantonrechter bepaalt dat de bewindvoerder de vijfjaarlijkse evaluatie als bedoeld in artikel 1:446a BW moet indienen op 17 oktober 2025 middels het standaardformulier dat op rechtspraak.nl beschikbaar is. Daarbij moet de bewindvoerder zich ook uitlaten over de vraag of de maatregel moet voortduren dan wel of een minder ver of juist verder strekkende voorziening is aangewezen. Over feiten die voor de maatregel of het voortduren ervan van betekenis zijn moet de bewindvoerder de kantonrechter terstond informeren.

De beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat OBIN B.V. ambtshalve met ingang van 16 oktober 2022 als bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende;
- benoemt, met ingang van diezelfde datum, tot opvolgend bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende: [naam opvolgend bewindvoerder] , geboren te [geboorteplaats] op
[geboortedatum] ,correspondentieadres: [adres 3] ;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3, tweede lid sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerder voor de overnamewerkzaamheden vast op een bedrag van € 586,00 exclusief BTW;
- bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de ontslagdatum eindrekening aflegt van het gevoerde beheer aan de opvolgend bewindvoerder;
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder op 17 oktober 2025 middels het daarvoor bestemde formulier de vijfjaarlijkse evaluatie moet indienen.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.J.H. Schuurman en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2022.
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden:
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op
andere wijze bekend is geworden.