ECLI:NL:RBGEL:2022:6493

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 september 2022
Publicatiedatum
22 november 2022
Zaaknummer
10055104 BM VERZ 22-4977
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder wegens slechte bereikbaarheid en niet voldoen aan kwaliteitseisen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 26 september 2022 een beschikking gegeven over het ontslag van de bewindvoerder OBIN B.V. van een rechthebbende. De beslissing is genomen naar aanleiding van klachten over de slechte bereikbaarheid van de bewindvoerder en het niet voldoen aan de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. De rechthebbende had via zijn begeleider aangegeven dat het moeilijk was om de bewindvoerder telefonisch te bereiken en dat vragen niet binnen de gestelde termijn van twee werkdagen werden beantwoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bewindvoerder nalatig is geweest in de uitvoering van haar taken en dat er voldoende gewichtige redenen zijn om tot ontslag over te gaan.

De kantonrechter heeft tevens een opvolgend bewindvoerder benoemd, die bereid is het bewind over te nemen. De jaarbeloning van de nieuwe bewindvoerder is vastgesteld op € 586,00 exclusief BTW. De ontslagen bewindvoerder is verplicht om binnen twee maanden na de ontslagdatum een eindrekening af te leggen aan de opvolgend bewindvoerder. Daarnaast moet de opvolgend bewindvoerder op 1 oktober 2024 een vijfjaarlijkse evaluatie indienen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer: 10055104 BM VERZ 22-4977
registernummer: BM 55069
uitspraak van: 26 september 2022

beschikking ontslag en benoeming opvolgend bewindvoerder

in de zaak van

[rechthebbende] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres 1] ,
hierna te noemen: rechthebbende,
over wiens goederen bewindvoerder is

OBIN B.V. ,

correspondentieadres: [postcode] Culemborg, [adres 4] ,
hierna te noemen: bewindvoerder.

De procedure

De kantonrechter heeft in het kader van haar toezichthoudende taak bij brief van 25 april 2022 ambtshalve onder meer een zeventiental rechthebbenden, onder wie rechthebbende, van de bewindvoerder het beheer over de goederen heeft en de bewindvoerder uitgenodigd voor een gesprek met de kantonrechter op 25 mei 2022.
Op voorhand zijn schriftelijk vragen gesteld aan zowel rechthebbenden als de bewindvoerder over een aantal in het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerder en mentoren vermelde eisen, waaraan een professionele bewindvoerder moet voldoen.
Op 25 mei 2022 zijn in dit verband verschenen, namens de bewindvoerder [medewerker 1] en [medewerker 2] . Rechthebbende heeft zich vanwege fysieke klachten afgemeld voor de zitting en de vragen die op voorhand zijn gesteld schriftelijke beantwoord.
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
- het e-mailbericht van de begeleider van rechthebbende, ontvangen op 20 mei 2022;
- de reactie van de bewindvoerder, ontvangen op 17 augustus 2022;
- de bereidverklaring van de opvolgend bewindvoerder.

De feiten

Bij beschikking van de rechtbank Arnhem van 21 april 2006 is een bewind ingesteld over alle goederen die rechthebbende (zullen) toebehoren wegens een lichamelijke of geestelijke toestand. Thans is OBIN B.V. benoemd tot bewindvoerder.

De beoordeling

Op basis van artikel 1:448 lid 2 Burgerlijk Wetboek kan een bewindvoerder worden ontslagen hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432, eerste en tweede lid, dan wel ambtshalve.
Ingevolge artikel 5, derde lid juncto artikel 5, zevende lid van het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren moet een bewindvoerder ten minste vier werkdagen per week telefonisch bereikbaar zijn en voor het overige zodanig bereikbaar dat rechthebbende binnen twee werkdagen een reactie van de bewindvoerder heeft ontvangen.
Uit de stukken is onder meer gebleken dat de bewindvoerder zeer slecht bereikbaar is. Rechthebbende geeft via zijn begeleider in een e-mailbericht het volgende aan: ”Het duurt lang voor je ze aan de telefoon krijgt maar ze nemen volgens mijn cliënt wel alle tijd voor hem.” Daarnaast geeft rechthebbende aan: ”Vragen worden niet binnen twee werkdagen beantwoord.” De bewindvoerder is verzocht een schriftelijke reactie te geven op de antwoorden van rechthebbende. Met betrekking tot de telefonische bereikbaarheid geeft de bewindvoerder het volgende aan: ” De wachttijden zijn soms langer als gewenst. Dit is ook ter zitting op 25 mei aangegeven. Vanaf 1 september wordt de telefoon anders ingeregeld waardoor cliënten sneller bij de juiste persoon terecht komen.” Uit de reactie van de bewindvoerder blijkt dat de telefonische bereikbaarheid niet voldoet aan de gewenste standaarden. Met betrekking tot de reactietijd op emailberichten geeft de bewindvoerder het volgende aan: ” OBIN streeft ernaar om binnen 48 uur te reageren. OBIN heeft teruggezocht in de mail en dit is de laatste tijd ook gebeurt.” De kantonrechter stelt vast dat de bewindvoerder erkent dat er in voorgaande maanden niet is voldaan aan de gestelde eis om binnen twee werkdagen op een emailbericht te reageren. Daarnaast is namens rechthebbende aangegeven dat hij niet kan inloggen in het systeem terwijl hij dit al twee maal heeft aangevraagd. Ook meldt hij niet altijd een overzicht van zijn rekeningen te krijgen, de laatste twee maanden gaat dit goed. Voorts worden nota’s wel eens niet betaald. De bewindvoerder heeft erkend dat er een tijd problemen zijn geweest met het automatisch genereren van financiële overzichten, maar dat dit probleem is opgelost, en dat de bewindvoerder een nota niet tijdig heeft betaald.
De kantonrechter stelt vast dat de bewindvoerder heeft erkend dat niet wordt voldaan aan ten minste één basale eis zoals opgenomen in het Besluit Kwaliteitseisen. Nu de bewindvoerder heeft gehandeld in strijd het bepaalde in artikel 5, derde lid juncto het zevende lid, van het Besluit Kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerder en mentoren, is de bewindvoerder nalatig is geweest in de uitvoering van haar werkzaamheden. De kantonrechter constateert voorts dat na de zitting op 2 juni 2022 bij de rechtbank is binnengekomen een zogenoemde vijfjaarlijkse evaluatie. Deze evaluatie lijkt niet met rechthebbende besproken. Tevens is op 1 juli 2022 de rekening- en verantwoording over 2021 ingediend. Daarin is vermeld dat is gebeld om de rekening- en verantwoording te bespreken, maar dat er niet werd opgenomen. Niet is gebleken dat voormelde stukken tijdens een huisbezoek met rechthebbende zijn besproken, hetgeen gelet op zijn fysieke beperkingen wel aan de orde is, en dat daartoe schriftelijk een uitnodiging is gezonden. De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van voldoende gewichtige redenen die aanleiding zijn om tot ontslag van de bewindvoerder over te gaan.
De rechtbank heeft [naam opvolgend bewindvoerder] bereid gevonden het bewind over te nemen. Tegen benoeming van deze bewindvoerder zijn geen bezwaren gerezen.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning van de te benoemen bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen op een bedrag van € 586,00 exclusief BTW.
De kantonrechter bepaalt dat de bewindvoerder de vijfjaarlijkse evaluatie als bedoeld in artikel 1:446a Burgerlijk Wetboek moet indienen op 1 oktober 2024 middels het standaardformulier dat op rechtspraak.nl beschikbaar is. Daarbij moet de bewindvoerder zich ook uitlaten over de vraag of de maatregel moet voortduren dan wel of een minder ver of juist verder strekkende voorziening is aangewezen. Over feiten die voor de maatregel of het voortduren ervan van betekenis zijn moet de bewindvoerder de kantonrechter terstond informeren.

De beslissing

De kantonrechter:
- ontslaat OBIN B.V. ambtshalve met ingang van 1 oktober 2022 als bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende;
- benoemt, met ingang van diezelfde datum, tot opvolgend bewindvoerder ten behoeve van rechthebbende: [naam opvolgend bewindvoerder] , correspondentieadres: [adres 3] ;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 586,00 exclusief BTW;
- bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de ontslagdatum eindrekening aflegt van het gevoerde beheer aan de opvolgend bewindvoerder;
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder op 1 oktober 2024 middels het daarvoor bestemde formulier de vijfjaarlijkse evaluatie moet indienen.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.J.H. Schuurman en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2022.
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden:
binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op
andere wijze bekend is geworden.