In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedaan op 23 november 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de intrekking van twee toevoegingen in de kosten van een advocaat beoordeeld. De Raad voor Rechtsbijstand had de toevoegingen ingetrokken omdat eiseres, volgens de Raad, een gezamenlijke huishouding voerde met haar gemachtigde, waardoor haar verzamelinkomen boven de heffingsvrije grondslag uitkwam. Eiseres had aanvankelijk aangegeven alleenstaand te zijn, maar de Raad ontving een melding van de advocaat van haar oud-werkgevers dat zij samenwoonde met haar gemachtigde. De rechtbank oordeelt dat de Raad onvoldoende heeft gemotiveerd dat er sprake is van een duurzame en gezamenlijke huishouding. De rechtbank stelt vast dat de enkele vaststelling van het samenwonen en de relatie niet voldoende is om te concluderen dat er een gezamenlijke huishouding is. Eiseres heeft bewijs overgelegd van logeerovereenkomsten en een kostenoverzicht, waaruit blijkt dat zij niet bijdraagt aan de huishouding van haar gemachtigde. De rechtbank vernietigt het besluit van de Raad en oordeelt dat het beroep gegrond is, wat betekent dat eiseres recht heeft op de toevoegingen en het griffierecht vergoed moet worden.