Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] . De vader heeft [de minderjarige] erkend.
- de dagelijkse zorg van [de minderjarige] toegekend aan de moeder,
- de uitoefening van het gezag toegekend aan beide ouders,
- een omgangsregeling vastgesteld waarbij [de minderjarige] door de moeder voor omgang met de vader naar Spanje wordt gebracht in de zomervakantie, in de kerstvakantie en in de paasvakantie (of in de voorjaarsvakantie). [de minderjarige] zal de vader bezoeken gedurende de helft van de kerstvakantie, de helft van de zomervakantie en de gehele paasvakantie. De vader brengt [de minderjarige] terug naar de moeder. De kosten voor het brengen van [de minderjarige] worden door de moeder worden gedragen en de kosten voor het terugbrengen van [de minderjarige] worden door de vader gedragen.
- bepaald dat de vader omgang met [de minderjarige] heeft gedurende één weekend tussen elke vakantieperiode, dat wil zeggen drie weekenden per jaar,
- de vader het recht toegekend tot dagelijks (video)belcontact,
- een kinderalimentatie vastgesteld van € 700 per maand, door de vader aan de moeder te voldoen.
3.Het verzoek en het verweer
- primair: een verklaring voor recht af te geven dat de moeder alleen met het ouderlijk gezag is belast en dit aan te tekenen in het gezagsregister,
- subsidiair: te bepalen dat de moeder voortaan alleen het gezag zal uitoefenen over [de minderjarige] en dit aan te tekenen in het gezagsregister.
- vanaf 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023 een omgangsregeling vast te stellen waarbij de vader en [de minderjarige] 4 keer per jaar omgang hebben in Nederland waarbij de omgang gedurende vier uur op zaterdag onder begeleiding van Humanitas of een soortgelijke instantie zal plaatsvinden,
- vanaf 1 januari 2024: indien de omgang naar het oordeel van de begeleiding positief verloopt, een omgangsregeling vast te stellen waarbij de vader en [de minderjarige] vier keer per jaar in Nederland omgang met elkaar hebben op zaterdag van 11.00 uur tot 19.00 uur,
- althans een omgangsregeling vast te stellen als de rechtbank juist acht.
4.De beoordeling
derde staatdie partij is bij het Haags Kinderbeschermingsverdrag. In die zaak ging het om een kind waarvan de gewone verblijfplaats van Zweden (een lidstaat) wisselde naar Rusland (een derde staat).
lidstaten, is de door de moeder genoemde uitspraak niet van toepassing op de situatie van [de minderjarige] . De Spaanse rechter is de bevoegdheid niet verloren door de verhuizing van [de minderjarige] naar Nederland.
- [de minderjarige] eens per week contact heeft met de vader via Facetime,
- In de periode tot zes maanden na de datum van deze beschikking: de vader [de minderjarige] in de vakantieperiodes (kerstvakantie, voorjaarsvakantie en meivakantie) in Nederland kan bezoeken:
* gedurende één week in de zomervakantie, waarvan de eerste twee dagen van
- Bij voornoemde bezoek- en verblijfsmomenten brengt de moeder [de minderjarige] naar de vader en zij draagt haar reiskosten en die van [de minderjarige] . De vader brengt [de minderjarige] telkens terug bij de moeder en hij draagt zijn reiskosten en die van [de minderjarige] .
- In de periode vanaf 12 maanden na de datum van deze beschikking een contactregeling geldt conform het vonnis van de Spaanse rechtbank van Orihuela van 29 juni 2021.
5.De beslissing
- [de minderjarige] eens per week contact heeft met de vader via Facetime,
- In de periode tot zes maanden na de datum van deze beschikking: de vader [de minderjarige] in de vakantieperiodes (kerstvakantie, voorjaarsvakantie en meivakantie) in Nederland kan bezoeken:
* gedurende één week in de zomervakantie, waarvan de eerste twee dagen van
- Bij voornoemde bezoek- en verblijfsmomenten brengt de moeder [de minderjarige] naar de vader en zij draagt haar reiskosten en die van [de minderjarige] . De vader brengt [de minderjarige] telkens terug bij de moeder en hij draagt zijn reiskosten en die van [de minderjarige] .
- In de periode vanaf 12 maanden na de datum van deze beschikking een contactregeling geldt conform het vonnis van de Spaanse rechtbank van Orihuela van 29 juni 2021.
mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2022.