ECLI:NL:RBGEL:2022:6432
Rechtbank Gelderland
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek door de verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland
Op 18 oktober 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van M. Bugter, deskundig lid van de pachtkamer. Bugter diende zijn verzoek in tijdens de mondelinge behandeling van een andere zaak, waarin hij zakelijk betrokken was bij de zoon van een partij. Hij voelde zich hierdoor niet vrij om de zaak te behandelen. De verschoningskamer heeft in haar beoordeling de relevante wetgeving, met name artikel 1019v van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in acht genomen. Dit artikel stelt dat de regels omtrent wraking en verschoning ook van toepassing zijn op deskundige leden van de pachtkamers.
De verschoningskamer benadrukte dat een rechter, of in dit geval een deskundig lid, vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval heeft Bugter niet gesteld dat hij niet onpartijdig zou kunnen zijn, maar de omstandigheden maakten dat hij zich niet vrij voelde om de zaak te behandelen. De verschoningskamer concludeerde dat er voldoende grond was voor het toewijzen van het verzoek tot verschoning, rekening houdend met de uiterlijke schijn van onpartijdigheid.
De beslissing houdt in dat het verzoek tot verschoning van M. Bugter wordt toegewezen en dat er een ander deskundig lid van de pachtkamer zal worden aangewezen voor de behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer.