ECLI:NL:RBGEL:2022:6432

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 oktober 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
C/05/409851 / KG RK 22-736
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek door de verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland

Op 18 oktober 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van M. Bugter, deskundig lid van de pachtkamer. Bugter diende zijn verzoek in tijdens de mondelinge behandeling van een andere zaak, waarin hij zakelijk betrokken was bij de zoon van een partij. Hij voelde zich hierdoor niet vrij om de zaak te behandelen. De verschoningskamer heeft in haar beoordeling de relevante wetgeving, met name artikel 1019v van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in acht genomen. Dit artikel stelt dat de regels omtrent wraking en verschoning ook van toepassing zijn op deskundige leden van de pachtkamers.

De verschoningskamer benadrukte dat een rechter, of in dit geval een deskundig lid, vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. In dit geval heeft Bugter niet gesteld dat hij niet onpartijdig zou kunnen zijn, maar de omstandigheden maakten dat hij zich niet vrij voelde om de zaak te behandelen. De verschoningskamer concludeerde dat er voldoende grond was voor het toewijzen van het verzoek tot verschoning, rekening houdend met de uiterlijke schijn van onpartijdigheid.

De beslissing houdt in dat het verzoek tot verschoning van M. Bugter wordt toegewezen en dat er een ander deskundig lid van de pachtkamer zal worden aangewezen voor de behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Verschoningskamer
zaaknummer: C/05/409851 / KG RK 22-736
Beslissing van 18 oktober 2022
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
M. Bugter,
deskundig lid van de pachtkamer van deze rechtbank
hierna te noemen: Bugter.
in zijn hoedanigheid van deskundig lid van de pachtkamer in de zaak met zaaknummer 9822384 CV EXPL 22-1063 tussen de heren [… 1] en [… 2] en [… 3] .

1.De procedure

Bugter heeft op 11 oktober 2022 tijdens de mondelinge behandeling van de pachtkamer in bovengenoemde zaak een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het proces-verbaal waarin dit verzoek wordt vermeld, zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de partijen worden verzonden.

2.Het verschoningsverzoek

Bugter heeft aan zijn verschoningsverzoek ten grondslag gelegd – kort gezegd – dat hij zich niet vrij voelt om deze zaak te behandelen omdat hij zakelijk betrokken is geweest bij de zoon van mevrouw [… 3] die tevens als gevolmachtigde voor haar optreedt.

3.De beoordeling

3.1.
In artikel 1019v Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is bepaald dat de bepalingen betreffende wraking en verschoning van rechters overeenkomstig van toepassing zijn op de deskundige leden van de pachtkamers van de rechtbanken.
3.2.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters, en dus ook een deskundig lid van de pachtkamer, die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.3.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, als geheel afgezien van de persoonlijke opstelling van de rechter in de zaak de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn (de objectieve toets). Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend.
3.4.
De verschoningskamer stelt voorop dat Bugter niet heeft aangevoerd dat hij van oordeel is dat hij door de voor verschoning aangevoerde grond de zaak niet meer onpartijdig zou kunnen behandelen. De verschoningskamer ziet daar ook geen aanwijzingen voor.
3.5.
Uit het verschoningsverzoek blijkt dat sprake is van zodanige omstandigheden dat Bugter zich niet vrij voelt om de zaak te behandelen. De verschoningskamer ziet hierin, rekening houdend met de eerder genoemde uiterlijke schijn, een grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van de heer M. Bugter toe, en verstaat dat in de zaak een ander deskundig lid van de pachtkamer zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.M.F. Geerling, voorzitter, mr. A.S.W. Kroon en mr. M.A. Jansen-van Leeuwen, leden, in tegenwoordigheid van de griffier [… 4] en in openbaar uitgesproken op 18 oktober 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.