ECLI:NL:RBGEL:2022:6385
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schending hoorrecht in bezwaar bij belastingrente Vpb 2019
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland geoordeeld over de schending van het hoorrecht in bezwaar met betrekking tot de belastingrente bij de aanslag vennootschapsbelasting (Vpb) 2019. Eiseres, een onderneming, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking belastingrente die door de inspecteur van de Belastingdienst was opgelegd. De rechtbank constateerde dat eiseres meerdere keren was uitgenodigd voor een telefonisch hoorgesprek, maar hier geen gebruik van had gemaakt. Eiseres voerde aan dat zij recht had op een fysieke hoorzitting en dat het hoorrecht was geschonden omdat zij niet fysiek was gehoord. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres niet had aangegeven dat zij fysiek wilde worden gehoord en dat de bezwaarbehandelaar voldoende mogelijkheden had geboden om te worden gehoord. De rechtbank concludeerde dat de hoorplicht niet was geschonden en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak voor eiseres om haar wensen kenbaar te maken tijdens de bezwaarprocedure.