1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na toewijzing van twee vorderingen tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 12 mei 2021 te Nijmegen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 857 planten, althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de hij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
een of meerdere onbekend gebleven persoon/personen, op of omstreeks 12 mei 2021 te Nijmegen, althans in Nederland, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan de [adres] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 857 planten, althans (telkens) een groot aantal hennep planten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op een of meerdere tijdstippen op of omstreeks 12 mei 2021 te Nijmegen, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal
(telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- de kwekerij in te richten en te onderhouden, en/of
- de planten water te geven;
hij in of omstreeks de periode van 26 mei 2020 tot en met 12 mei 2021 te Nijmegen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid elektriciteit/stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
een of meerdere onbekend gebleven personen in of omstreeks de pleegperiode van 26 mei 2020 tot en met 12 mei 2021 te Nijmegen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid elektriciteit/stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V., waarbij deze persoon/personen zich de toegang tot de plaats des misdrijf heeft/hebben verschaft en/of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 26 mei 2020 tot en met 12 mei 2021 te Nijmegen, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- de kwekerij in te richten en/of
- de elektriciteit hiervoor te hebben ingericht/omgeleid/aangepast/gewijzigd/verbroken, en/of
- hierbij enige zegels te hebben verbroken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Ten aanzien van feit 1 primair:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, p. 3-7;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 21 oktober 2022.
Ten aanzien van het medeplegen overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verschillende personen. De rechtbank acht het, gelet op de werksituatie van verdachte, de omvang van aangetroffen hennepkwekerij en het bij verdachte ontbreken van specifieke kennis over het opzetten en in stand houden van een hennepkwekerij, waarbij bovendien gebruik is gemaakt van toevoeging van CO2 niet aannemelijk dat verdachte de hennepkwekerij alleen heeft opgezet en onderhouden. De rechtbank gaat daarom uit van de verklaring die verdachte op de terechtzitting heeft afgelegd en niet van de verklaring die verdachte bij de politie heeft afgelegd. De rechtbank gaat uit van het volgende. Verdachte is de huurder van het pand waarin de hennepkwekerij is aangetroffen. Daarnaast heeft verdachte op de terechtzitting verklaard dat hij een deel van de hennepkwekerij heeft gebouwd en dat hij werd gebeld als hij de hennepplanten water moest geven.Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en onbekend gebleven anderen die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het primair ten laste gelegde bewezen.
Ten aanzien van feit 2 primair:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld. Op 12 mei 2021 is in een pand aan de [adres] een hennepkwekerij aangetroffen met 857 planten.De elektriciteitsmeter van het pand was dusdanig gemanipuleerd dat de ten behoeve van de kwekerij afgenomen elektriciteit niet werd geregistreerd (en dus niet betaald). Hiertoe waren onder meer de zegels van de hoofdaansluitkast verbroken.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich als pleger schuldig heeft gemaakt aan feit 2 primair gelet op de bewijsmiddelen in het dossier. Ter zitting heeft de officier van justitie de redengevende bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De fraudespecialist van Liander heeft op 12 mei 2021 ter plaatse geconstateerd dat de elektriciteit voor de hennepkwekerij buiten de elektriciteitsmeter om illegaal werd afgenomen. De zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken en het deksel van de aansluitkast was verwijderd. Aan de onderzijde van de zekeringhouders was een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt.
De rechtbank gaat ervan uit dat de hennepkwekerij van verdachte en een onbekend aantal andere personen is geweest. Verdachte heeft zelf ook uitvoeringshandelingen in de kwekerij verricht. Weliswaar kan niet worden vastgesteld dat verdachte zelf de illegale stroomaansluiting heeft aangelegd, hij heeft wel geprofiteerd van de kostenbesparing die daarvan het gevolg was. Hij heeft de stroom immers wel afgenomen en met de onbekend gebleven personen afspraken gemaakt over verdeling van de kosten.Bovendien was duidelijk zichtbaar dat er geknoeid was met de bedrading.Daarnaast heeft verdachte op de zitting verklaard dat hij op de hoogte was van de illegale stroomvoorziening.Gelet op de door de rechtbank vastgestelde betrokkenheid van verdachte bij het exploiteren van de hennepkwekerij en het feit dat verdachte op de hoogte was van de diefstal van elektriciteit, is de rechtbank van oordeel dat verdachte als medepleger moet worden aangemerkt.