ECLI:NL:RBGEL:2022:6129

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 oktober 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
C/05/409248 / FA RK 22-2942
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van rechterlijke machtiging voor psychogeriatrische cliënt met paranoïde schizofrenie

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 oktober 2022 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging voor een psychogeriatrische cliënt, die lijdt aan neurocognitieve stoornissen en paranoïde schizofrenie. De rechtbank heeft de duur van de machtiging beperkt tot zes maanden, in plaats van de gevraagde twee jaar, om de instelling de gelegenheid te geven de cliënt te laten onderzoeken door een psychiater. De cliënt, die sinds november 2021 in de instelling verblijft, heeft zich verzet tegen de opname en stelt dat zij kerngezond is. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de curator van de cliënt, haar advocaat, een specialist ouderengeneeskunde en familieleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om zelfstandig voor zichzelf te zorgen en dat er ernstige risico's zijn op verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank benadrukt het belang van samenwerking met de psychiater en heeft de instelling de opdracht gegeven om de cliënt te laten onderzoeken. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/409248 / FA RK 22-2942
Datum mondelinge uitspraak: 17 oktober 2022
Beschikking opvolgende rechterlijke machtiging Wzd
inzake
het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging voor de duur van twee jaar als bedoeld in artikel 24 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd), ten aanzien van:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijfadres: [verblijfadres] , op grond van een rechterlijke machtiging geldend tot 20 oktober 2022,
hierna te noemen: cliënt,
advocaat: mr. B.J. Schadd te Arnhem.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 28 september 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2022 in de accommodatie waar cliënte verblijft.
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • cliënt, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam 1] , als specialist ouderengeneeskunde verbonden aan [verblijfadres] ;
  • een verzorgende, verbonden aan [verblijfadres]
  • de heer en mevrouw [naam 2] , zus en zwager van cliënte.
Opgeroepen, maar niet verschenen is:
- de curator van cliënt.
1.4.
Op 20 april 2022 heeft de rechtbank een machtiging tot opname en verblijf verleend tot en met 20 oktober 2022.

2.Standpunten

2.1.
Cliënt stelt dat er niets met haar aan de hand is. Zij is kerngezond, zij doet alles nog zelf en kan zelfstandig functioneren in de maatschappij. Zij vindt het vreselijk in de instelling en is het niet eens met het verzoek. Zij is bereid met een psychiater in gesprek te gaan, als die persoon maar wel kan bewijzen psychiater te zijn.
2.2.
De advocaat voert aan dat cliënt jarenlang stabiel heeft gefunctioneerd met antipsychotica. De vraag is of cliënt beter kan functioneren als zij bijvoorbeeld weer antipsychotica krijgt. Cliënt vindt het vreselijk in de huidige accommodatie en daarom moet die mogelijkheid worden onderzocht. De advocaat verzoekt daarom om de rechterlijke machtiging in duur te beperken, zodat cliënt in de tussentijd kan worden onderzocht door een psychiater.
2.3.
De zus van cliënt geeft aan dat zij erg bezorgd is over cliënt. Een eerdere periode zonder machtiging en zonder medicatie heeft een onhoudbare situatie tot gevolg gehad.
2.4.
De zwager staat achter het verzoek van de advocaat.
2.5.
De specialist ouderengeneeskunde geeft aan dat cliënt zich verzet tegen het verblijf. Er is geen sprake van ziektebesef en -inzicht en daarom staat zij niet open voor enige ondersteuning. Dit leidt tot gevaarlijke en zorgelijke situaties, aangezien cliënt wel heel veel ondersteuning nodig heeft. Gezien de wensen van cliënt is het de moeite waard dat cliënt nog een keer wordt onderzocht door een psychiater.
2.6.
De verzorgende brengt naar voren dat iedere dag sprake is van discussies met cliënt. De afgelopen weken accepteert zij geen enkele hulp. Zij verzorgt zich slecht en ruikt naar urine en ontlasting. Cliënt wil bijvoorbeeld nog steeds niet douchen. Drie à vier maanden geleden is een psychiater bij cliënt geweest naar aanleiding van een signaal vanuit de zwager. Hij had het vermoeden dat cliënt bepaalde dingen zag. Cliënt heeft destijds geweigerd om in gesprek te gaan met de psychiater.

3.Beoordeling

3.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten neurocognitieve stoornissen functionerend op dementie niveau, gepaard gaand met een psychische stoornis, te weten paranoïde schizofrenie.
3.2.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze aandoening en stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in (het aanzienlijk risico op):
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang;
  • ernstige psychische schade voor een ander.
3.3.
De rechtbank is van oordeel dat voortzetting van het verblijf noodzakelijk en geschikt is om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Cliënt is niet in staat om zelfstandig voor zichzelf te zorgen. Zij verblijft sinds november 2021 in de huidige instelling en daarvoor woonde zij thuis. Er was sprake van slechte zelfzorg, alcoholmisbruik en een ernstige vervuilde woning. Indien cliënt naar huis gaat is de verwachting dat zij terugvalt in hetzelfde patroon, omdat zij zich destijds zorgmijdend opstelde. Ook in de huidige instelling blijft zij hulp en ondersteuning weigeren en laat zij zich niet stimuleren in verzorging. Zo heeft cliënte nog steeds niet gedoucht sinds haar verblijf in de instelling. De zoon van cliënte kan de zorg over cliënt niet meer op zich nemen. Gezien haar ziektebeeld is cliënt aangewezen op 24-uuurs zorg en begeleiding. Dit is niet te realiseren in de thuissituatie en daarom zijn er geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
3.4.
De rechtbank ziet aanleiding om de duur van de rechterlijke machtiging te beperken tot zes maanden en stelt in deze periode de instelling in de gelegenheid om cliënte te laten onderzoeken door een psychiater, zodat kan worden bekeken of er via deze weg verbeteringen in de situatie van cliënt mogelijk zijn. De rechtbank benadrukt dat het in het belang van cliënt zelf is om in gesprek te gaan met de psychiater en de rechtbank vertrouwt er daarom op dat zij nu wel aan het onderzoek door de psychiater zal meewerken.
3.5.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor verlening van een opvolgende rechterlijke machtiging tot voortzetting van het verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden en geldt aldus tot en met
17 april 2023.

4.Beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van het verblijf ten aanzien van
[naam cliënt],
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
17 april 2023;
4.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 oktober 2022 door mr. E.J. Davids, rechter, in tegenwoordigheid van mr. Y.J.J. Lanz, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 24 oktober 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.