In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 17 oktober 2022 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek tot het verlenen van een opvolgende rechterlijke machtiging voor een psychogeriatrische cliënt, die lijdt aan neurocognitieve stoornissen en paranoïde schizofrenie. De rechtbank heeft de duur van de machtiging beperkt tot zes maanden, in plaats van de gevraagde twee jaar, om de instelling de gelegenheid te geven de cliënt te laten onderzoeken door een psychiater. De cliënt, die sinds november 2021 in de instelling verblijft, heeft zich verzet tegen de opname en stelt dat zij kerngezond is. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de curator van de cliënt, haar advocaat, een specialist ouderengeneeskunde en familieleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om zelfstandig voor zichzelf te zorgen en dat er ernstige risico's zijn op verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank benadrukt het belang van samenwerking met de psychiater en heeft de instelling de opdracht gegeven om de cliënt te laten onderzoeken. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.