In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de gedeeltelijke toewijzing van haar verzoek om openbaarmaking van documenten door het college van burgemeester en wethouders van Berg en Dal. Eiseres had verzocht om openbaarmaking van alle documenten, inclusief e-mail-, whatsapp- en sms-berichten, met betrekking tot een vereniging en een bedrijf in de periode van 1 juni 2018 tot 26 februari 2020. Het college had dit verzoek gedeeltelijk ingewilligd, maar eiseres was van mening dat niet alle relevante stukken openbaar waren gemaakt. De rechtbank heeft het beroep op 14 juli 2022 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van het college aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het college niet volledig heeft voldaan aan het verzoek van eiseres. Het college heeft onvoldoende documenten openbaar gemaakt en de zoekslag naar relevante documenten was onvolledig. De rechtbank benadrukt dat de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) nog van toepassing is, ondanks de inwerkingtreding van de Wet open overheid (Woo) op 1 mei 2022. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het college en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet het college het griffierecht aan eiseres vergoeden.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in strijd is met de artikelen 3:2 en 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het niet berust op een deugdelijke motivering en het onderzoek onzorgvuldig was. Eiseres heeft met voorbeelden onderbouwd dat het college onvoldoende heeft gezocht naar de gevraagde documenten, wat leidt tot de conclusie dat het college niet heeft aangetoond dat het aan zijn verplichtingen heeft voldaan.