In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 20 oktober 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde partij, die gehuwd zijn geweest en gezamenlijk twee minderjarige kinderen hebben. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.J. Scholten, vorderde een locatie- en contactverbod tegen de gedaagde partij, die werd bijgestaan door advocaat mr. M. Ünalan-Akkan. De aanleiding voor de vordering was de veroordeling van de gedaagde partij op 3 september 2020 voor stalking en bedreiging van de eiseres, waarbij een contact- en locatieverbod was opgelegd dat op 1 oktober 2022 zou aflopen. De eiseres stelde dat de gedaagde partij haar en hun kinderen bleef bedreigen, wat leidde tot de vordering om het verbod te verlengen.
De gedaagde partij betwistte de vordering en stelde dat hij zich aan het eerdere verbod had gehouden en dat er geen spoedeisend belang was voor de eiseres. De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Hoewel de gedaagde partij positieve ontwikkelingen had doorgemaakt en er geen recente bedreigingen waren geconstateerd, oordeelde de rechter dat de vordering tot een locatieverbod gerechtvaardigd was, maar beperkte de duur tot zes maanden. Het contactverbod werd opgelegd voor een periode van twaalf maanden, met de mogelijkheid voor de gedaagde partij om via hulpverleningsorganisaties contact op te nemen met de eiseres.
De rechter heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is een belangrijke uitspraak in het kader van de bescherming tegen stalking en bedreiging, waarbij de belangen van zowel de eiseres als de gedaagde partij in overweging zijn genomen.