Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 februari 2022
- het deskundigenbericht
- de conclusie na deskundigenbericht van Neopixels
- de conclusie na deskundigenbericht van Van de Bunt, tevens akte overlegging producties
- de akte uitlaten producties van de zijde van Neopixels.
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
De rechtbank gaat er evenwel vanuit dat Van de Bunt de Neofixx-lijm wel heeft gebruikt bij het na-isoleren van de spouwmuren van de door de deskundige onderzochte woningen. De rechtbank acht het tegendeel volstrekt onaannemelijk. De hele voorgeschiedenis wijst er op dat partijen reeds langere tijd in gesprek zijn over de klachten van de woningen, die ook door de deskundige zijn onderzocht, woningen die steeds zijn geïsoleerd in een periode dat Van de Bunt producten van Neopixels afnam. Onder deze omstandigheden kon Neopixels niet volstaan met een blote ontkenning, maar had zij dit verweer nader dienen te motiveren, al dan niet door daartoe nodige informatie bij Van de Bunt op te vragen.
- herstellen van metselwerkvoegen in slechte staat;- aanbrengen van een waterkerende laag aan de onderzijde van de spouw en ter hoogte van gevelopeningen;- gevelrenovatie (hydrofobering, bepleistering,..).(…)
6. Verder staat er in de STS-71-1:6.10 Weerstand tegen biologische agentiaDit kenmerk is relevant voor producten met organisch karakter (…)De producten mogen niet beïnvloed worden door biologische agentia.(…)Het product moet voldoen aan de prestatie-eis BAO (geen invloed) indien het product in toepassing in contact komt met materialen die blootgesteld zijn aan regen (…) - Watergedragen verven blijven tijdens hun droging gevoelig voor de relatieve vochtigheidsgraad van de omgevingslucht. Deze kan een negatieve invloed hebben op de filmvorming of de droging van de verf.(…)Bij een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 85% is de dauwpunttemperatuur ongeveer gelijk aan de omgevingstemperatuur, waardoor het condensatierisico sterk toeneemt. Onder dergelijke voorwaarden is de uitvoering van binnen-en buitenschilderwerken dan ook ten stelligste af te raden.(…)8 Eisen aan de uitvoering(…)De uitvoering moet gebeuren volgens de algemeen geldende uitvoeringsvoorschriften voor de toepassing van deze technieken, beschreven in leidraden voor goed vakmanschap.(…)”.
De uitvoeringsvoorschriften moeten ten minste het volgende behandelen:
(…) - de klimaatomstandigheden waarbij de uitvoering mag gebeuren(…)
“Gezien de doornatte voorgevel aan de Oranjelaan 3 in Leusden, is de spouwmuurisolatie doornat op het moment van vaststelling d.d. 09/04/2021 door meerdere oorzaken. De donkere vlek onder het raam is duidelijk zichtbaar.
” In de klimatologische data van het KNMI zien we dat het weer een nefaste invloed heeft op de uitharding van de watergedragen lijm.
” “- De onderliggende gebreken werden tegensprekelijk onderzocht door collega Dennis Griek.
“- “”- Het hydrofoberen van de muren tijdens of vlak na de isolatiewerkzaamheden had kunnen voorkomen dat de watergedragen lijm weg regent.
“Men spreekt enkel over een proef met reeds “gebonden” parels. In de praktijk is er het probleem dat de lijm niet tijdig is “gebonden” of uitgehard, bij koude temperaturen in combinatie met een hoge relatieve luchtvochtigheid, interne condensatie door een hoge dampdruk en rechtstreekse regeninval, mogelijk met vorstschade”(bladzijde 98).
Op bladzijde 99 geeft de deskundige aan dat de minimum filmvormingstemperatuur van het bindmiddel moet worden bepaald conform ISO 2115. En voorts:
“Hier spreekt men van de minimum filmvormingstemperatuur van het bindmiddel. De ISO 2115 gaat echter slechts om een minimale prestatie in labo-omstandigheden bij gemiddeld 45% relatieve luchtvochtigheid. Deze relatief lage luchtvochtigheid wordt in de praktijk zelden gehaald,“
zeker niet in spouwmuren”.
De deskundige heeft ook (op bladzijde 101 en volgende) het KOMO-attest bij zijn onderzoek betrokken, waaruit blijkt dat de minimale filmvormingstemperatuur van het bindmiddel 1,0 ° C moet zijn.
De deskundige merkt in dit verband het volgende op:
“Gezien het watergedragen karakter van de lijm en de gevoeligheid naar wateroplosbaarheid is dit een cruciaal gegeven tot functionaliteit van het systeem om spouwmuren na te isoleren. In de praktijk zal de temperatuur aan de maaiveldzone makkelijk 5°C lager liggen dan de minimum temperatuur gemeten in thermometerhut op + 1,5m hoogte. Bij het bereik van het dauwpunt is er geen filmvorming meer ”.(…)
“Naarmate de verdamping van het water vordert, komen de bindmiddeldeeltjes dichter bij elkaar te liggen om zich vervolgens te binden (coalescentie).(…)De drogingssnelheid van de film wordt beïnvloed door de luchtvochtigheid, de temperatuur en het absorptievermogen van het oppervlak. Abnormale voorwaarden bij de applicatie (te absorberende ondergrond, vochtige omgeving…) kunnen na de droging leiden tot een gebrekkige hechting of duurzaamheid van de film.(…)Gezien de omstandigheden en de vermelde schadedossiers zijn de minimale voorwaarden nooit vervuld om überhaupt tot een droge film te komen. Door het overschrijden van het dauwpunt komt de lijm niet in fase van een normale coalescentie.(…)Hydrolyse is de splitsing van een chemische verbinding onder opnamen van water (…). Met andere woorden wordt door hydrolyse de PVAc lijn biologisch afbreekbaar.(…)Gezien de dynamische fluctuaties in de spouwmuren van vocht, temperatuur en dampdruk blijven vermelde invloeden
“Conclusie en beoordeling”het volgende gesteld:
“De mengverhouding en het boorpatroon hebben geen merkbare invloed op de verlijming en de standvastigheid van de EPS-parels in de spouwmuren.
“Met een BOD (ISO 5815-1) en een COD (ISO 15705) meting wordt de biologische afbreekbaarheid gemeten van de beide aangeleverde lijmen in vloeibare toestand.Een BOD/COD verhouding >50-60% is zeer goed biologisch afbreekbaar(…)Een BOD/COD verhouding <40% is slecht biologisch afbreekbaar.
“We zien een normale inzinking en wateropname. We merken geen versnelde depolymerisatie in zuiver water op kamertemperatuur. Er komen geen of weinig parels los voor beide lijm soorten.”
In zoverre kan dan ook niet worden gezegd dat de beide onderzochte lijmen van Neopixels ondeugdelijk zijn.
“Reeds na 20 dagen enzymeninwerking daalt de hechtsterkte met 27%. Als dit normaal doorgezet wordt zal de volledige hechting verdwijnen na 4 maanden. Door de wisselende klimatologische omstandigheden zal dit proces enkele jaren kunnen duren tot volledige onthechting.”
[betrokken bedrijf 1] stelt op bladzijde 52 van haar rapport:
“Aangezien we in de spouwmuurisolatie een temperatuurstijging zien tot meer dan 45°C geeft deze temperatuurstijging een sterke dampdrukverhoging. Bij 40,9°C met 75,5% rH stijgt de dampdruk naar 5843Pa. Na de temperatuurdaling ‘s nachts zien we een sterke stijging van de relatieve luchtvochtigheid in de spouwmuur naar 100% rH stijgen. Er ontstaat een aanzuigeffect vanuit de maaiveldzone en de onderliggende kruipruimte door de temperatuurdaling en de sterke dampdrukdaling tot 1727Pa bij 16°C en 95% rH.
”Het bindmiddel is een water-gedragen high-tech lijm die ervoor zorgt dat er in de spouw een stabiele verbinding ontstaat tussen de Neopixels om mobiliteit tegen te gaan”.
“De BRL 2110 zwijgt in alle talen over de biologische aantasting van de gekozen lijmsoort, wat een groot praktisch probleem geeft als de verlijming verdwijnt.
“Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO-attest en het KOMO-procescertificaat voor het thermisch isoleren van spouwmuren met in situ materialen”, BRL 2110.
“
2.2 Bouwkundige randvoorwaarden
De producten mogen niet beïnvloed worden door biologische agentia.”,maar onduidelijk is of daarmee bedoeld wordt dat er absoluut geen gebruik mag worden gemaakt van producten met een organisch karakter, of dat bedoeld is dat voordat met na-isoleren mag worden begonnen zodanige condities dienen te worden geschapen dat de toegepaste producten niet kunnen worden blootgesteld aan de invloed van schimmels en bacteriën.
2.34. Alleen indien in de gevel optrekkend vocht wordt waargenomen dan wel vochtdoorslag wordt waargenomen dienen er maatregelen te worden getroffen om het vochtprobleem op te lossen. Een vochtig klimaat in de spouw is immers van zeer grote negatieve invloed op het effect van de na-isolatie. Wat betreft de maatregelen die genomen moeten worden om het vochtprobleem op te lossen wordt gesproken over hydrofoberen (een maatregel tegen vochtdoorslag) en het dichtmaken van scheuren. Maar daarmee is echter niet zonder meer gegeven dat daardoor ook voortaan schimmels en bacteriën uit de bodem onder de spouw worden geweerd. Over het - door de deskundige voorgeschreven - waterdicht afdichten van de maaiveldzone staat in geen van de richtlijnen iets vermeld. Om die reden wordt voorbij gegaan aan de stelling van Neopixels dat Van de Bunt ten onrechte heeft nagelaten om de gevels te hydrofoberen alvorens tot na-isolatie over te gaan.
”We zien een zeer trage uitharding van de lijmen bij koude temperaturen en een verhoogde relatieve luchtvochtigheid.”
In dat geval blijven de (na verloop van tijd) losgeraakte grafietparels immers in de spouw zitten.
“Spouwsluiting aan bovenzijde”met daarachter een aan te vinken blokje met
“ja”en een aan te vinken blokje met daarachter
“nee, nog te voorzien”. Alsmede “
Te dichten stootvoegen (spouwverluchting)”met daarachter eveneens twee aan te vinken blokjes met daarachter
“ja”respectievelijk
“nee”.Van de Bunt heeft niet weersproken dat zij dit vooropnameformulier heeft ontvangen, zodat zij had kunnen weten dat de spouw wel moest worden dichtgemaakt alvorens met na-isoleren te beginnen.
“Indien de spouw aan de bovenzijde open is (…), dient met erop toe te zien dat het vulmateriaal op deze plaats niet kan ontsnappen”. En voorts:
“Als men daarentegen merkt dat het opvullen op een bepaald punt veel meer tijd in beslag neemt dan elders, kan dit erop wijzen dat er via vooraf niet-ontdekte openingen isolatieproduct ontsnapt naar plaatsen, waar dit niet gewenst is.”
“Aan ventilatie-, afvoerkanalen en andere openingen in de spouwmuur (…) moet bijzondere aandacht worden besteed. Daar waar deze openingen in open verbinding met de spouw staan, moet de spouw ter plaatste van de openingen rondom met een daartoe geëigend materiaal worden afgedicht en moet een opening in het buitenspouwblad gemaakt worden; deze opening moet afgeschermd worden door een rooster of iets dergelijks (…).Toelichting: Het afdichten dient een tweeledig doel: enerzijds om te voorkomen dat de doorvoeropeningen door isolatiemateriaal worden verstopt en daardoor niet meer kunnen functioneren en anderzijds om te belemmeren dat langs geveldoorvoeren isolatiemateriaal zou kunnen uittreden”.Deze eisen worden gesteld aan het na-isoleren met gebonden EPS-schuimparels, waarvan hier sprake is.
Nu de koopovereenkomsten voor wat betreft de geleverde maar nog niet betaalde lijm zullen worden ontbonden, behoeft Van de Bunt voor de lijm niet meer te betalen. Maar dat moet zij wel voor de geleverde grafietparels.
Nu Van de Bunt in verzuim is ten aanzien van het geheel voldoen van de restant koopprijs, zijn de schriftelijke bruikleenovereenkomsten met betrekking tot de 2 vulpistolen op grond van het bepaalde in die overeenkomsten geëindigd en diende Van de Bunt de vulpistolen op straffe van een boete een werkdag na het eindigen van de bruikleenovereenkomsten aan Neopixels terug te geven.
“(…)op dinsdag 30 April 2019 zijn wij, in opdracht van Neopixels Insulation BV, bij van de Bunt Isolatietechniek in Putten geweest.Om 2 lijmdoseringen en 3 stuks Neopixels F1 vulpistolen van Neopixels op te halen.
De rechtbank zal de boete op verzoek van Van de Bunt echter matigen en wel tot nihil omdat de billijkheid dit klaarblijkelijk eist.
Daartoe is het volgende redengevend.
Volgens de eigen stellingen van Neopixels was Van de Bunt op 26 december 2018 in verzuim. Eerst op 30 april 2019 heeft Neopixels [betrokkene 3] bij Van de Bunt langs gestuurd om de vulpistolen op te halen. In plaats van dat Neopixels binnen bekwame tijd bij Van de Bunt reclameert over het niet meegeven van de vulpistolen, stuurt Neopixels pas op 26 september 2019 voormelde e-mail, die - zoals hiervoor reeds is overwogen - geen ingebrekestellende kracht heeft. Heel veel haast en daarmee belang om de drie vulpistolen terug te krijgen had Neopixels dan ook niet. Eerst bij dagvaarding van 15 oktober 2019 maakt Neopixels jegens Van de Bunt aanspraak op teruggave van de vulpistolen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Van de Bunt tijdig aan dit onderdeel van de oorspronkelijke vordering voldaan. Toepassing van het boetebeding zou in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leiden.
Het gaat hierbij om de onderdelen zoals kenbaar is uit productie 10 van Neopixels. Van de Bunt heeft in haar conclusie van dupliek aangevoerd dat hij de betreffende onderdelen, die van geringe importantie zijn, niet meer in zijn bezit heeft. Dit staat aan toewijzing van dit onderdeel van de vordering in de weg.
€ 10.426,00, aan Van de Bunt te betalen.
3.De beslissing
- € 6.232,71 (factuurnummer 187039) vanaf 27 december 2018;
- € 6.23271 (factuurnummer 187040, vanaf 28 december 2018;
- €. 5.430,48 (factuurnummer 187178 vanaf 13 januari 2019;
- €. 5.430,48 (factuurnummer 197241 vanaf 3 februari 2019;
- € 7.034,94 (factuurnummer 197260) vanaf 10 februari 2019;
- €. 5.430,48 (factuurnummer 197261 vanaf 11 februari 2019;