ECLI:NL:RBGEL:2022:6000

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 september 2022
Publicatiedatum
25 oktober 2022
Zaaknummer
08/176895-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van voormalig burgermedewerker van Defensie voor oplichting en valsheid in geschrifte met aanzienlijke benadelingsbedragen

Op 12 september 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een voormalig burgermedewerker van het Ministerie van Defensie, die werd beschuldigd van oplichting en valsheid in geschrifte. De verdachte, geboren in 1968, heeft gedurende een periode van meer dan twee jaar valse facturen ingediend bij zijn werkgever, wat resulteerde in een benadelingsbedrag van meer dan 150.000 euro. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, terwijl hij als adviseur bedrijfsvoering werkzaam was, op verschillende momenten valse facturen heeft ingediend, zowel op naam van bestaande bedrijven als op naam van door hem opgerichte eenmanszaken. De verdachte heeft gebruik gemaakt van zijn kennis van de interne processen van het Ministerie van Defensie om de kans op ontdekking te minimaliseren. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan meerdere feiten van oplichting en valsheid in geschrifte, en heeft een gevangenisstraf van 180 dagen opgelegd, waarvan 179 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 240 uur opgelegd en is de verdachte voor vijf jaar ontzet van het recht om voor de overheid te werken in een functie met financiële verantwoordelijkheid. De benadeelde partij, het Ministerie van Defensie, heeft een schadevergoeding van 144.725,18 euro toegewezen gekregen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 08/176895-20
Datum uitspraak : 12 september 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1968 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] .
Raadsvrouw: mr. P.M. Breukink, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen op 17 januari 2022 en 29 augustus 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 18 mei 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen meermalen
althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of
door een samenweefsel van verdichtsels,
aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] (hierna [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €35.658,95, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,
hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]
in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze
hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van
facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met
vorenomschreven oogmerk –zakelijk weergegeven-
- twintig (20), althans een aantal, (valse) facturen (pag. 106 t/m 126 van het procesdossier), met een totaal geldbedrag van €35.658, op naam van (een bestaand) bedrijf [naam 3] heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie en/of
- op voornoemde facturen (valselijk) de bestaande bedrijfsgegevens en/of het logo en/of de adresgegevens van [naam 3] heeft/hebben gebruikt en/of
- voornoemde bedrijfsgegevens heeft/hebben aangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4] ) vermeld en/of zijn, verdachtes, telefoonnummer en/of
- zich heeft/hebben voorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn/hun bedrijf was en/of
- heeft/hebben voorgedaan en/of doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld door en/of geleverd aan [naam 5] [adres 2] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en/of geleverd waren en/of
- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummer [nummer 2] en/of [nummer 3] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of
- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder €2000 heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk
zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,
waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van
Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 juni 2018 tot en met 04 augustus 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,
meermalen althans eenmaal
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of
door een samenweefsel van verdichtsels,
aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] (hierna [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €113.662,99, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,
hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]
in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze
hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van
facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met
vorenomschreven oogmerk –zakelijk weergegeven-
- het bedrijf eenmanszaak [naam 6] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen/brandstoffen aan het Ministerie van Defensie en/of
- op naam van het bedrijf [naam 6] een bankrekening met rekeningnummer
[nummer 4] heeft geopend en/of
- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was aan het [adres 3] , terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een leegstaand pand bevond en/of welk pand niet aan [naam 6] en/of verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde en/of was verhuurd en/of
- zich heeft/hebben voorgedaan alsof zijn/hun bedrijf goederen/brandstoffen
kon leveren en/of
- drieënzestig (63), althans een aantal, (valse) facturen (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier), met een totaal bedrag van €113.662,99 op naam van het bedrijf [naam 6] , heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie
en/of
- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummer [nummer 2] en/of [nummer 3] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of
- heeft/hebben voorgedaan/doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld en/of geleverd aan [naam 5] [adres 2] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en/of geleverd waren en/of
- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder €2000 heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk
zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,
waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van
Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 september 2019 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of
Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,
meermalen althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of
door een samenweefsel van verdichtsels,
aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
(hierna [naam 1] ) en/of het [naam 2] (hierna [naam 2] ) en/of het Ministerie van Defensie heeft bewogen tot de afgifte(s) van (een) geldbedragen van ongeveer (in totaal) €4041,24, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,
hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]
in de functie van adviseur bedrijfsvoering en/of vanuit deze
hoedanigheid bekend was met de werkwijze en/of het werkproces van de afhandeling van
facturen en/of de aan Defensie geleverde goederen en/of zijn medeverdachte met
vorenomschreven oogmerk –zakelijk weergegeven-
- het bedrijf eenmanszaak [naam 7] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen/brandstoffen aan het Ministerie van Defensie en/of
- op naam van het bedrijf [naam 7] een bankrekening met rekeningnummer [nummer 5]
heeft geopend en/of
- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was op het adres [adres 4] terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een voor verhuur beschikbaar/leegstaand pand bevond, en/of welk pand niet aan [naam 7] en/of verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde en/of was verhuurd en/of
- drie, althans een aantal, (valse) facturen (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier), met een totaal bedrag van €4.041,24 heeft/hebben ingediend bij [naam 2] , althans bij het Ministerie van Defensie en/of
- voornoemde facturen heeft/hebben voorzien van een unieke referentienummer [nummer 2] , welke bij verdachte en/of zijn medeverdachte, in kader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en/of
- heeft/hebben voorgedaan/doen voorkomen alsof de op de facturen genoemde/vermelde goederen zijn/waren besteld en/of geleverd aan [naam 8] [adres 5] , althans aan het Ministerie van Defensie, terwijl deze goederen in werkelijkheid niet
besteld en/of geleverd waren en/of
- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder €2000 heeft/hebben vermeld, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist/wisten dat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk
zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,
waardoor [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
en/of het [naam 2] en/of het Ministerie van
Defensie werd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland
meermalen, althans eenmaal,
één of meer geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te
weten (respectievelijk)
- twintig (20) facturen op naam van [naam 3] (pag. 106 t/m 125 van het procesdossier) en/of
- drieënzestig (63) facturen op naam van [naam 6] (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier) en/of
- vijf (5) facturen op naam van [naam 7] (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier),
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door (telkens) opzettelijk
valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)
- op voornoemde twintig (20) [naam 3] facturen (valselijk) de bestaande bedrijfsgegevens en/of het logo en/of de adresgegevens van [naam 3] heeft/hebben gebruikt en/of
- voornoemde bedrijfsgegevens aangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4] ) vermeld en/of zijn, verdachtes, telefoonnummer en/of
- zich heeft/hebben voorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn/hun bedrijf was en/of
- in/op die factu(u)r(en) vermeld/gesuggereerd dat [naam 3] aan [naam 5] [adres 2] en/of het Ministerie van Defensie goederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en/of [naam 10] en/of [naam 11] en/of [naam 12] ) zou hebben geleverd en/of
- in/op de voornoemde factu(u)r(en) van [naam 6] vermeld/gesuggereerd dat [naam 6] aan [naam 5] [adres 2] en/of het Ministerie van Defensie goederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en/of [naam 10] ) zou hebben geleverd
- in/op de voornoemde factu(u)r(en) van [naam 7] vermeld/gesuggereerd dat [naam 7] aan [naam 8] [adres 5] en/of het Ministerie van Defensie goederen ( [naam 13] en [naam 14] ) zou hebben geleverd,
zulks (telkens) opzettelijk met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/ of
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen
meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk van die valse en/of vervalste factu(u)r(en) gebruik heeft/hebben gemaakt, als ware die/dat geschrift(en) echt en/of onvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:
- het verzenden/factureren van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) aan het Ministerie van Defensie en/of
- het opnemen van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) in de eigen (verdachtes)administratie,
en/ of
(telkens) opzettelijk die valse en/of vervalste factu(u)r(en) voorhanden gehad, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die/dat factu(u)r(en) bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst;
5.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 09 april 2019 tot en met 12
september 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal,
één of meer geschrift(en) die/dat bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te
weten (respectievelijk)
- een prestatieverklaring/opleveringsverklaring met datum 09 april 2019 (pag. 79 van het procesdossier) en/of
- een bestelorder en/of inkoopbon met datum 21 februari 2019 (pag. 60 van
het procesdossier) en/of
- een huurovereenkomst met datum 12 september 2019 (pag. 431 t/m 437 van het procesdossier)
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)
- een eerder opgemaakte prestatieverklaring/opleveringsverklaring aan te passen en/of te wijzigen en/of te voorzien van de naam van de leverancier [naam 6] en/of het [naam 15] documentnummer [nummer 6] en/of het defensieordernummer en/of een omschrijving van de geleverde goederen (6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 10] en 6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 9] en/of de datum van 09/04/2019 en/of de naam en/of handtekening van [naam 16] , welke moest doorgaan voor de naam en/of handtekening van [naam 16] en/of
- een oude bestelorder en/of inkoop/bestelbon te wijzigen en/of aan te passen en/of te voorzien van de datum 21 februari 2019 en/of de bedrijfs- en/of adresgegevens van [naam 6] [adres 6] Nederland en/of het referentienummer [nummer 2] en/of de bestelde goederen 3 stuks art. [naam 10] transmissieolie en 8 stuks art. [naam 9]
Transmissieolie en/of
- een voorbeeld huurovereenkomst bedrijfsruimte te voorzien van de adresgegevens van het te (ver)huren pand aan de [adres 7] en/of van de bedrijfs- en/of adresgegevens van verhuurder [naam 17] vertegenwoordigd door [naam 18] en/of zijn, verdachtes, eigen bedrijfs- en/of adresgegevens van [naam 7] debiteurenbeheer en/of de ingangsdatum van 12 september 2019 en/of de datum en plaats van ondertekening 12 september 2019 te [plaatsnaam 1] en/of de naam en/of handtekening van verhuurder [naam 18] ,
welke moest doorgaan voor de naam en/of handtekening van verhuurder [naam 18] en/of zijn, verdachte, eigen naam en handtekening en/of parafering door verdachte op elke pagina,
zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/ of
(telkens) opzettelijk van die valse en/of vervalste prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/of bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of huurovereenkomst gebruik gemaakt, als ware die/dat geschrift(en) echten/of onvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:
- de prestatieverklaring/opleveringsverklaring aan/bij het [naam 2] ( [naam 2] ) en/of
- de bestelorder en/of inkoop/bestelbon aan/bij [naam 19] en/of [naam 20] ter attentie van de heer [naam 19] en/of
- de huurovereenkomst aan/bij de Kamer van Koophandel
te verzenden en/of toe te zenden en/of in te dienen en/of af te leveren teneinde aan te tonen dat de goederen op de factuur van [naam 6] d.d. 21 februari 2019 door aanvrager zijn besteld en ontvangen en/of dat [naam 7] debiteurenbeheer gevestigd was in het pand aan [adres 7] en/of het opnemen van die (valse/vervalste) factu(u)r(en) in de eigen (verdachtes) administratie
en/of
(telkens) opzettelijk die valse en/of vervalste prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of huurovereenkomst voorhanden gehad, terwijl
verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die/dat prestatieverklaring/opleveringsverklaring en/of bestelorder en/of inkoop/bestelbon en/of
huurovereenkomst bestemd was/waren voor gebruik als ware het/zij echt en onvervalst.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen bewijsverweren gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van aangifte acquisitiefraude van [aangever] , p. 103 tot en met p. 105, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van bevindingen bankrekening [nummer 7] , p. 185-1 tot en met p. 185-8;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.
Ten aanzien van feit 2:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 048 tot en met p. 054, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van bevindingen verstrekking uit handelsregister, p. 139;
  • het proces-verbaal van bevindingen bankrekeningen [nummer 8] , [nummer 9] en [nummer 10] , p. 150 tot en met p. 162;
  • het proces-verbaal van bevindingen bankrekening [nummer 7] , p. 185-1 tot en met p. 185-8;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.
Ten aanzien van feit 3:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van aangifte van acquisitiefraude van [aangever] , p. 095 tot en met p. 096, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van bevindingen verstrekking uit handelsregister, p. 139;
  • het proces-verbaal van bevindingen bankrekeningen [nummer 8] , [nummer 9] en [nummer 10] , p. 150 tot en met p. 162;
  • het proces-verbaal van bevindingen met betrekking tot facturen [naam 7] , p. 186 tot en met p. 187;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.
Ten aanzien van feit 4:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van aangifte acquisititiefraude van [aangever] , p. 103 tot en met p. 105, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 048 tot en met p. 054, met bijlagen;
  • het proces-verbaal van aangifte van acquisitiefraude van [aangever] , p. 095 tot en met p. 096, met bijlagen;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.
Ten aanzien van feit 5:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van aangifte acquisititiefraude van [aangever] , p. 103 tot en met p. 105, met bijlagen;
  • het proces-verbaal met betrekking tot Defensie mail van [verdachte] , p. 144 tot en met p. 145;
  • het proces-verbaal bevindingen valse huurovereenkomst [adres 7] , p. 191 tot en met p. 193;
  • het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 16] , p. 349 tot en met p. 351;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 29 augustus 2022.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 01 augustus 2017 tot en met 18 mei 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen
en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleenmeermalen
althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/of
door een samenweefsel van verdichtsels,
aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
(hierna [naam 1] ) en/ofhet [naam 2] (hierna [naam 2] )
en/of het Ministerie van Defensieheeft bewogen tot de afgifte(s) van
(een)geldbedragen van
ongeveer(in totaal) €35.658,95,
althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,
hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]
in de functie van adviseur bedrijfsvoering en
/ofvanuit deze
hoedanigheid bekend was met de werkwijze en
/ofhet werkproces van de afhandeling van
facturen en
/ofde aan Defensie geleverde goederen en
/of zijn medeverdachtemet
vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –
- twintig (20)
, althans een aantal, (valse
)facturen (pag. 106 t/m 126 van het procesdossier), met een totaal geldbedrag van €35.658, op naam van
(een bestaand
)bedrijf [naam 3] heeft
/hebbeningediend bij [naam 2]
, althans bij het Ministerie van Defensieen
/of
- op voornoemde facturen
(valselijk
)de bestaande bedrijfsgegevens en
/ofhet logo en
/ofde adresgegevens van [naam 3] heeft
/hebbengebruikt en
/of
- voornoemde bedrijfsgegevens heeft
/hebbenaangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4]
)vermeld en
/of zijnhaar, verdachtes,telefoonnummer en
/of
- zich heeft
/hebbenvoorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn
/hunbedrijf was en
/of
- heeft
/hebbenvoorgedaan en
/ofdoen voorkomen alsof de op de facturen genoemde
/vermeldegoederen
zijn/waren besteld door en
/ofgeleverd aan [naam 5] [adres 2]
, althans aan het Ministerie van Defensie,terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en
/ofgeleverd waren en
/of
- voornoemde facturen heeft
/hebbenvoorzien van
eenunieke referentienummer
s[nummer 2]
en/of [nummer 3] , welke bij verdachte
en/of zijn medeverdachte,in kader van zijn functie bekend
waswarenals algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en
/of
- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder € 2.000,- heeft
/hebbenvermeld, terwijl verdachte
en/of zijn medeverdachtewist
/wistendat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk
zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,
waardoor
[aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
en/ofhet [naam 2]
en/of het Ministerie van
Defensiewerd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);
2.
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 18 juni 2018 tot en met 04 augustus 2019 te Warnsveld,
gemeente Zutphen en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,
meermalen
althans eenmaal
(telkens) met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/of
door een samenweefsel van verdichtsels,
aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
(hierna [naam 1] ) en/ofhet [naam 2]
) en/of het Ministerie van Defensieheeft bewogen tot de afgifte
(s
)van
(een)geldbedragen van
ongeveer(in totaal) €113.662,99,
althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,
hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]
in de functie van adviseur bedrijfsvoering en
/ofvanuit deze
hoedanigheid bekend was met de werkwijze en
/ofhet werkproces van de afhandeling van
facturen en
/ofde aan Defensie geleverde goederen en
/of zijn medeverdachtemet
vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –
- het bedrijf eenmanszaak [naam 6] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen
/brandstoffenaan het Ministerie van Defensie en
/of
- op naam van het bedrijf Sell
oOlie een bankrekening met rekeningnummer
[nummer 4] heeft geopend en
/of
- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was aan het [adres 3] , terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een leegstaand pand bevond en
/ofwelk pand niet aan Sell
oOlie
en/of verdachte
en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
en/of was verhuurd en
/of
- zich heeft
/hebbenvoorgedaan alsof zijn
/hunbedrijf goederen
/brandstoffen
kon leveren en
/of
- drieënzestig (63)
, althans een aantal, (valse
)facturen (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier), met een totaal bedrag van €113.662,99 op naam van het bedrijf [naam 6] , heeft
/hebbeningediend bij [naam 2]
, althans bij het Ministerie van Defensie
en
/of
- voornoemde facturen heeft
/hebbenvoorzien van
eenunieke referentienummer
s[nummer 2]
en/of [nummer 3] , welke bij verdachte
en/of zijn medeverdachte,in kader van zijn functie bekend
waswarenals algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en
/of
- heeft
/hebbenvoorgedaan
/doen voorkomenalsof de op de facturen genoemde
/vermeldegoederen
zijn/waren besteld en
/ofgeleverd aan [naam 5] [adres 2]
, althans aan het Ministerie van Defensie,terwijl deze goederen in werkelijkheid niet besteld en
/ofgeleverd waren en
/of
- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder € 2.000,- heeft
/hebbenvermeld, terwijl verdachte
en/of zijn medeverdachtewist
/wistendat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk
zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,
waardoor
[aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
en/ofhet [naam 2]
en/of het Ministerie van
Defensiewerd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);
3.
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 04 september 2019 tot en met 28
november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen
en/of Bathmen, gemeente Deventer, en/of
Kerkrade, gemeente Kerkrade, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen,
meermalen
althans eenmaal,
(telkens) met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door het
aannemen van
een valse naam en/ofeen valse hoedanigheid en
/ofdoor listige kunstgrepen en
/of
door een samenweefsel van verdichtsels,
aangever [aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
(hierna [naam 1] ) en/of[naam 2]
en/of het Ministerie van Defensieheeft bewogen tot de afgifte
(s
)van
(een)geldbedragen van ongeveer (in totaal) €4.041,24,
althans een geldbedrag, in elk geval enig goed,
hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij werkzaam was als burgermedewerker bij [naam 1]
in de functie van adviseur bedrijfsvoering en
/ofvanuit deze
hoedanigheid bekend was met de werkwijze en
/ofhet werkproces van de afhandeling van
facturen en
/ofde aan Defensie geleverde goederen en
/of zijn medeverdachtemet
vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven –
- het bedrijf eenmanszaak [naam 7] heeft opgericht ten behoeve van de levering van goederen
/brandstoffenaan het Ministerie van Defensie en
/of
- op naam van het bedrijf [naam 7] een bankrekening met rekeningnummer [nummer 12] heeft geopend en
/of
- doen voorkomen dat het bedrijf gevestigd was op het adres [adres 4] terwijl in werkelijkheid zich op dit adres een voor verhuur beschikbaar
/leegstaandpand bevond, en
/ofwelk pand niet aan [naam 7]
en/of verdachte
en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
en/of was verhuurd en
/of
- drie
, althans een aantal, (valse
)facturen (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier), met een totaal bedrag van € 4.041,24 heeft
/hebbeningediend bij [naam 2]
, althans bij het Ministerie van Defensieen
/of
- voornoemde facturen heeft
/hebbenvoorzien van een uniek
ereferentienummer [nummer 2] , welke bij verdachte
en/of zijn medeverdachte, in
hetkader van zijn functie bekend was als algemene stelpost voor incidentele aankoop van gassen en
/of
- heeft
/hebbenvoorgedaan
/doen voorkomenalsof de op de facturen genoemde
/vermeldegoederen
zijn/waren besteld en
/ofgeleverd aan [naam 8] [adres 5]
, althans aan het Ministerie van Defensie,terwijl deze goederen in werkelijkheid niet
besteld en
/ofgeleverd waren en
/of
- factuurbedragen op voornoemde facturen van onder € 2.000,- heeft
/hebbenvermeld, terwijl verdachte
en/of zijn medeverdachtewist
/wistendat deze facturen geen controle middels een prestatieverklaring (formulier waarop aanvrager c.q. ontvanger van de goederen middels een ondertekening kan worden aangetoond of de op de factuur vermelde goederen daadwerkelijk
zijn besteld en ontvangen) behoefden, dan wel niet werden gecontroleerd,
waardoor
[aangever] (plaatsvervangend commandant), namens [naam 1]
en/ofhet [naam 2]
en/of het Ministerie van
Defensiewerd bewogen tot bovengenoemde afgifte(s);
4.
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen,
althans in Nederland
meermalen,
althans eenmaal,
één ofmeer geschrift
(en
)die
/datbestemd
was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te
weten (respectievelijk)
- twintig (20) facturen op naam van [naam 3] (pag. 106 t/m 125 van het procesdossier) en
/of
- drieënzestig (63) facturen op naam van [naam 6] (pag. 252 t/m 314 van het procesdossier) en
/of
- vijf (5) facturen op naam van [naam 7] (pag. 188 t/m 190 van het procesdossier),
valselijk heeft opgemaakt
en/of heeft vervalst, door (telkens) opzettelijk
valselijk en
/ofin strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)
- op voornoemde twintig (20) [naam 3] facturen (valselijk) de bestaande bedrijfsgegevens en
/ofhet logo en
/ofde adresgegevens van [naam 3] heeft
/hebbengebruikt en
/of
- voornoemde bedrijfsgegevens aangepast door deze te voorzien van bankrekeningnummer [nummer 1] (toebehorende aan tenaamgestelde [naam 4] )
vermelden
/of zijnhaar, verdachtes,telefoonnummer en
/of
- zich heeft
/hebbenvoorgedaan als dan wel doen voorkomen dat [naam 3] zijn
/hunbedrijf was en
/of
- in
/opdie factu
(u)r
(en
)vermeld
/gesuggereerddat [naam 3] aan [naam 5] [adres 2]
en/of het Ministerie van Defensiegoederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en
/of[naam 10] en
/of[naam 11] en
/of[naam 12] ) zou hebben geleverd en
/of
- in
/opde voornoemde factu
(u)r
(en
)van [naam 6] vermeld
/gesuggereerddat [naam 6] aan [naam 5] [adres 2]
en/of het Ministerie van Defensiegoederen (transmissie olie van de merken [naam 9] en
/of[naam 10] ) zou hebben geleverd
- in
/opde voornoemde factu
(u)r
(en
)van [naam 7] vermeld
/gesuggereerddat [naam 7] aan [naam 8] [adres 5]
en/of het Ministerie van Defensiegoederen ( [naam 13] en [naam 14] ) zou hebben geleverd,
zulks (telkens) opzettelijk met het oogmerk om die
/datgeschrift
(en
)als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en
/ of
hij op
één ofmeer tijdstip(pen) in
of omstreeksde periode van 01 augustus 2017 tot en met 28 november 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen of een ander, althans alleen
meermalen
, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk van die valse en
/ofvervalste factu
(u)r
(en
)gebruik heeft
/hebbengemaakt, als ware die
/datgeschrift
(en
)echt en
/of onvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:
- het verzenden
/facturerenvan die
(valse/vervalste
)factu
(u)r
(en
)aan het Ministerie van Defensie en
/of
- het opnemen van die
(valse/vervalste
)factu
(u)r
(en
)in de eigen (verdachtes)administratie,
en
/ of
(telkens) opzettelijk die valse en
/ofvervalste factu
(u)r
(en
)voorhanden gehad, terwijl verdachte
en/of zijn medeverdachtewist
(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoedendat die
/datfactu
(u)r
(en
)bestemd
was/waren voor gebruik als ware
het/zij echt en onvervalst;
5.
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 09 april 2019 tot en met 12 september 2019 te Warnsveld, gemeente Zutphen
, althans in Nederland,
meermalen
, althans eenmaal,
één of meergeschrift(en) die
/datbestemd
was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te
weten (respectievelijk)
- een prestatieverklaring
/opleveringsverklaringmet datum 09 april 2019 (pag. 79 van het procesdossier) en
/of
- een
bestelorder en/ofinkoopbon met datum 21 februari 2019 (pag. 60 van
het procesdossier) en
/of
- een huurovereenkomst met datum 12 september 2019 (pag. 431 t/m 437 van het procesdossier)
valselijk heeft opgemaakt en/ofheeft vervalst, door opzettelijk valselijk en
/ofin strijd met de waarheid (zakelijk weergegeven)(respectievelijk)
- een eerder opgemaakte prestatieverklaring
/opleveringsverklaringaan te passen en
/of te wijzigen en/ofte voorzien van de naam van de leverancier [naam 6] en
/ofhet [naam 15] documentnummer [nummer 6] en
/ofhet defensieordernummer en
/ofeen omschrijving van de geleverde goederen (6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 10] en 6 st Transmissie olie 25Ltr [naam 9] en
/ofde datum van 09/04/2019 en
/ofde naam en
/ofhandtekening van [naam 16] , welke moest doorgaan voor de naam en
/ofhandtekening van [naam 16] en
/of
- een oude
bestelorder en/ofinkoop
/bestelbon te wijzigen en
/of aan te passen en/ofte voorzien van de datum 21 februari 2019 en
/ofde bedrijfs- en
/ofadresgegevens van [naam 6] [adres 6] Nederland en
/ofhet referentienummer [nummer 2] en
/ofde bestelde goederen 3 stuks art. [naam 10] transmissieolie en 8 stuks art. [naam 9]
Transmissieolie en
/of
- een voorbeeld huurovereenkomst bedrijfsruimte te voorzien van de adresgegevens van het te (ver)huren pand aan de [adres 7] en
/ofvan de bedrijfs- en
/ofadresgegevens van verhuurder [naam 17] vertegenwoordigd door [naam 18] en
/ofzijn, verdachtes, eigen
bedrijfs- en/ofadresgegevens van [naam 7] debiteurenbeheer en
/ofde ingangsdatum van 12 september 2019 en
/ofde datum en plaats van ondertekening 12 september 2019 te [plaatsnaam 2] en
/ofde naam en
/ofhandtekening van verhuurder [naam 18] ,
welke moest doorgaan voor de naam en
/ofhandtekening van verhuurder [naam 18] en
/ofzijn, verdachte, eigen naam en handtekening en
/ofparafering door verdachte op elke pagina,
zulks (telkens) met het oogmerk om die
/datgeschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en
/ of
(telkens) opzettelijk van die
valse en/ofvervalste prestatieverklaring
/opleveringsverklaringen
/of bestelorder en/ofinkoop
/bestelbon en
/ofhuurovereenkomst gebruik gemaakt, als ware die
/datgeschrift
(en
)echt en
/ofonvervalst, en welk gebruikmaken (telkens) bestond uit:
- de prestatieverklaring
/opleveringsverklaringaan
/bijhet
[naam 2] ([naam 2]
)en
/of
- de
bestelorder en/ofinkoop
/bestelbon aan
/bij[naam 19] en
/of[naam 20] ter attentie van de heer [naam 19] en
/of
- de huurovereenkomst aan
/bij de Kamer van Koophandel
te verzenden
en/of toe te zenden en/of in te dienen en/of af te leverenteneinde aan te tonen dat de goederen op de factuur van [naam 6] d.d. 21 februari 2019 door aanvrager zijn besteld en ontvangen en
/ofdat [naam 7] debiteurenbeheer gevestigd was in het pand aan [adres 7] en
/ofhet opnemen van die
(valse/vervalste
)factu
(u)r
(en
)in de eigen (verdachtes) administratie
en
/of
(telkens) opzettelijk die
valse en/ofvervalste prestatieverklaring
/opleveringsverklaringen
/ofbestelorder en/ofinkoop
/bestelbon en
/ofhuurovereenkomst voorhanden gehad, terwijl
verdachte wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat die
/datprestatieverklaring
/opleveringsverklaringen
/of bestelorder en/ofinkoop
/bestelbon en
/of
huurovereenkomst bestemd
was/waren voor gebruik als ware
het/zij echt en onvervalst.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
oplichting, meermalen gepleegd
feit 2:
oplichting, meermalen gepleegd
feit 3:
oplichting, meermalen gepleegd
feit 4:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd
feit 5:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden met aftrek van voorarrest, waarvan vier maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van drie jaar. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf wil de officier van justitie de bijzondere voorwaarden koppelen die de Reclassering heeft geadviseerd.
Het standpunt van de verdediging
De raadvrouw heeft bepleit dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte is als burgermedewerker werkzaam geweest bij het Ministerie van Defensie. Uit hoofde van zijn functie wist hij hoe binnen het Ministerie van Defensie de betaling van facturen en de controle daarop plaatsvond. Nadat er vanwege schulden loonbeslag op het salaris van verdachte werd gelegd, heeft hij facturen van het bestaande bedrijf [naam 3] vervalst en daarop het bankrekeningnummer van zijn vrouw vermeld, om daarmee de kans op ontdekking van de oplichting te verkleinen. Hij heeft deze facturen vervolgens ingediend bij zijn werkgever. Verdachte heeft zijn werkgever op deze manier € 35.658,95 laten overmaken op de bankrekening van zijn vrouw. Nadat de kans op ontdekking van deze oplichting toenam als gevolg van de invoering van de IBAN-naamcheck, heeft verdachte met geen ander doel dan het voortzetten van zijn oplichtingspraktijken een eigen bedrijf opgericht en namens dat bedrijf opnieuw valse facturen ingediend bij Defensie. Hij heeft Defensie vervolgens in totaal voor een bedrag van € 113.662,99 laten overmaken op de rekening van dit bedrijf en boekte het geld vervolgens naar privérekeningen. Nadat dit in de zomer van 2019 aan het licht kwam en verdachte door zijn werkgever werd geschorst, is verdachte nóg doorgegaan met zijn oplichtingspraktijken. Hij heeft opnieuw een bedrijf opgericht en ook namens dat bedrijf valse facturen ingediend bij Defensie waarna een bedrag van in totaal € 4.041,24 aan hem is overgemaakt. Verdachte heeft niet alleen facturen vervalst en valse facturen opgesteld. Om de kans op ontdekking van de oplichting te verkleinen, heeft hij onder meer een prestatieverklaring en een inkoopbon vervalst en een valse huurovereenkomst opgemaakt. Het geld dat verdachte en zijn vrouw op deze manier uitbetaald kregen, hebben zij onder meer gebruikt voor vakanties en etentjes. Met deze handelswijze heeft verdachte het vertrouwen dat zijn werkgever in hem had en dat van zijn directe collega’s ernstig beschaamd en misbruik gemaakt van overheidsgeld. Hoewel hij zich gedurende de periode dat de bewezenverklaarde feiten plaatsvonden meermaals heeft beseft dat hij verkeerd handelde, heeft hij toch steeds opnieuw gekozen voor bevrediging van zijn eigen behoefte aan geld en heeft hij zelfs toen hij geschorst thuis zat, nog geprobeerd de fraude door te zetten. Bij dergelijke feiten past in beginsel de oplegging van een (gedeeltelijk) onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De persoon van de verdachteDe rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoon van de verdachte. Hierbij is gebleken dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Daarnaast heeft verdachte tijdens het onderzoek openheid van zaken gegeven en heeft hij spijt betuigd voor zijn gedragingen. Deze spijtbetuiging komt op de rechtbank oprecht over. De rechtbank weegt dat mee in het voordeel van verdachte. Tijdens de zitting is gebleken dat verdachte inmiddels een baan elders heeft en met hulp van een bewindvoerder succesvol werkt aan het aflossen van zijn schulden. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het tijdsverloop.
Advies van de reclasseringDe rechtbank heeft verder gelet op het rapport van de reclassering van 30 augustus 2021. Daarin staat onder meer dat aan het handelen van verdachte zowel een gebrek aan financiële vaardigheden als aan moreel besef en eigenaarschap van persoonlijke problemen ten grondslag lijkt te liggen. Volgens de reclassering is het inzicht van verdachte beperkt als het gaat om zijn eigen aandeel in de feiten en hoe die in de toekomst te voorkomen. De reclassering ziet wel mogelijkheden tot gedragsverandering en recidivevermindering, omdat verdachte leerbaar en gemotiveerd is om zijn (financiële) vaardigheden en inzicht te ontwikkelen. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld en adviseert om verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen. Aan dat voorwaardelijke deel adviseert de reclassering de voorwaarden meldplicht bij de reclassering, ambulante begeleiding en meewerken aan schuldhulpverlening te koppelen. De reclassering adviseert ook om verdachte een beroepsverbod op te leggen.
Straf
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen en op het belang dat verdachte heeft bij het behoud van zijn baan om zijn schulden af te lossen en de door hem veroorzaakte schade aan het Ministerie van Defensie te vergoeden, zal de rechtbank in dit geval geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Blijkens het reclasseringsrapport en wat er ter terechtzitting aan de orde is gekomen heeft verdachte zijn leven inmiddels weer goed op de rit. Een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou deze ingezette positieve ontwikkeling doorkruisen. De rechtbank acht dan ook passend een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 179 dagen voorwaardelijk en met aftrek van het voorarrest. Aan het voorwaardelijke deel van deze gevangenisstraf verbindt de rechtbank een proeftijd van drie jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Daarnaast acht de rechtbank de oplegging van een taakstraf van 240 uur aangewezen en passend.
BeroepsverbodVanwege de aard, omvang en de duur van de bewezenverklaarde feiten, zal de rechtbank daarnaast als bijkomende straf aan verdachte een beroepsverbod opleggen inhoudende een ontzetting van het recht om voor de overheid te werken in een functie met financiële verantwoordelijkheid voor de duur van vijf jaar.

8.8. De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij het Ministerie van Defensie heeft in verband met de ten laste gelegde feiten een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 153.363,18 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden toegewezen met toekenning van de wettelijke rente, maar zonder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Overweging van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij materiële schade heeft geleden en deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De rechtbank ziet echter aanleiding het gevorderde bedrag te matigen tot een bedrag van € 144.725,18. De reden hiervan is dat de benadeelde partij een onderdeel vormt van de Nederlandse Staat en dat het resterende deel van € 8.638,00 door reeds anderszins aan de Staat (Belastingdienst) is of zal moeten worden voldaan, hetgeen ter zitting is gebleken. De vordering zal daarom worden toegewezen voor een bedrag van € 144.725,18 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2018 over € 35.658,95 daarvan en de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2019 over de resterende € 109.066,23. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal niet de schadevergoedingsmaatregel opleggen. De benadeelde partij is onderdeel van de overheid en kan in staat worden geacht het toegekende bedrag zelf te incasseren. De daarmee te maken kosten zijn naar verwachting niet onevenredig hoog in relatie tot het toegekende bedrag en verdachte zal worden veroordeeld in betaling van deze kosten. Hierbij komt dat de verdachte een vaste woon- en verblijfplaats in Nederland en een baan heeft. Ook heeft hij - zoals door de benadeelde partij ook is erkend - reeds buiten rechte contact gezocht en een concreet en niet op voorhand als irreëel te betitelen voorstel voor een afbetalingsregeling aan de benadeelde partij gedaan. Het is daarom niet aannemelijk dat de verdachte zich aan zijn betalingsverplichtingen zal willen onttrekken of slechts na dreiging met hechtenis tot betaling zal overgaan. Bovendien is gelet op de financiële positie van verdachte niet te verwachten dat het verschuldigde binnen afzienbare termijn zal zijn voldaan. Sterker nog, te verwachten is dat betaling jaren zal vergen.
Veroordeling in de kosten
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vorderingen heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 28, 31, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
180 dagen;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
179 dagen, niet ten uitvoerzal worden
gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering
Nederland op het adres Houtwal 16-A te Zutphen. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
- verdachte laat zich behandelen door GGNet of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra geïndiceerd door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
- verdachte werkt waar de reclassering dat nodig vindt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
• stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
  • beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • legt op een

ontzetverdachte
uit het recht tot de uitoefening van een beroep voor de overheid in een functie met financiële verantwoordelijkheidvoor de duur van
5 jaren.
Ten aanzien van de civiele vordering
  • veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij het Ministerie van Defensie van € 144.725,18 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2018 over een deel van € 35.658,95 van dit bedrag en de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2019 over het resterende deel van € 109,066,23 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
 verklaart de benadeelde partij het Ministerie van Defensie voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 bepaalt dat indien en voor zover de medeverdachte (een deel van) het betreffende schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Duifhuizen (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van D.P.H. Snellink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 september 2022.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , beiden wachtmeester der 1e klasse en werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer [nummer 11] , gesloten op 10 juni 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.