ECLI:NL:RBGEL:2022:5893

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 oktober 2022
Publicatiedatum
18 oktober 2022
Zaaknummer
C/05/388819 / HA ZA 21-278
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van een technisch adviseur bij tekortkomingen in de advisering over een bouwproject

In deze zaak vordert de eiseres, een vastgoedontwikkelaar, schadevergoeding van de gedaagde, een ingenieurs- en adviesbureau, wegens tekortkomingen in de advisering met betrekking tot de herontwikkeling van een voormalige kazerne. De eiseres stelt dat de gedaagde onjuist en onvolledig heeft geadviseerd over de staat van de dakpannen, de constructie en de brandveiligheid, wat heeft geleid tot vertraging en extra kosten. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de overeenkomst van opdracht en de toepasselijke juridische normen. De rechtbank concludeert dat de gedaagde niet tekort is geschoten in haar verplichtingen. De eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat de gedaagde fouten heeft gemaakt in haar advisering. De rechtbank wijst de vorderingen van de eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de zorgplicht van de adviseur en de noodzaak voor de opdrachtgever om adequaat te reageren op adviezen en bevindingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/388819 / HA ZA 21-278
Vonnis van 19 oktober 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. P.G.M. Brouwer te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.M.H.W. Bindels te Arnhem.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 september 2021
  • de akte van [eiseres] met producties 14 en 17, ingekomen 2 februari 2022
  • het verkort proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 februari 2022
  • het bericht van [gedaagde] waarin vonnis wordt gevraagd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is een vastgoedontwikkelaar en heeft de voormalige [naam kazerne] herontwikkeld. Deze voormalige kazerne is gerenoveerd en omgebouwd tot een wooncomplex, bestaande uit 42 woningen, waaronder herenhuizen, appartementen en penthouses, een loftwoning en een residentiewoning.
2.2.
[gedaagde] is een ingenieurs- en adviesbureau.
2.3.
[eiseres] heeft [gedaagde] ingeschakeld en als technisch adviseur betrokken bij de herontwikkeling van de [naam kazerne] . Voor de uitvoering van de (ver)bouwwerkzaamheden heeft [eiseres] de aannemer [aannemer] (hierna: [aannemer] ) ingeschakeld.
2.4.
[gedaagde] heeft op 20 december 2016 aan [eiseres] een concept offerte toegezonden. [gedaagde] heeft op 1 februari 2017 aan [eiseres] haar definitieve offerte toegezonden. In deze offerte is – voor zover relevant – het volgende vermeld:

Bijlage 1 Specificatie Advieswerkzaamheden
Uw project
Uw project betreft de transformatie van de [naam kazerne] naar luxueuze woningen en appartementen. (…) Het project is een gemeentelijk monument, met bijzondere karakteristieken, zoals prachtige trappenhuizen, entrees, toneelzaal en het typische geheel betonnen kapconstructie op een deel van bouwdeel. Het project bestaat uit een aantal fases (fase 1 t/m 3) Deze offerte bevat enkel de werkzaamheden voor fase 1 (transformatie kazerne) en fase 2 (de half verdiepte parkeergarage, gerealiseerd boven het grondwaterpeil).
(…)
Aanpak
Er is een korte looptijd voorgesteld door u voor dit project. Om dit haalbaar te maken werken wij doelgericht volgens de [gedaagde] - integrale werkmethodiek. Dit betekent dat er niet gewerkt zal worden volgens de gebruikelijk fasering van een Voorlopig Ontwerp en een Definitief Ontwerp.
Het eerste doel is de indiening van de omgevingsvergunning. Onze insteek is om hier direct naar toe te werken, waarbij goed gelet gaat worden wat daadwerkelijk nodig is voor de omgevingsvergunning.
(…)
Voor het constructieve ontwerp wordt voor de bestaande bouw een pragmatische aanpak gehanteerd. Bij de aanpassingen zal op een tekening de oude situatie en nieuwe informatie worden gegeven. Met daarbij maximaal beschikbare informatie om het werk te kunnen maken. (…) Uitgangspunt voor onze werkzaamheden is dat het casco van goede kwaliteit is.
Parallel hieraan zal er een kwaliteitsopname plaatsvinden. Hierbij zullen onze experts op het gebied van oude gebouwen de kwaliteit van de verschillende gebouwdelen op papier zetten. Zo wordt voor u inzichtelijk gemaakt wat de technische levensduur is van de verschillende gebouwonderdelen. Op basis hiervan kunt u beslissen welke delen vervangen, hersteld of hergebruikt kunnen worden.
Na de indiening van de omgevingsvergunning vindt de bouwvoorbereiding plaats. Het ontwerp zal verder uitgewerkt worden in een technisch ontwerp waarin vooral de principe uitgangspunten worden opgenomen. Er zal geen bestek gemaakt worden.
(…)
Takenlijst [gedaagde]
Tenderwerkzaamheden
Fase 1 tot Omgevingsvergunning
Bestaande bebouwing
kwaliteitsopname gebouw
De technische staat van het gebouw wordt in woord en beeld vastgelegd. Gebreken en noodzakelijke
ingrepen of aanpassingen worden daarbij gekwantificeerd.
(…)
brandveiligheid
Ontwikkelen advies brandveiligheid
- opstellen materiaalspecificaties met betrekking tot brandveiligheid
- opstellen/controle brandcompartimentering
- opstellen/controle subbrandcompartimentering
- opstellen/controle rookcompartimentering
- opstellen/controle vluchtroutes
- opstellen/controle voorzieningen voor beperken ongevallen en bestrijding
Het uitvoeren van berekeningen en studies tbv aanvraag reguliere bouwvergunning
- brandoverslagberekeningen
- grote brandcompartimenten: onderzoek/rapportage beheersbaarheid van brand
constructie
Maken Definitief Ontwerp Constructies
- uitwerken hoofdopzet Constructies: maatregelen voor de transformatie van de oude Kazerne naar woningen en appartementen
- maken ontwerpberekeningen Constructies
- maken Definitief Ontwerp Constructies
- het verwerken van wijzigingen door toedoen van andere bouwpartners of derden, voor zover dit in de uitwerking van tekeningen en berekeningen reeds verricht werk niet tenietdoet
(…)”
2.5.
Op 6 februari 2017 heeft [gedaagde] een definitieve Rapportage Herontwikkeling [naam kazerne] , Kwaliteitsopname (hierna: de kwaliteitsopname) aan [eiseres] uitgebracht. De kwaliteitsopname heeft – voor zover relevant – de volgende inhoud:

1. Inleiding
Onderdeel van het ontwerptraject voor de [naam kazerne] is de kwaliteitsopname. Deze opname is parallel uitgevoerd aan het ontwerptraject en voorbereiding documenten voor de omgevingsvergunning. In deze rapportage zijn de bevindingen van de kwaliteitsopname opgenomen. (…)
1.1.
Doel van het onderzoek
Het doel van de kwaliteitsopname is het vastleggen van de bestaande technische kwaliteit en prestatie van bouwdelen. Deze vastlegging vormt een onderdeel van de basis waarop de betrokken aannemer zijn prijs baseert.
Mogelijke kansen voor ontwerpaanpassingen worden benoemd.
Daarnaast is getoetst per onderdeel of aan de te verstrekken garantie van het Waarborg Garantie- en waarborgregeling Transformatie 2012 kan worden voldaan.
1.2.
Onderzoeksmethode
De bouwdelen zijn visueel geïnspecteerd vanaf maaiveld, vanuit een hoogwerker en inpandig. Daarnaast zijn op meerdere locaties knieschotten, zijwangen van dakkapellen en plafonds verwijderd. Alle buitenkozijnen zijn aan de binnenzijde geïnspecteerd. Alle dakkapellen zijn aan de binnen- en buitenzijde geïnspecteerd.
Met behulp van een hoogwerker zijn de goten, dakafwerking en dakkapellen nader onderzocht. Beoordeling van overige bouwdelen is gebaseerd op een steekproefsgewijze inspectie.
1.2.1.
Beschrijving omvang waarnemingen
In deze rapportage wordt de omvang van waargenomen gebreken aangeduid met termen uit de NEN 2767-1 “Conditiemeting van bouw- en installatiedelen - Deel 1: Methodiek”. In onderstaande tabel worden deze termen toegelicht.
omvang
grootte t.o.v. totaal
terminologie
omvang 1
< 2 %
Het gebrek komt
incidenteelvoor
omvang 2
2 % - 10 %
Het gebrek komt
plaatselijkvoor
omvang 3
10 % - 30 %
Het gebrek komt
regelmatigvoor
omvang 4
30 % - 70 %
Het gebrek komt
aanzienlijkvoor
omvang 5
> 70 %
Het gebrek komt
algemeenvoor
(…)
1.2.2.
Verwachte restlevensduur bouwdelen
De restlevensduurverwachting van het betreffende bouwelement wordt ingeschat op basis van waargenomen gebreken en ouderdom van de bouwdelen.
1.1.
Uitgangspunten
De volgende relevante uitgangspunten in ontwerpfase worden gehanteerd:
- Minimale ingrepen in de gebouwschil.
- Voldoen aan Bouwbesluit Nieuwbouw waar mogelijk.
- Voldoen aan Waarborgfonds garanties.
Tijdens overleg zijn een aantal uitgangspunten (UGP) voor uitvoering bepaald. Deze uitgangspunten zijn cursief en blauw weergegeven.

2.Waarnemingen en analyse Bouwdeelniveau

In dit hoofdstuk worden op bouwdeel niveau de waarnemingen beschreven. Per bouwdeel zijn de volgende aspecten behandeld:
- De toegepaste materialen
- De technische prestatie van het bouwdeel;
- De waargenomen gebreken;
- De restlevensduur van het bouwdeel;
- De noodzaak voor onderhoudswerkzaamheden, herstel of vervanging;
- De mogelijkheden voor herstel/ ontwerp en aandachtspunten vervolg.
(…)
2.2.2
Dakconstructie en dakbeschot
Beschrijving materialen
Houten kap constructie met houten gordingen en houten dakbeschot, groef en veer, voorzien van een dampopen, waterkerende dakfolie. Betonnen kap boven de grote zaal voorzien van vezelplaten. Hier is geen dakfolie toegepast.
Technische prestatie
Ongeïsoleerde houten kap.
Op de betonnen kap zijn vezelplaten aangebracht met een beperkte isolatiewaarde. De samenhang van deze platen is onbekend, maar vermoedelijk beperkt gezien de ouderdom en waarneming nabij 1 dakkapel.
Gebreken
Doorvoeren door houten dakbeschot zijn onzorgvuldig aangebracht; insnijding van de dakfolie van binnenuit zichtbaar.
Veel lekkagesporen uit het verleden zijn zichtbaar. Er zijn incidenteel recente lekkagesporen waargenomen.
Meerdere delen van het houten dakbeschot zijn in het verleden vervangen, met name de kilgoten.
Nieuw aangebrachte doorvoeren zijn met beperkte detaillering uitgevoerd, folie is doorgesneden.
T.p.v. kantoren is dakbeschot geïsoleerd. De dampremmende folie is niet 100% doorgetrokken achter knieschot. Risico op condensatie onder dakbeschot is aanwezig. Dit is pas zichtbaar bij volledig slopen van bestaande knieschotten en afwerkingen aan de binnenzijde van het dakbeschot.
Restlevensduur
Het dakbeschot heeft voldoende kwaliteit voor hergebruik.
Onderhoud, herstel, vervanging
Incidenteel vervangen of herstellen van gordingen en gording klossen.
UGP: 10 stuks.
Incidenteel afdichten van het dakbeschot t.p.v. de huidige doorvoeren.
Nabij goten rekening houden met plaatselijk vervangen van het houten dakbeschot (van binnenuit niet zichtbaar).
UGP: 10%. Incidenteel herstellen van houten delen rondom dakkapellen. UGP: 20% van de dakkapellen.
Mogelijkheden voor herstel / ontwerp
Isoleren aan de binnenzijde. De gordingen zijn circa 20 cm hoog. RI&E opstellen tijdens ontwerp om veilig onderhoud in toekomst mogelijk te maken.
2.2.2
Dakafwerking
Beschrijving materialen
Keramische dakpannen, type OVH (Monier OVH 206)
Diverse afwerkingen: standaard en engobe / glazuur
Diverse kleuren aanwezig.
Technische prestatie
Geen ventilatiepannen toegepast t.b.v. drukvereffening en afvoer vochtige lucht in dakspouw.
Gebreken
Dakmortel onder nokvorsten en keperpannen is uitgedroogd en gescheurd.
Incidenteel ontbreekt borging eindpannen naast en op dakkapellen en naast kilgoten.
Incidenteel losse nokvorst op kilkeper.
Incidenteel gebroken pannen.
Incidenteel ontbrekende pannen.
Incidenteel scheef liggende pannen, met name rondom dakkapellen, dakramen en doorvoeren.
Incidenteel ingezakte onderpan (vermoedelijk falende / bezweken panlat boven goot).
Algemeen ontbrekende broekstukken. Broekstuk is gemaakt van flexibele dakmortel.
Gootdetail: diverse gebreken zijn afwisselend waargenomen ter plaatse van de aansluiting van de hellende daken op de goten; de dakfolie is plaatselijk te kort waardoor dakbeschot aangetast raakt door vochtbelasting (opspattend water in goot), zinken zetwerk gescheurd, loodslabbes uitgezakt, lekkage in natuursteen t.p.v. goot betonnen dak.
Incidenteel waargenomen falende en/ of ontbrekende borging
dakpannen.
Restlevensduur
Dakpannen fabricage bouwjaren verschillend aangetroffen, zonder bouwjaar,1990 en 2011. Het is aannemelijk dat de oorspronkelijk ook nog op de dakvlakken aanwezig zijn. Het dakvlak is opnieuw gelegd met oude en nieuwe pannen door elkaar gebruikt.
Restlevensduur is voor de nieuwe dakpannen voldoende voor hergebruik. Rekening houden met enkele breukpannen, ook bij
hergebruik.
Onderhoud, herstel, vervanging
Gootdetail: Onderste 3 pannen verwijderen om detaillering bij goot - folie - panlat te herstellen, incl. herstel dakbeschot en aanbrengen EPDM slabbe bij aansluiting met goot.
Nieuwe broekstukken aanbrengen.
Pannen naast dakkapellen uitnemen om dakfolie deugdelijk aan te brengen, loodslabbes te vervangen door zinken goten, dichting dakbeschot tegen dakkappel te herstellen en pannen terugbrengen en borgen.
Borging controleren van de dakpannen naast en op dakkapellen, kilgoten en kilkepers.
Gebroken pannen vervangen.
Scheef liggende pannen rondom dakkapellen, dakramen, doorvoeren en kilgoten herschikken en indien nodig borgen.
UGP: 100 % herstellen mortel onder nokvorsten en
hoekkepervorsten breukpannen vervangen.
Mogelijkheden voor herstel / ontwerp
Onderpannen met gesloten kap aanbrengen om vochtbelasting
dakbeschot te beperken.
Hergebruik bestaande pannen is mogelijk. Aanvullend onderzoek door tests laten uitvoeren op oudere pannen om de restlevensduur te bepalen in verband met meerdere aangetroffen breukpannen.
Ventilatiepannen bij nok toepassen.
2.6.
Op 17 maart 2017 hebben [eiseres] en [gedaagde] de overeenkomst Basisopdracht Adviseurs (hierna: de overeenkomst) ondertekend. Tegen een vaste vergoeding van € 269.289,60 (exclusief btw en optionele posten) heeft [eiseres] aan [gedaagde] de volgende werkzaamheden opgedragen:

1. BIJLAGE 1: OMSCHRIJVING VAN DE WERKZAAMHEDEN
Hoofd werkzaamheden zijn als volgt onder te verdelen:
De opdracht wordt als volgt opgedeeld:
A- Revitaliseren bestaande bebouwing en terrein;
B- Nieuwbouw garage en uitbreiding woningprogramma (nieuwbouw). De werkzaamheden voor de garage zijn in de opdracht voorzien. De uitbreiding van het woonprogramma zijn niet in de opdracht voorzien
Fase-1
- Analyseren / onderzoeken bestaande situatie;
- Vaststellen commerciële uitgangspunten;
- Uitwerken “Integraal” Voorlopig Ontwerp t/m Vergunningsdocumenten (tekeningen, rapporten en berekeningen)
- Vaststellen hoofd uitgangspunten inclusief kwaliteitsniveau ontwerp, zodat het contract met de aannemer kan worden afgerond;
- Verkrijgen van de Onherroepelijke Vergunning;
Fase-2
- Technische-/ Bouwvoorbereidingsfase;
- Uitvoeringsfase;
- Controle werktekeningen leveranciers aannemer;
- Controle technisch / kwaliteitsinspecties tijdens uitvoering;
(…)
Ter aanvulling (zekerheid) op de aanbieding Adviseur zijn de volgende werkzaamheden onderdeel van de overeenkomst. Onderstaande punten gelden voor de bestaande bebouwing en halfverdiepte parkeergarage en terrein:
- Fase-1: Opstellen technische omschrijving (alle disciplines) voor de prijsvorming van de Aannemer en verdere uitwerking van de Bouwvoorbereiding-/Technische fase;
- Fase-1: (Brandveiligheid) afstemmen met de Brandweer omgeving en bestaande bebouwing
- Fase-1: Verantwoordelijke voor het verkrijgen van alle benodigde goedkeuringen (tbv het verkrijgen onherroepelijke omgevingsvergunning van de alle disciplines cf overeenkomst)
- Fase-2: Opstellen (Bouwvoorbereiding-/ Technische fase en geldt voor alle disciplines cf overeenkomst) van alle benodigde tekeningen, berekeningen, rapporten en of documenten zodat de aannemende partijen op basis hiervan productie / werktekeningen kunnen opstellen.
Fase-2: Het uitwerken, afstemmen en of verkrijgen van alle goedkeuringen van de gemeentelijke- dan wel nuts gerelateerde partijen. Na verkrijgen van de onherroepelijke omgevingsvergunning (alle disciplines cf overeenkomst)
Algemeen: Bijwonen van de ontwerpteam-, nuts- en bouwvoorbereiding overleggen.”
Op de overeenkomst is De Nieuwe Regeling 2011 (hierna: DNR 2011) van toepassing verklaard. Partijen zijn diverse aanvullingen en wijzigingen ten opzichte van de DNR 2011 overeengekomen.
2.7.
[gedaagde] heeft op 7 april 2017 de rapportage Transformatie [naam kazerne] Brandveiligheidsconcept (hierna: de rapportage brandveiligheidsconcept) uitgebracht. Voor zover relevant is daarin het volgende opgenomen:

1. Inleiding
In opdracht van [eiseres] is ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning voor bouwen, de verbouwing van de [naam kazerne] getoetst aan de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 met betrekking tot brandveiligheid. In dit rapport worden de gegeven voorschriften behandeld en de consequenties aangegeven.
(…)

2.Toetsingskader

(…)
2.2
Ambitieniveau
Omdat het wettelijk minimum niveau op onderdelen onvoldoende kwaliteit / veiligheid borgt is [gedaagde] van mening een hoger niveau te moeten nastreven (ambitieniveau). Daarom is gekozen om zoveel mogelijk aan de nieuwbouw voorschriften te voldoen. Indien het niet mogelijk of wenselijk blijkt om het nieuwbouwniveau te realiseren, kan altijd worden gekozen een lager niveau aan te brengen (maar echter nooit lager dan het minimum niveau; bestaande bouw).
(…)
Bijzonder aandachtspunt in deze afwegingen is het feit dat het project een gemeentelijk monument betreft.
(…)

5.Sterkte bij brand

In dit hoofdstuk worden de voorschriften uit het Bouwbesluit behandeld die betrekking hebben op de sterkte van bouwconstructies bij brand in een bouwwerk.
Het gaat er om dat een bouwconstructie buiten het brandcompartiment niet binnen een bepaalde tijd bezwijkt door bezwijken van een bouwconstructie in of grenzend aan het brandcompartiment. Een bouwconstructie in of grenzend aan het brandcompartiment mag bij brand dus instorten (mits dit binnen een bepaalde tijd niet lijdt tot instorting van een bouwconstructie buiten het brandcompartiment). Concreet gezegd houdt dit in dat bij instorting van een bouwconstructie in een woning als gevolg van brand, de bouwconstructies van de buren van de buren niet mogen instorten binnen een bepaalde tijd. Dit betekent echter niet dat de aangrenzende subbrandcompartimenten (woningen) onmiddellijk mogen bezwijken. Op grond van artikel 2.94 geldt tussen woningen namelijk ook een eis aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van 60 minuten. Die eis impliceert namelijk ook een mate van brandwerendheid met betrekking tot bezwijken.
(…)
Daarnaast bevinden zich in het hoge gedeelte van bouwdeel B (woning B12 en B13) ook betonnen kolommen en balken. De kolommen zullen gezien de doorsnede (b = 520 mm; vierkant) en wapeningsafstand (a = ca. 33mm) in onbeschermde situatie waarschijnlijk net geen 60 minuten brandwerendheid halen. De balken zijn gezien de doorsnede (b = 520 mm) en wapeningsafstand (a = ca. 33mm) in onbeschermde situatie waarschijnlijk net geen 90 minuten brandwerend maar wel ruim 60 minuten. In dit geval is een brandwerendheid van 60 minuten voldoende om aan een sterkte bij brand van 90 minuten (nieuwbouw niveau) te voldoen. Bezwijken van deze kolommen en balken zal namelijk niet leiden tot instorting van bouwconstructies bij de buren van de buren. Een brandwerendheid van 60 minuten is echter wel vereist om de brandwerende scheidingen tussen woningen gedurende 60 minuten in stand te houden. Alleen de betonnen kolommen zullen dus aanvullend beschermd worden tot 60 minuten om 90 minuten sterkte bij brand te verkrijgen. De verwachting is dat de dubbellaags gipskartonbeplating met minerale wol isolatie ruim voldoende is om aan nieuwbouw te voldoen.
Ter vervanging van dragende wanden worden in bouwdeel A en B een aantal staalconstructies aangebracht. Deze staalconstructies bevinden zich in de woningen A0, Alg, A21, A05 en B12 en dienen 90 minuten brandwerend bekleed te worden om aan nieuwbouw niveau te voldoen. De staalplaatbetonvloer in bouwdeel A op de derde verdieping wordt 60 minuten brandwerend uitgevoerd.
De houten dakspanten van bouwdeel A en B vormen de primaire draagconstructie van het dak. De kracht op het dak en het gewicht van dak zelf worden via secundaire liggers afgedragen naar deze houten dakspanten. Veelal om en om worden de dakspanten weggewerkt in de woningscheidende wanden en zijn dus door middel van dubbellaags gipskartonbeplating en minerale wol isolatie beschermd tegen brand. Aangezien bij brand in een woning de bouwconstructie bij de aangrenzende buren mag bezwijken, maar niet bij de buren van de buren, hoeven de dakspanten in principe niet brandwerend uitgevoerd te worden. Bij bezwijken van een dakspant bezwijken alleen de links en rechts van dat dakspant gelegen delen van het dak tot het volgende dakspant aangezien de secundaire liggers eenvoudig zijn opgelegd. Al zou het in de woningscheidende wand verwerkte dakspant bezwijken dan nog bezwijkt er geen bouwconstructie bij de buren van de buren. Echter, om met zekerheid te kunnen stellen dat voldaan wordt aan de weerstand tegen branddoorslag van 60 minuten naar de buren, wordt er toch voor gekozen om ook de niet in de woningscheidende wand weggewerkte dakspanten brandwerend te beschermen. Bij bezwijken van een secundaire dakligger (gording) is het namelijk aannemelijk dat de woningscheidende wand beschadigd raakt. De verwachting is dat de dubbellaags gipskartonbeplating met minerale wol isolatie ruim voldoende bescherming biedt aan de houten dakspanten om aan nieuwbouw niveau te voldoen.
(…)
De sterkte bij brand is dus overal ruim 60 minuten of meer en is daarmee niet maatgevend voor het in stand houden van brandwerende scheidingsconstructies.
(…)

9.Conclusie en samenvatting

In opdracht van [eiseres] is ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning voor bouwen, de verbouwing van de [naam kazerne] getoetst aan de voorschriften uit het Bouwbesluit 2012 met betrekking tot brandveiligheid. In dit rapport worden de gegeven voorschriften behandeld en de consequenties aangegeven.
De Julianakazerne wordt omgevormd tot woningen met in de kelder bergingen. Hiermee ondergaat de kazerne (kantoorfunctie) een functiewijziging.
(…)
De toetsing voor bouwdeel B is gebaseerd op plattegrondtekeningen d.d. 17-03-2017 van (…). Voor bouwdeel A zijn plattegrondtekeningen d.d. 24-03-2017 gebruikt. Voor de situatie op het terrein is gebruik gemaakt van de tekening van (…) d.d. 27-03-2017.
Met de in dit document aangegeven aandachtspunten wordt voldaan aan de gestelde brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit ten aanzien van de omgevingsvergunning voor bouwen en wordt voldaan aan de gemaakte afspraken met bevoegd gezag. (…)
Opgemerkt wordt dat een verdere detailuitwerking van het ontwerp noodzakelijk is om exact te bepalen wat de consequenties zijn voor de uiteindelijk te treffen maatregelen.”
2.8.
[gedaagde] heeft op 29 september 2017 een rapportage Transformatie [naam kazerne] Uitgangspunten (hierna: de uitgangspuntenrapportage) uitgebracht. Voor zover relevant is daarin het volgende opgenomen:

1. Inleiding
(…)
1.3.
Aanpak
Als basis zijn de volgende documenten gebruikt:
- Het document is gebaseerd op het ontwerp van architect.
- gebouw A tekeningen set van 12-09-2017.
- gebouw B tekeningen set van 22-08-2017.
- De kwaliteitsopname, gedaan door [gedaagde] , versie: (zie bijlage la en 1b)
- (…)
Nadere besluitvorming heeft afwijkingen ten opzichte van deze uitgangspunten gegeven.
(…)
De uitgangspunten en de gekozen oplossingen zijn gebaseerd op de voor in deze fase beschikbare informatie. Dit zijn archieftekeningen ontvangen in de tenderfase en aspecten die op het oog zichtbaar zijn. Indien de werkelijke situatie anders blijkt te zijn dan voorzien, zal dit te zijner tijd opgelost moeten worden en dit kan wijzigingen met zich meebrengen.
(…)

9.Constructie

(…)

9.1.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk worden naast een algemene beschrijving van de constructieve hoofdopzet en de ontwerpoverwegingen ook de uitgangspunten vastgelegd met betrekking tot het terrein, de fundering, de materialen, belastingen, brandwerendheid, geluid en de berekeningsgrondslagen voor zover in samenhang met de constructie.
Het ontwerp omvat een bestaande constructie. Het bestaande gebouw wordt getoetst volgens de NBN 8700-serie, niveau verbouw. De uitgangspunten voor het bestaande gebouw worden indien van belang specifiek genoemd bij het betreffende onderwerp. Nieuwe constructieonderdelen worden ontworpen op basis van niveau nieuwbouw.
(…)
Dit deel dient als basis voor de in de bijlage genoemde en eventueel verder nog te maken berekeningen, en voor de aannemer en de onderaannemers ten behoeve van de door hen te maken detailberekeningen en werktekeningen.
(…)
9.1.4.
Archiefgegevens
Om inzicht te verkrijgen over de opbouw van de bestaande constructie zijn de
onderstaande archiefgegevens gebruikt. (…)
Opmerkingen:
- Bij het uitwerken van het ontwerp zijn de bovenstaande gegevens gebruikt. Het kan zijn dat bij de uitvoering in het verleden is afgeweken van de tekeningen en / of berekeningen. Controle op de aangehouden gegevens (na de ontmanteling) is daarom noodzakelijk en afwijkingen, die in het werk worden gesignaleerd, die in tegenspraak zijn met de voor het ontwerp aangehouden uitgangspunten dienen te worden gedocumenteerd en geanalyseerd.
- Daar waar in het ontwerp voor de hand liggende aannames zijn gedaan is dit aangegeven. Bij verdere uitwerking dienen de gedane aannames te worden geverifieerd door de aannemer en de bouwdirectie.
9.2
Opzet constructie
(…)
9.2.2.
Hoofdopzet van de bestaande constructie
De bestaande constructie wordt hergebruikt. In de nieuwe situatie wordt het gebouw getransformeerd van kantoorgebouw naar woongebouw.
(…)
9.2.8.
Huidige staat van het gebouw
Er is een bouwtechnische opname gemaakt van het gebouw. Hieruit is gebleken dat de (hoofddraag)constructie van het gebouw in redelijke tot goede staat verkeerd. Incidenteel is scheurvorming in metselwerk waargenomen ter plaatse van kozijnen of ingemetselde (roestende) doken. Bij de bouwtechnische opname is het bestaande gebouw niet ingemeten. De geconstateerde constructieve gebreken staan een goede constructieve werking niet in de weg. Herstel van de gebreken kan worden meegenomen gedurende de verbouwing.”
2.9.
In een memo van 11 december 2017, waarin een gespreksverslag is weergegeven van een telefonische toelichting van [gedaagde] aan [aannemer] , is onder meer vermeld:

Uitgangspunten constructieve aanpassingen:
Uitgangspunt in de constructieve stukken van [gedaagde] is dat wanneer er niets is aangegeven, er ook geen constructieve aanpassingen noodzakelijk zijn. [aannemer] [ [aannemer] , toevoeging rechtbank] kan dus aanhouden wat er op de tekening is aangegeven (…). [gedaagde] adviseert om een post onvoorzien op te nemen in de raming omdat niet met zekerheid vast is te stellen dat alle omschreven voorzieningen afdoende zijn, dit zal in de praktijk dienen te blijken en kan na sloop en destructief onderzoek worden vastgesteld.”
2.10.
Bij e-mail van 14 december 2017 heeft een planvoorbereider van [aannemer] aan [gedaagde] het volgende geschreven:
“Naar aanleiding van ons overleg d.d. 11-12-2017 tref je in de bijlage een tweetal ingekleurde plattegronden aan, met hierop aangegeven hoe wij e.e.a. interpreteren. In groen zijn de woningscheidende wanden met RF-beplating aangegeven, in oranje de normale woningscheidende wanden en in blauw de vlakken waarvan wij denken dat de vloer brandwerend bekleed dient te worden.
Zou jij aan [naam] willen vragen of onze interpretatie correct is en strookt met jullie gedachte? Dan kan ik e.e.a. laten verwerken door onze calculatie en werkvoorbereiding.”
2.11.
In reactie daarop heeft [gedaagde] bij e-mail van 14 december 2017 het volgende geantwoord:
“Jullie interpretatie is correct. Houd er op de overgang van beschermde en onbeschermde vloervelden wel rekening mee dat het beschermde vloerveld aan de kopse kant (over de doorsnede) brandwerend wordt dichtgezet zodat er geen brand achter de brandwerende bekleding kan ontstaan.
Verder geldt dit principe ook voor de dakbalken. Die gaan op dezelfde plekken ook over de woningscheidende wanden waardoor de weerstand van 60 minuten tegen branddoorslag niet gehaald wordt als die specifieke dakbalken instorten.”
2.12.
Op 16 april 2018 heeft Kiwa [naam ingenieursbureau] Dak- en Geveladvies B.V. (hierna: [naam ingenieursbureau] ) in opdracht van [aannemer] een Rapport renovatieadvies [naam kazerne] uitgebracht (hierna: het [naam ingenieursbureau] -advies). Daarin is – voor zover relevant – het volgende opgenomen:

1. Opdracht
(…)
1.2
Doel van de opdracht
Het doel van de opdracht is:
- het vaststellen van de conditie van de dakbedekkingsconstructie;
- het aangeven wat de resterende levensduurverwachting van de dakbedekkingsconstructie is;
- aangeven hoe onderhoud aan de daken moet worden uitgevoerd.
1.3
Werkwijze
Het onderzoek is uitgevoerd d.d. 23 oktober 2017 (…).

2.Conclusies

2.1
Conditie van de dakbedekkingsconstructie
De dragende- en onderconstructie vertonen geen structurele gebreken. De waterkerende folie vertoont degeneratie en sluit bij veel details niet goed aan. Een groot deel van de dakpannen vertoont een zodanige degeneratie dat het deugdelijk functioneren ervan niet kan worden gewaarborgd. De dakpannen en hulpstukken zijn niet bevestigd conform de hedendaagse eisen. Er zijn risico’s op windschades.
2.2
Conditie van de details
De dakdetails verkeren in een matige tot slechte conditie. Het deugdelijk functioneren kan niet worden gewaarborgd.
2.3
Resterende levensduurverwachting
De degeneratie van een deel van de dakpannen is zodanig dat dit invloed heeft op de waterkerendheid van de pan, en hiermee ook de waterdichtheid van het dak. Het einde van de levensduur van deze dakpannen is in zicht. Bij de zinken goten is het einde van de levensduur nog niet bereikt maar in zicht. Er zijn twijfels of een resterende levensduur van 10 jaar haalbaar is.
2.4
Advies
Geadviseerd wordt de waterkerende folie dakpannen en goten te vervangen om de gerenoveerde dakbedekkingsconstructies duurzaam te laten functioneren.
(…)

4.Waarnemingen

(…)
Dakpannen
De dakpannen bestaan uit geëngobeerde gemêleerde keramische dakpannen, type Romaanse dak pan. De conditie van de dakpannen is matig tot slecht. Op veel plaatsen zijn pannen vervangen. De onderkant van de oudere dakpannen vertoont veel aantastingen bij de nokken en langs- en kopsluiting. Meerdere pannen zijn gescheurd of gebroken en vertonen craquelé.
Bij geen van de beoordeelde posities zijn de pannen bevestigd.

5.Analyse

(…)
5.2
Conditie dakbedekkingsconstructie
(…)
Dakpannen
De conditie van een groot aantal dakpannen is slecht. Bij gebroken en gescheurde pannen is het einde van de levensduur bereikt. Bij de dakpannen waarbij de samenhang verminderd is door schilferingen en aantastingen is het einde van de levensduur in zicht, de resterende levensduurverwachting wordt geschat op 10 jaar. Hierdoor sluiten de kop- en zijsluitingen niet meer optimaal. Dit heeft invloed op de waterkerendheid van de dakpannen.
Doordat de nokken gesloten zijn en er geen ventilatiepannen aanwezig zijn wordt de dakspouw onder de dakpannen onvoldoende geventileerd. Dit heeft invloed op de mate van degeneratie van de dakpannen. Daar waar nu geen verlaagd plafond met isolatie aanwezig is, is sprake van droging aan de binnenzijde. Door het aanbrengen van isolatie, dampremmende laag en een plafond, wordt de drogingscapaciteit aan de binnenzijde verwaarloosbaar klein. Dit heeft negatieve invloed op de conditie van de dakpannen. Het aanbrengen van een geventileerde (buitenlucht) spouw onder het dakbeschot en boven het isolatiemateriaal is niet uitvoerbaar.
(…)
5.3
Consequenties
[naam ingenieursbureau] adviseert niet de bestaande dakpannen en waterkerende folie te handhaven voor een duurzame waterdichtheid. Het uitvoeren van structurele reparaties, het vervangen van beschadigde dakpannen, het opnieuw uitvoeren van alle details zal theoretisch een verbetering van de waterdichtheld opleveren. Hiervoor moeten alle dakpannen worden opgenomen om de sluitingen (de kritische punten) te kunnen beoordelen. Door de herstelwerkzaamheden moet rekening worden gehouden dat de waterkerende folie zal beschadigen. Garanties op waterdichtheid en windweerstand kunnen niet worden gegeven. Daarnaast leert de ervaring dat dergelijke werkzaamheden kostbaar zijn en daarom niet renderend.
Wanneer de hellende daken deugdelijk en gegarandeerd moeten functioneren wordt geadviseerd de dakpannen en waterkerende folie te vervangen. Men dient in ogenschouw te houden dat het merendeel van de ruimten onder de hellende daken nu een zolder of vliering is en worden omgebouwd tot verwarmde verblijfsgebieden waarbij lekkages niet acceptabel zijn. Dit is bij het handhaven van de dakpannen en het uitvoeren van reparaties niet te waarborgen.

6.Advies

Gezien de conditie van de dakpannen en onderdakfolie adviseren wij een nieuwe hellend dakafwerking toe te passen. De bestaande dakpannen met hulpstukken inclusief panlatten, tengels en onder dakfolie verwijderen. Dakbeschot controleren, repareren en een nieuwe constructie opbouwen:
(…)”
2.13.
[aannemer] is in januari 2018 gestart met de verbouwingswerkzaamheden. In december 2020 heeft een laatste oplevering plaatsgevonden.
2.14.
De advocaat van [eiseres] heeft [gedaagde] op 8 januari 2020 aansprakelijk gesteld voor de schade die [eiseres] heeft geleden ten gevolge van diverse tekortkomingen. [gedaagde] heeft op 3 februari 2020 aansprakelijkheid van de hand gewezen.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van in totaal € 805.919,55 en
€ 5.800,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Aan haar vorderingen legt [eiseres] ten grondslag dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen. [eiseres] stelt dat [gedaagde] onjuist en onvolledig heeft geadviseerd over (i) de staat van de dakpannen, (ii) de (dak)constructie en (iii) de te nemen brandwerend maatregelen. [eiseres] heeft daardoor schade geleden, die bestaat uit vertragingsschade en schade doordat derden extra werkzaamheden hebben moeten verrichten. [eiseres] stelt onder meer dat door de fouten van [gedaagde] de bouw zes maanden is vertraagd, waardoor [eiseres] zes maanden langer de kosten voor de bouwplaats heeft moeten dragen. Zij vordert vergoeding van de volgende schadeposten: € 485.268,00 extra bouwplaatskosten als gevolg van de onjuiste advisering over de dakpannen en/of de brandveiligheid, € 25.000,00 voor de kosten van het aanvragen van een nieuwe vergunning voor de dakpannen, € 161.756,00 extra bouwplaatskosten als gevolg van de onjuiste advisering over de constructie, € 22.345,55 voor de extra kosten voor de tuinarchitect, € 10.750,00 extra kosten voor de werkvoorbereiding van de aannemer als gevolg van de onjuiste advisering over de constructie en € 100.800,00 extra bouwplaatskosten als gevolg van de onjuiste advisering over de constructie met betrekking tot de woningscheidende wanden.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Zij betwist dat zij fouten heeft gemaakt en stelt dat zij haar contractuele verplichtingen is nagekomen. [gedaagde] betwist voorts het causaal verband en de omvang van de door [eiseres] gevorderde schade. Bij wege van verweer beroept [gedaagde] zich op het vervalbeding van artikel 16 DNR 2011. [gedaagde] stelt dat [eiseres] niet binnen bekwame tijd heeft geprotesteerd, dan wel dat [eiseres] niet binnen twee jaar na haar protest een procedure aanhangig heeft gemaakt.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank moet de vraag beantwoorden of [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens [eiseres] . [eiseres] stelt in dit verband dat [gedaagde] drie fouten heeft gemaakt, waardoor [eiseres] schade heeft geleden. De door [eiseres] gestelde fouten betreffen:
  • onjuiste advisering over dakpannen
  • onjuiste rapportage over (dak)constructie
  • onjuiste advisering over brandwerende maatregelen
4.2.
Bij de beantwoording van die vraag stelt de rechtbank het volgende voorop. De overeenkomst die partijen hebben gesloten kwalificeert als een overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 BW). Op de overeenkomst is de DNR 2011 van toepassing. In afwijking van artikel 13 lid 1 van de DNR 2011 zijn partijen overeengekomen dat [gedaagde] jegens [eiseres] aansprakelijk is indien sprake is van een toerekenbare tekortkoming als bedoeld in de artikelen 6:74 en 6:75 BW. [gedaagde] is op grond van artikel 7:401 BW gehouden als goed opdrachtnemer te handelen. De zorgplicht die op [gedaagde] rust wordt ingekleurd door de norm van hetgeen van een redelijk handelende en redelijk bekwame vakgenoot mag worden verwacht.
4.3.
Gelet op de standpunten van partijen komt het bij beoordeling aan op de vraag wat partijen zijn overeengekomen. Het betreft dan ook een kwestie van uitleg van de overeenkomst. De rechtbank overweegt in dit verband dat de vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld en of die overeenkomst een leemte laat die moet worden aangevuld, niet kan worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van die overeenkomst. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht (Haviltex-maatstaf).
4.4.
Op grond van de processtukken en hetgeen ter zitting door partijen naar voren is gebracht, is als onvoldoende weersproken het volgende komen vast te staan. [eiseres] heeft ten behoeve van de renovatie en herontwikkeling van de [naam kazerne] [gedaagde] ingeschakeld als technisch adviseur. Op grond van de overeenkomst zijn aan [gedaagde] diverse werkzaamheden opgedragen. De door [gedaagde] uit te voeren werkzaamheden zijn globaal omschreven in bijlage 1 van de overeenkomst (weergegeven onder 2.6.). Ondanks dat de overeenkomst geen verwijzing bevat naar de definitieve offerte die [gedaagde] op 1 februari 2017 aan [eiseres] heeft uitgebracht, is de inhoud van de offerte naar het oordeel van de rechtbank relevant voor het bepalen van de inhoud en omvang van de aan [gedaagde] opgedragen werkzaamheden. De definitieve offerte maakt immers als bijlage onderdeel uit van de overeenkomst.
4.5.
Uit de overeenkomst in combinatie met de in de offerte opgenomen takenlijst leidt de rechtbank af dat [gedaagde] , voor zover relevant, in ieder geval de volgende werkzaamheden moest verrichten:
  • de kwaliteitsopname van het gebouw, waarbij de technische staat zou worden vastgelegd en de gebreken en noodzakelijke ingrepen of aanpassingen zouden worden gekwantificeerd, en
  • het ontwikkelen en opstellen van een brandveiligheidsadvies.
Uit de definitieve offerte volgt dat voor [eiseres] met de door [gedaagde] uit te voeren kwaliteitsopname inzichtelijk werd gemaakt wat de technische levensduur is van de verschillende gebouwonderdelen, op basis waarvan [eiseres] zou kunnen beslissen welke delen vervangen, hersteld of hergebruikt zouden kunnen worden.
4.6.
Op basis van de voorgaande overwegingen, zal de rechtbank de vorderingen van [eiseres] beoordelen, waarbij ook de betwistingen en verweren van [gedaagde] zullen worden betrokken.
Dakpannen
4.7.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] onjuist heeft geadviseerd over de dakpannen. [eiseres] onderbouwt haar stelling als volgt. [gedaagde] heeft in de kwaliteitsrapportage geschreven dat sprake is van “
incidenteel gebroken pannen” en “
incidenteel ontbrekende pannen”. Volgens [gedaagde] zouden de gebroken pannen vervangen moeten worden maar was hergebruik van de bestaande pannen mogelijk. [eiseres] en de door haar ingeschakelde aannemer zijn daarom ervan uitgegaan dat er nagenoeg geen dakpannen vervangen hoefden te worden en dat in ieder geval het dak als gebouwenonderdeel kon worden gebruikt. De aannemer heeft uiteindelijk alle dakpannen moeten vervangen, omdat er anders lekkages zouden ontstaan, aldus [eiseres] . De medewerkers van de aannemer konden met het blote oog waarnemen dat er sprake was van veel gebroken en ontbrekende dakpannen. Ook [naam ingenieursbureau] heeft in het [naam ingenieursbureau] -advies geadviseerd dat alle dakpannen vervangen moesten worden. Aangezien [gedaagde] niet heeft geadviseerd dat alle dakpannen vervangen moeten worden, heeft [gedaagde] in strijd gehandeld met de overeenkomst en heeft zij haar zorgplicht geschonden, aldus nog steeds [eiseres] .
[gedaagde] betwist dat zij is tekortgeschoten. [gedaagde] betoogt dat zij inzake de dakpannen heeft geadviseerd overeenkomstig de aan haar verstrekte opdracht.
4.8.
Partijen verschillen met name van mening wat de reikwijdte is van de opdracht aan [gedaagde] , waaronder de kwaliteitsopname.
4.9.
De rechtbank overweegt het volgende. Aan [gedaagde] is de opdracht verstrekt om een kwaliteitsopname uit te voeren van het bestaande gebouw. De kwaliteitsopname had tot doel het vastleggen van de bestaande technische kwaliteit en prestatie van bouwdelen, op basis waarvan voor [eiseres] inzichtelijk zou zijn wat de technische levensduur was van de verschillende gebouwonderdelen en zij in staat zou zijn te beslissen welke delen vervangen, hersteld of hergebruikt zouden kunnen worden. De kwaliteitsopname vormde daarnaast een onderdeel waarop de door [eiseres] gecontracteerde aannemer zijn prijs kon baseren.
Partijen hebben geen eisen of randvoorwaarden gesteld aan de wijze waarop de kwaliteitsopname uitgevoerd dient te worden. In de kwaliteitsopname heeft [gedaagde] de door haar gehanteerde uitgangspunten uiteengezet. [gedaagde] heeft over haar onderzoeksmethode – voor zover relevant – vermeld dat: “
De bouwdelen visueel geïnspecteerd [zijn] vanaf maaiveld, vanuit een hoogwerker en inpandig. Daarnaast zijn op meerdere locaties knieschotten, zijwangen van dakkapellen en plafonds verwijderd. (…) Met behulp van een hoogwerker zijn de goten, dakafwerking en dakkapellen nader onderzocht. Beoordeling van overige bouwdelen is gebaseerd op een steekproefsgewijze inspectie.” [eiseres] heeft niet heeft gesteld dat de door [gedaagde] gehanteerde uitgangspunten en/of onderzoeksmethode onvoldoende en/of ontoereikend zijn in het licht van de tussen partijen overeengekomen afspraken, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat deze redelijk en toereikend zijn.
4.10.
[gedaagde] heeft in de kwaliteitsopname ten aanzien van de dakpannen het volgende geconstateerd:
er sprake is van (i) incidenteel gebroken pannen, (ii) incidenteel ontbrekende pannen en (iii) incidenteel scheef liggende pannen, met name rondom dakkapellen, dakramen en doorvoeren. Incidenteel betekent dat de geconstateerde gebreken minder dan 2% ten opzichte van het totaal voorkomen;
er zijn dakpannen met verschillende fabricage bouwjaren aangetroffen. Het is aannemelijk dat de oorspronkelijke dakpannen ook nog op de dakvlakken aanwezig zijn. Waargenomen zijn dakpannen zonder bouwjaar, dakpannen met bouwjaar 1990 en dakpannen met bouwjaar 2011;
het dakvlak is opnieuw gelegd, waarbij oude en nieuwe dakpannen door elkaar zijn gebruikt;
e restlevensduur van de nieuwe dakpannen is voldoende voor hergebruik. Daarbij moet rekening worden gehouden met enkele breukpannen, ook bij hergebruik.
Op basis van haar bevindingen heeft [gedaagde] geadviseerd dat de gebroken pannen vervangen moeten worden en dat scheefliggende pannen rondom dakkapellen, dakramen, doorvoeren en kilgoten herschikt moeten worden. Ten aanzien van de bestaande pannen heeft [gedaagde] vermeld dat hergebruik mogelijk is. Wel heeft [gedaagde] geadviseerd tot aanvullend onderzoek door tests te laten uitvoeren op de oudere pannen om de restlevensduur te kunnen bepalen in verband met meerdere aangetroffen breukpannen.
4.11.
Niet gesteld of gebleken is dat de constateringen van [gedaagde] onjuist zijn. [eiseres] stelt enkel dat [gedaagde] op basis van deze constateringen had moeten adviseren dat alle dakpannen moesten worden vervangen. Zij verwijst in dat verband naar de bevindingen en het [naam ingenieursbureau] -advies van [naam ingenieursbureau] .
4.12.
De rechtbank volgt [eiseres] niet in haar stelling dat [gedaagde] had moeten adviseren dat alle dakpannen vervangen moeten worden. Als onweersproken gaat de rechtbank ervan uit dat vóór de verbouwing van de [naam kazerne] nog oorspronkelijke dakpannen op het dak lagen, dakpannen zonder vermelding van het bouwjaar en dakpannen uit de bouwjaren 1990 en 2011. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, neemt de rechtbank niet aan dat de restlevensduur van de dakpannen uit 1990 en 2011 onvoldoende was voor hergebruik. Ter mondeling behandeling is namens [eiseres] immers gesteld dat volgens de aannemer dakpannen een levensduur hebben van 60 tot 70 jaar. De dakpannen uit 1990 of 2011 konden dan ook worden hergebruikt, tenzij een individuele dakpan gebroken of beschadigd was. Naar het oordeel van de rechtbank had de kwaliteitsopname op het onderdeel dakpannen tot nader onderzoek of nadere vraagstelling door [eiseres] of de aannemer moeten leiden. Er waren immers oorspronkelijke dakpannen aangetroffen en de dakpannen zonder bouwjaar waren kennelijk (ook) oudere dakpannen. Uit de kwaliteitsopname kan niet worden opgemaakt hoeveel oudere dakpannen (oorspronkelijke dakpannen en dakpannen zonder bouwjaar) er op het dak lagen en hoeveel nieuwe dakpannen (met bouwjaar 1990 of 2011). In de kwaliteitsopname is wel vermeld dat oude en nieuwe dakpannen door elkaar zijn gebruikt, zodat er kennelijk geen dakvlak was met alleen oudere dakpannen of alleen nieuwe dakpannen. Aangezien [gedaagde] enkel concludeert dat de restlevensduur van de nieuwe dakpannen voldoende is voor hergebruik, is naar het oordeel van de rechtbank relevant welk deel van de dakpannen kwalificeren als nieuw en welk deel als oud(er). Gelet op de constatering van [gedaagde] dat de oude en de nieuwe dakpannen door elkaar zijn gebruikt, acht de rechtbank aannemelijk dat niet zonder nader onderzoek kon worden bepaald welk deel van de dakpannen moest worden vervangen en welk deel kon worden hergebruikt. Ten aanzien van de oudere dakpannen heeft [gedaagde] geadviseerd dat er aanvullend onderzoek noodzakelijk was teneinde de resterende levensduur te bepalen. Niet gesteld of gebleken is dat [eiseres] een zodanig onderzoek heeft laten uitvoeren of dat zij hierover nadere vragen aan [gedaagde] heeft gesteld. Ter mondelinge behandeling heeft [eiseres] nog gesteld dat de aannemer in september 2017 heeft geconstateerd dat de oudere dakpannen uit de jaren 40 van de vorige eeuw stamden en deze bij het vastpakken al braken, zodat [gedaagde] dit eenvoudig had kunnen ontdekken en rapporteren, maar zij heeft dat niet nader onderbouwd, zodat de rechtbank aan die stelling voorbij gaat.
Gelet op het voorgaande kon [eiseres] zonder nader onderzoek naar de resterende levensduur van de oudere dakpannen niet zonder meer ervan uitgaan dat alle dakpannen, behoudens enkele gebroken dakpannen, konden worden hergebruikt.
4.13.
Ter mondelinge behandeling heeft [eiseres] als nieuw punt nog ingebracht dat [gedaagde] ten onrechte niet heeft geadviseerd dat ook de waterkerende folie vervangen moest worden en dat zonder nieuwe dakpannen en waterkerende folie het gebouw geen woonfunctie kon hebben, zodat de dakafwerking als bouwdeel niet voldeed. Zij verwijst op dit punt naar de conclusies van het [naam ingenieursbureau] -advies. De rechtbank stelt vast dat [gedaagde] heeft geconstateerd dat de dakfolie op sommige plaatsen was doorgesneden, niet 100% was doorgetrokken achter het knieschot, plaatselijk te kort was, dat de folie bij de goot hersteld moest worden en bij de dakkapellen deugdelijk moest worden aangebracht. Hieruit volgt voldoende dat [gedaagde] de gebreken met betrekking tot de dakfolie in kaart heeft gebracht, voor zover dit mogelijk was bij een visuele inspectie. Ook blijkt uit de kwaliteitsopname dat er nog andere gebreken waren aan de dakafwerking, onder meer met betrekking tot de dakmortel, de borging van eindpannen, broekstukken, het zinkwerk en de loodslabbes.
4.14.
Aangezien er nader onderzoek nodig was naar de resterende levensduur van de oudere dakpannen, kon pas daarna worden beoordeeld of en in welke mate deze konden worden hergebruikt. Pas wanneer daarover duidelijkheid zou bestaan, kon, mede gelet op de overige geconstateerde gebreken, een afweging worden gemaakt of tot hergebruik van de dakpannen zou worden overgegaan of dat gelet op bedrijfseconomische overwegingen alle dakpannen zouden worden vervangen. [eiseres] heeft echter geen nader onderzoek laten doen en evenmin is gesteld of gebleken dat zij nadere vragen aan [gedaagde] gesteld over hoeveel oorspronkelijke en oudere dakpannen op het dak aanwezig waren. [eiseres] heeft tegenover het gemotiveerde verweer van [gedaagde] voorts onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld, waaruit volgt dat zij zonder meer mocht verwachten dat [gedaagde] niet alleen een technisch advies zou geven over de kwaliteit van de dakafwerking, waaronder de dakpannen, maar ook over bedrijfseconomische afwegingen voor of tegen hergebruik van de dakpannen. Nog daargelaten dat om een zodanig advies te kunnen geven nader onderzoek noodzakelijk was geweest. De stelling van [eiseres] dat uit het [naam ingenieursbureau] -Advies van [naam ingenieursbureau] volgt dat [gedaagde] enkel had kunnen adviseren dat alle dakpannen vervangen moesten worden is overigens onjuist. [naam ingenieursbureau] concludeert immers dat handhaving van bestaande dakpannen mogelijk is, alleen dat garanties op waterdichtheid en windweerstand niet kunnen worden gegeven. Daarnaast concludeert [naam ingenieursbureau] dat de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor handhaving van de bestaande dakpannen kostbaar en daarom niet renderend zijn.
4.15.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat [eiseres] , tegenover het gemotiveerde verweer van [gedaagde] , haar stellingen dat [gedaagde] haar met betrekking tot de dakpannen onjuist heeft geadviseerd onvoldoende heeft onderbouwd. Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] niet heeft gehandeld, zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam vakgenoot onder dezelfde omstandigheden mocht worden verwacht, zodat [gedaagde] op dit punt niet is tekortgeschoten jegens [eiseres] .
Constructie
4.16.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] tijdens de visuele inspectie, voor aanvang van de bouwwerkzaamheden, had moeten constateren dat de staalconstructie gewijzigd moest worden en dat de houten spanten (van de dakconstructie) verzwaard hadden moeten worden. Zij stelt dat de aannemer dit tijdens de bouwwerkzaamheden na een eenvoudige visuele inspectie heeft geconstateerd en dat dit ook duidelijk had moeten zijn voor [gedaagde] . Ook verwijst [eiseres] naar door haar overlegde foto’s waaruit dit zou blijken. [gedaagde] heeft weliswaar in mei en juli 2018 aangepaste berekeningen voor de constructie verstrekt maar zij had al in de uitgangspuntenrapportage moeten vermelden dat de staalconstructie gewijzigd moest worden en dat de houten spanten moesten worden verzwaard, aldus [eiseres] .
[gedaagde] heeft dit gemotiveerd weersproken.
4.17.
In de uitgangspuntenrapportage is door [gedaagde] vermeld dat de uitgangspunten en de gekozen oplossingen zijn gebaseerd op de voor in die fase beschikbare informatie, dat dit de in de tenderfase ontvangen archieftekeningen zijn en de aspecten die op het oog zichtbaar zijn en dat, indien de werkelijke situatie anders blijkt te zijn dan voorzien, dit te zijner tijd opgelost zal moeten worden en dit wijzigingen met zich kan meebrengen. In de uitgangspuntenrapportage is ook door [gedaagde] opgemerkt dat het mogelijk is dat bij de uitvoering in het verleden is afgeweken van de tekeningen en/of berekeningen en dat het daarom noodzakelijk is controle te houden op de aangehouden gegevens (na ontmanteling) en dat afwijkingen die in het werk worden gesignaleerd, die in tegenspraak zijn met de uitgangspunten, dienen te worden gedocumenteerd en geanalyseerd. Ook in het memo van 11 december 2017 van het overleg tussen [gedaagde] en [aannemer] is opgenomen dat [gedaagde] heeft geadviseerd een post onvoorzien op te nemen omdat niet met zekerheid valt vast te stellen of alle omschreven voorzieningen afdoende zijn en dit in de praktijk (de uitvoering) zal blijken.
4.18.
Niet weersproken is dat de uitgangspuntenrapportage en het memo zijn opgesteld vóór aanvang van de bouwwerkzaamheden, dus voor de ontmanteling van (een deel van) het gebouw en op basis van de bestaande tekeningen en na slechts visuele inspectie. [eiseres] heeft niet onderbouwd of geconcretiseerd wat [gedaagde] bij die visuele inspectie al had kunnen zien en in hoeverre haar berekeningen onjuist waren. [eiseres] heeft enkel gesteld dat de aannemer tijdens de bouwwerkzaamheden bij een eenvoudige visuele inspectie heeft geconstateerd dat de houten spanten verzwaard moesten worden en dat uit de tekeningen volgde dat muren zouden worden verwijderd, zodat duidelijk was dat daarvoor een stalen spant in de plaats moest komen. Zonder nadere toelichting die ontbreekt, kan de rechtbank niet beoordelen of [gedaagde] voor aanvang van de bouwwerkzaamheden dat ook al had moeten constateren. Een enkele verwijzing naar de overgelegde foto’s waarop de houten spanten zijn te zien, volstaat niet. Gelet op het gemotiveerde verweer van [gedaagde] , had het op de weg van [eiseres] gelegen haar stellingen nader te onderbouwen door bijvoorbeeld een schriftelijke verklaring van de aannemer of van een constructeur. Nu zij dat heeft nagelaten, gaat de rechtbank aan haar stellingen op dit punt als onvoldoende onderbouwd voorbij. Er is dan geen ruimte voor bewijslevering, zoals het horen van de aannemer.
4.19.
Dat [gedaagde] op dit punt jegens [eiseres] is tekortgeschoten, is dan ook niet komen vast te staan.
Brandveiligheid
4.20.
[eiseres] stelt dat [gedaagde] onjuist heeft geadviseerd over de brandwerende maatregelen. Ter onderbouwing van haar stelling voert [eiseres] het volgende aan. [gedaagde] heeft op 7 april 2017 de rapportage brandveiligheidsconcept uitgebracht aan [eiseres] . Op 14 december 2017 heeft een medewerker van [gedaagde] aan de door [eiseres] gecontracteerde aannemer per e-mail bevestigd dat een voorstel van de aannemer voor de brandveiligheid juist is. Nadat de bouw was aangevangen, zijn problemen ontdekt met de brandveiligheidsmaatregelen. [gedaagde] adviseerde om toch de staalconstructie en nagenoeg alle spanten en gordingen brandwerend te bekleden, aldus [eiseres] . Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] nader toegelicht dat [gedaagde] veel eerder had moeten inzien dat er meer werk nodig was ter zake het treffen van brandveiligheidsmaatregelen. Als hierop eerder was gewezen, dan had de aannemer die aanvullende werkzaamheden direct kunnen meenemen in de planning, aldus [eiseres] .
[gedaagde] heeft dit gemotiveerd weersproken.
4.21.
De rechtbank overweegt als volgt. Als niet weersproken neemt de rechtbank als vaststaand aan dat [gedaagde] alleen ten behoeve van het vergunningstraject zou adviseren over brandveiligheid. In de rapportage brandveiligheidsadvies is uitgegaan van de door derden gemaakte tekeningen van 17, 24 en 27 maart 2017. In deze rapportage concludeert [gedaagde] dat met diverse te realiseren aandachtspunten, die onder andere zijn opgenomen in bijlage 1 van de rapportage brandveiligheidsconcept, wordt voldaan aan de toepasselijke wet- en regelgeving. Over specifiek de staalconstructie, dakspanten en gordingen schrijft [gedaagde] in de rapportage brandveiligheidsconcept:

Ter vervanging van dragende wanden worden in bouwdeel A en B een aantal staalconstructies aangebracht. Deze staalconstructies bevinden zich in de woning A0, A19, A21, A05 en B12 endienen 90 minuten brandwerend bekleed te worden om aan nieuwbouw niveau te voldoen.” [onderstreping rechtbank]

Aangezien bij brand in een woning de bouwconstructie bij de aangrenzende buren mag bezwijken, maar niet bij de buren van de buren, hoeven de dakspanten in principe niet brandwerend uitgevoerd te worden.[onderstreping rechtbank]
(…) Echter, om met zekerheid te kunnen stellen dat voldaan wordt aan de weerstand tegen branddoorslag van 60 minuten naar de buren, wordt er toch voor gekozen omook de niet in de woningscheidende wand weggewerkte dakspanten brandwerend te beschermen.[onderstreping rechtbank]
Bij bezwijken van een secundaire dakligger (gording) is het namelijk aannemelijk dat de woningscheidende wand beschadigd raakt. De verwachting is dat de dubbellaagse gipskartonbeplating met minerale wol isolatie ruim voldoende bescherming biedt aan de houten dakspanten om aan nieuwbouw niveau te voldoen.”
4.22.
[eiseres] stelt niet dat de rapportage brandveiligheidsconcept onjuistheden bevat of onvolledig is. De rechtbank neemt dan ook als vaststaand aan dat de inhoud van de rapportage brandveiligheidsconcept juist en volledig is. In zoverre is dan ook geen sprake van een tekortkoming van [gedaagde] .
4.23.
De bij dagvaarding ingenomen stelling van [eiseres] dat [gedaagde] aanvankelijk te kennen had gegeven dat de staalconstructie niet brandwerend afgewerkt hoefde te worden en dat [gedaagde] hierop later is teruggekomen, is onjuist en vindt geen steun in de feiten. Uitdrukkelijk heeft [gedaagde] in de rapportage brandveiligheidsconcept immers geadviseerd dat de aan te brengen staalconstructies 90 minuten brandwerend bekleed dienen te worden om aan de brandweringseisen voor nieuwbouw te voldoen. Dat er ook andere reeds bestaande staalconstructies in het gebouw aanwezig waren die brandwerend moesten zijn afgewerkt, is door [eiseres] niet gesteld. Naar het oordeel van de rechtbank kan [gedaagde] dan ook geen verwijt worden gemaakt dat [eiseres] of de door [eiseres] gecontracteerde aannemer pas na aanvang van de bouw tot de conclusie zijn gekomen dat de staalconstructies brandwerend bekleed moesten worden.
4.24.
Met betrekking tot de dakspanten en gordingen stelt [eiseres] dat [gedaagde] na aanvang van bouw heeft vastgesteld dat toch nagenoeg alle dakspanten en gordingen brandwerend bekleed moesten worden. De rechtbank overweegt dat [gedaagde] in de rapportage brandveiligheidsconcept heeft geadviseerd om: “
de niet in de woningscheidende wand weggewerkte dakspanten brandwerend te beschermen”. Uit de conclusie van [gedaagde] in de rapportage brandveiligheidsconcept volgt dat bij opvolging van onder meer dat advies het gebouw voldoet aan de wettelijke en door partijen gestelde brandveiligheidseisen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, neemt de rechtbank daarom niet aan dat [gedaagde] een verwijt gemaakt kan worden omdat [eiseres] er voor heeft gekozen om ook andere dan
de niet in de woningscheidende wand weggewerkte dakspantenbrandwerend te beschermen. In zoverre is dan ook geen sprake van een tekortkoming van [gedaagde] .
4.25.
Het voorgaande wordt niet anders omdat een werknemer van [gedaagde] op 14 december 2017 aan [aannemer] heeft meegedeeld dat de door haar gehanteerde principes juist zijn. [eiseres] heeft niet weersproken dat die e-mail van [aannemer] ziet op de brandwerende elementen op ingekleurde plattegronden op het moment dat de bouwwerkzaamheden nog niet waren aangevangen en dat [gedaagde] dus op dat moment geen andere informatie beschikbaar had dan de informatie die zij had toen ze de rapportage brandveiligheidsconcept opstelde.
4.26.
Tot slot, [eiseres] heeft in deze procedure niet toegelicht welke problemen na aanvang van de bouw zijn ontdekt en waarom deze problemen door [gedaagde] onderkend hadden moeten worden bij het opstellen van de rapportage brandveiligheidsconcept. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan de rechtbank niet beoordelen dat [gedaagde] ten aanzien van de advisering over de brandveiligheid enig verwijt gemaakt kan worden. Enige tekortkoming van [gedaagde] op het gebied van brandveiligheid is dan ook niet komen vast te staan.
Slotsom
4.27.
Niet is komen vast te staan dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens [eiseres] . Voor schadevergoeding bestaat daarom geen grond. De rechtbank zal de vorderingen van [eiseres] dan ook afwijzen.
4.28.
[eiseres] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
  • griffierecht € 4.200,00
  • salaris advocaat
totaal € 10.628,00.
4.29.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen, zoals hierna is vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis begroot op € 10.628,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 19 oktober 2022.