Rittal verwijt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voorts dat zij haar afspraken over de tweede pakbon niet is nagekomen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dit betwist en aangevoerd dat er geen sprake is geweest van verzuim harerzijds, omdat wel een (papieren) tweede pakbon aan de klanten van Rittal werd overhandigd. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft aangevoerd dat na de start van de samenwerking de afspraken zijn aangepast, omdat een papieren pakbon niet meer van deze tijd is. Geprobeerd zou worden om het proces rond de verstrekking van de tweede pakbon te digitaliseren, maar de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] specifiek daarvoor aangeschafte software bleek niet naar behoren te werken. Op uitdrukkelijk verzoek van Rittal is de doorontwikkeling van deze software vervolgens stilgelegd, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in haar dagvaarding.
In haar conclusie van antwoord in reconventie stelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat overeengekomen is de optie in te bouwen om te kunnen kiezen voor een door de afzender, Rittal, aan de geadresseerde te verstrekken digitale pakbon in plaats van een door de vervoerder te verstrekken papieren pakbon. In de OTA is uitsluitend opgenomen dat in de tweede fase van de samenwerking door haar zou worden gekeken naar een softwarematige oplossing, waarmee de pakbon zou worden gedigitaliseerd en klantspecifieker zou kunnen worden aangeleverd. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zij aan deze verplichting voldaan en zij verwijst daarvoor naar de producties 40 tot en met 48 van Rittal.
In haar conclusie van (repliek in conventie en) dupliek in reconventie heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aangevoerd dat Rittal niet wilde dat aan haar klanten digitaal een tweede pakbon werd verstrekt. Omdat Rittal erop stond dat haar klanten een papieren tweede pakbon ontvingen, is geopteerd voor de oplossing dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een door Rittal geproduceerde tweede pakbon aan de geadresseerde overhandigde. Daarmee werd voldaan aan haar verplichting een pakbon af te geven, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie].
De rechtbank gaat voorbij aan deze weinig consistente stellingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie].
Voor de zeer beperkte en door Rittal betwiste uitleg door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van haar verplichtingen bij de ontwikkeling van de tweede pakbon is geen steun te vinden in het wegvervoerscontract en de bijlagen en evenmin in de producties 40 tot en met 48. Volgens de overeenkomst diende [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de gehele pakbon te ontwikkelen en zou zij al in de vijfde week van haar leverancier een eerste versie krijgen opgeleverd. In de correspondentie tussen partijen over de ontwikkeling van de tweede pakbon is geen enkele steun te vinden voor de stelling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat Rittal niet wilde dat aan haar klanten een digitale pakbon werd verstrekt en dat de doorontwikkeling van de software voor het digitaliseren van de tweede pakbon door Rittal is stopgezet. Veeleer blijkt uit deze correspondentie dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] er niet in slaagde een pakbon te construeren die voldeed aan de eisen die Rittal daaraan stelde.
Zo heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 31 juli 2018 definitieve versies van de tweede pakbon aan Rittal gestuurd en is van de zijde van Rittal daarop gereageerd met
“nog een paar kleine opmerkingen”.Bij e-mailbericht van 10 augustus 2018 wordt aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevraagd of de deadline van week 34 gehaald kan worden. In de e-mail van 17 augustus 2018 schrijft de medewerker van Rittal aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat hij helaas na de laatste versie van 31 juli niks meer heeft vernomen en dat hij erg benieuwd is of aan de pakbon akkoord kan worden gegeven, zodat
“ons kantoor logistiek de 2e pakbon niet meer hoeft bij te voegen aan de transporten (…)”. Vast staat dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 22 augustus 2018 heeft meegedeeld dat de tweede pakbon niet klaar was voor ‘livegang’ en dat deze situatie sindsdien niet is gewijzigd.
Uit het voorgaande blijkt dat Rittal voldoende heeft aangetoond dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar toezegging dat de 2e pakbon op of omstreeks 17 augustus 2018 gereed zou zijn, niet is nagekomen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft -ook na ingebrekestelling- geen bruikbare papieren of digitale versie ontwikkeld van de tweede pakbon zoals door partijen overeengekomen, en is mede daardoor tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst met Rittal.