Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 19 september 2022
- de schriftelijke reactie van de rechter van 22 september 2022
- de e-mail van mr. R.P. van den Broek (advocaat van eiser in de hoofdzaak) van 3 oktober 2022 met als bijlage een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 juli 2017
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling, gehouden op 3 oktober 2022.
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
- kort samengevat - de gang van zaken en de bejegening door de rechter tijdens de mondelinge behandeling in 2015. Een verzoek tot wraking moet echter worden gedaan zodra de omstandigheden die daarvoor aanleiding hebben gegeven zich hebben voorgedaan. Indien verzoekster van mening is dat zich tijdens de mondelinge behandeling in de eerdere procedure een grond voor wraking heeft voorgedaan, dan had zij destijds in 2015 om wraking moeten verzoeken. Nu verzoekster dat heeft nagelaten, kan de wrakingskamer hetgeen zij aanvoert niet bij de beoordeling van het huidige wrakingsverzoek betrekken.