Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
de rechtbank begrijpt dat hier het woordnietper abuis ontbreekt] nog een keer zal maken
3.De bewezenverklaring
op ofomstreeks 24 juli 2021 te Arnhem met [slachtoffer] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van
bewusteloosheid,verminderd bewustzijn
of lichamelijke onmachtverkeerde, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.326,70 aan materiële schade en € 5.000,- aan smartengeld, de materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald en de immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 1.326,70 aan materiële schade en € 5.000,- aan smartengeld. De materiële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 september 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. De immateriële schade wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 juli 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als deze bedragen niet worden betaald, kunnen 66 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.