ECLI:NL:RBGEL:2022:5782

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
12 oktober 2022
Zaaknummer
C/05/408503 FZ RK 22-2502
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor een betrokkene met cocaïnegebruik als psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 september 2022 een mondelinge uitspraak gedaan over de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een ernstige stoornis in het gebruik van cocaïne, alsmede ADHD. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging, omdat er ernstige risico's waren voor de gezondheid en het welzijn van de betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat en een psychiater in opleiding. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat er geen sprake was van een stoornis die ernstig nadeel veroorzaakte en vroeg om afwijzing van het verzoek, of in ieder geval om beperking van de machtiging tot zes maanden.

De rechtbank oordeelde echter dat de betrokkene inderdaad lijdt aan een ernstige psychische stoornis, die leidt tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om de gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen die getroffen konden worden, zoals medische controles en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank achtte de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief, en gaf de betrokkene de kans om in de komende periode te laten zien dat zij een stabiel leven zonder cocaïnegebruik kan leiden.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Zutphen
Zaakgegevens: C/05/408503 FZ RK 22-2502
Datum mondelinge uitspraak: 16 september 2022
Beschikking machtiging tot het verlenen van verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te [plaats] op grond van een zorgmachtiging, geldend tot en met 11 oktober 2022,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. P.F. Wolbers te Hengelo.

1.Procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 9 september 2022.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 september 2022, in de accommodatie [naam instelling] .
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
de heer [naam 1] , partner van betrokkene;
de heer [naam 2] , als psychiater in opleiding verbonden aan [naam instelling] ;
mevrouw [naam 3] , ambulant verpleegkundige (via een beeldverbinding).
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
De advocaat van betrokkene heeft naar voren gebracht dat er geen sprake is van een stoornis die ernstig nadeel veroorzaakt, en concludeert tot afwijzing van het verzoek. Betrokkene ondergaat vrijwillig urinecontroles en heeft inmiddels contact gezocht met een organisatie die dagbesteding aanbiedt. Subsidiair verzoekt de advocaat de machtiging in duur te beperken tot zes maanden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is naar het oordeel van de rechtbank gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een ernstige stoornis in het gebruik van cocaïne, alsmede ADHD. De stoornis in het gebruik van cocaïne is naar het oordeel van de rechtbank dermate ernstig dat haar hele denken, willen, voelen, oordelen en doelgericht handelen is gericht op het gebruik van cocaïne zonder de negatieve gevolgen daarvan voldoende te kunnen overzien en te kunnen voorkomen. In het verleden is betrokkene daardoor in een zeer ernstige situatie terecht gekomen met dakloosheid, prostitutie en fysieke mishandeling. Na drie-en-een-halve maand opname bij [naam instelling] verblijft betrokkene sinds twee dagen in [plaats] bij familie, en heeft verklaard afgekickt te zijn van cocaïnegebruik. Het psychologisch onderzoek ten behoeve waarvan betrokkene volledig abstinent diende te zijn, is afgerond. Tijdens de opname bij [naam instelling] heeft betrokkene één terugval in cocaïnegebruik gehad. Betrokkene werkt mee aan wekelijkse urinecontroles, en in de afgelopen periode zijn de controles een paar keer positief op middelengebruik uitgevallen. Volgens betrokkene kan dat niet voortkomen uit cocaïnegebruik, maar de aanwezige psychiater denkt daar anders over.
2.3.
Het gedrag dat uit de stoornis voortvloeit, leidt tot het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig nadeel, gelegen in:
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige psychische schade;
maatschappelijke teloorgang.
2.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft een beperkt inzicht in haar stoornis en het daarmee gepaard gaande risico op zelfbeschadigend cocaïnegebruik. Zij werkt weliswaar vrijwillig mee aan urinecontroles, maar dat gebeurt binnen het dwingende kader van de huidige machtiging. De rechtbank acht de kans groot dat betrokkene zonder dwingend kader de controles niet zal ondergaan. Bovendien is het huidige bereikte evenwicht pril en behoeft het verdere bestendiging. Om die reden is verplichte zorg nodig. De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van zorg en de daarbij aangegeven duur noodzakelijk zijn, mede gelet op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van zorg bestaan uit:
het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische behandelmaatregelen;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
insluiten;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het opnemen in een accommodatie;
alle voor de duur van zes maanden.
Betrokkene gebruikt geen medicatie, en daarom wijst de rechtbank de zorgvorm ‘toedienen van vocht, voeding en medicatie’ af. Ook wijst de rechtbank de zorgvorm ‘beperken van het recht op het ontvangen van bezoek’ af.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Indien betrokkene opnieuw terugvalt in cocaïnegebruik zal snel moeten worden ingegrepen om te voorkomen dat betrokkene weer in de maatschappelijk verloederde staat raakt als waarin zij eerder terecht is gekomen.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Zoals door de advocaat van betrokkene is verzocht, ziet de rechtbank aanleiding de duur van de machtiging te beperken. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden. In het komende half jaar kan betrokkene laten zien dat zij een stabiel leven zonder cocaïnegebruik leidt.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.5. kunnen worden getroffen;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk
16 maart 2023.
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2022 door mr. G. Hilberink, rechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Verschuren, griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 27 september 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.