Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in 2.5. kunnen worden getroffen;
16 maart 2023.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 september 2022 een mondelinge uitspraak gedaan over de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een ernstige stoornis in het gebruik van cocaïne, alsmede ADHD. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging, omdat er ernstige risico's waren voor de gezondheid en het welzijn van de betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat en een psychiater in opleiding. De advocaat van de betrokkene voerde aan dat er geen sprake was van een stoornis die ernstig nadeel veroorzaakte en vroeg om afwijzing van het verzoek, of in ieder geval om beperking van de machtiging tot zes maanden.
De rechtbank oordeelde echter dat de betrokkene inderdaad lijdt aan een ernstige psychische stoornis, die leidt tot een aanzienlijk risico op ernstig nadeel, waaronder lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om de gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen die getroffen konden worden, zoals medische controles en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank achtte de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief, en gaf de betrokkene de kans om in de komende periode te laten zien dat zij een stabiel leven zonder cocaïnegebruik kan leiden.