ECLI:NL:RBGEL:2022:5687
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schuldsaneringsregeling en de boedel van slachtoffers van geweld in de jeugdzorg
Op 5 oktober 2022 heeft de Rechtbank Gelderland een beschikking gegeven in een hoger beroep dat was ingesteld door [appellante] tegen een eerdere beslissing van de rechter-commissaris. De zaak betreft de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor [appellante], die op 14 juni 2021 was uitgesproken. De bewindvoerder had verzocht om een tegemoetkoming van € 5.000,00, die [appellante] had ontvangen op grond van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg, buiten de boedel te laten vallen. De rechter-commissaris had dit verzoek op 11 juli 2022 afgewezen, met de motivering dat alle inkomsten in de boedel vallen, tenzij er specifieke uitzonderingen zijn.
De rechtbank oordeelde dat de overschrijding van de beroepstermijn door [appellante] verschoonbaar was, maar dat de tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg niet onder de uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 295 lid 1 van de Faillissementswet valt. De rechtbank benadrukte dat de schuldsanering is bedoeld om een schone lei te bieden, en dat alle inkomsten, inclusief vergoedingen en tegemoetkomingen, in de boedel vallen. De rechtbank weegt de belangen van de schuldeisers zwaarder dan die van [appellante].
Uiteindelijk heeft de rechtbank de beschikking van de rechter-commissaris bekrachtigd, waarmee het verzoek van [appellante] om de tegemoetkoming buiten de boedel te laten vallen werd afgewezen. De uitspraak onderstreept de strikte toepassing van de regels omtrent de schuldsanering en de behandeling van financiële tegemoetkomingen in het kader van de boedel.