Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 9 september 2022,
- een brief met producties 1 tot en met 10b namens [eiseres] van 12 september 2022,
- een brief met producties 11 tot en met 13 namens [eiseres] van 14 september 2022,
- een brief met producties 1 tot en met 13 namens [gedaagde] van 15 september 2022,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 19 september 2022,
- de pleitnota tevens houdende een eiswijziging namens [eiseres] ,
- de pleitnota namens [gedaagde] .
2.De feiten
- [eiseres] kan van [gedaagde] tot eind 2024 een jaarlijkse hoeveelheid TopCrete van 10.000 ton kopen
- [eiseres] moet hiervoor aan [gedaagde] een prijs van 55 EUR/per ton afgehaald in Duiven betalen
- Levering van de hierboven genoemde hoeveelheid TopCrete aan [eiseres] gaat vóór levering aan andere partijen, of gebruik door [gedaagde] voor haar eigen toepassingen. Als [gedaagde] de hoeveelheid niet kan leveren verbeurt zij 55 EUR/ton aan niet geleverd materiaal aan [eiseres]
1. Scope:
PRODUCT’), known under the synonym TopCrete as produced by AVR-Afvalverwerking B.V. (“AVR”) in their TCI installation in Duiven, NL, and as available to SELLER as arranged in a separate agreement between SELLER and AVR.
2.Quantity:
6.PERIOD OF AGREEMENT
3.PRICE
8.SUPPLY SECURITY
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
door andere partijenop grond van de overeenkomst eerst aan [eiseres] dient te leveren tot een volume van 10.000 ton per jaar vóórdat zij aan andere partijen levert op straffe van een boete, om zo de levering van 10.000 ton TopCrete per jaar te kunnen garanderen. Dit is ook in lijn met de titel van artikel 8: Supply Security. Dat in artikel 8 een met artikel 2 vergelijkbare boete van € 55,00 per ton TopCrete is opgenomen maakt het voorgaande niet anders. De boete in artikel 8 ziet immers op een andere situatie dan de boete in artikel 2. De boete in artikel 2 ziet op de situatie dat [gedaagde] niet de gegarandeerde 10.000 ton per jaar kan leveren, terwijl de boete in artikel 8 ziet op de situatie dat [gedaagde] de door [eiseres] bestelde hoeveelheid TopCrete niet kan leveren terwijl zij wel TopCrete heeft geleverd aan een derde. In dat geval wordt [eiseres] door [gedaagde] gecompenseerd met € 55,00 per ton op basis van de hoeveelheid bestelde TopCrete dat niet is geleverd, tenzij de tekortkoming is onderworpen aan overmacht. De boete in artikel 8 ziet daarmee op de aan [eiseres] toegekende voorkeurspositie.