Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p.11-12;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 23;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 28, inhoudende:
- het proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 4-5;
- het proces-verbaal van gebruik middelen bij geweldsdelicten, p. 24-25.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , p. 26-27;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , p. 33-34;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 50, inhoudende:
3.De bewezenverklaring
- het onder parketnummer 05/103411-21 feit 1, 3 en 4 tenlastegelegde,
- het onder parketnummer 05/174827-21 feit 1 en 2 tenlastegelegde,
- het onder parketnummer 05/339973-21 primair tenlastegelegde, en
- het onder parketnummer 05/202419-21 feit 2 tenlastegelegde
op een of meerdere tijdstippenin
of omstreeksde periode van 1 juni 2019 tot en met 17 augustus 2019 te Arnhem
op [locatie 1] , in ieder gevalop de openbare weg,
in elk geval enig goeddat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededadertoebehoorde
/of“je moet mij nu je geld geven of ik sla je in elkaar”,
althans woorden van soortgelijke dreigende/dwingende aard of strekkingen
/of
/of
een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2019 tot en met17 augustus 2019 te Arnhem
op [locatie 1] , in ieder gevalop de openbare weg,
of meerander
en, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag,
in elk geval enig goeddat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededadertoebehoorde
/of
/halsheeft gepakt en
/ofdie [slachtoffer 1] op de grond heeft
gegooid/geduwd,
of omstreeks21 juli 2020 te Arnhem
op [locatie 1] , in ieder gevalop de openbare weg, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van 50 euro, in elk geval enig geldbedrag, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte toebehoorde, te weten aan die [slachtoffer 3] , door
/ofdichtbij die [slachtoffer 3] te gaan staan en
/of
althans woorden van soortgelijke dreigende/dwingende aard of strekkingen
/of
/of
althans woorden van soortgelijke dreigende/dwingende aard of strekkingen
/of
een mes, althanseen op een mes gelijkend voorwerp te tonen en
/ofdat voorwerp tegen de buik
, althans het lichaam,van die [slachtoffer 3] te
drukken/houden;
of omstreeks31 oktober 2020 te Arnhem [slachtoffer 4] heeft mishandeld door die [slachtoffer 4] met gebalde vuist
op/tegen de kaak
, althans het gezicht, althans het hoofd,te slaan
/stompen;
of omstreeks3 juli 2021 te Arnhem [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen "Twee dagen voordat mijn moeder en vader dood gaan, maak ik jou dood. Dat zweer ik op mijn dochter" en
/of"Mijn vader, mijn dochter mogen doodgaan als ik jou niet doodmaak 1 dezer dagen"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
of omstreeks3 juli 2021 te Arnhem opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel
of een vordering, krachtens enig wettelijk voorschrift, te weten artikel 55e lid 3 strafvordering, gedaan door een ambtenaar, te weten, [naam 1] (hulpofficier van justitie),
belast met de uitoefening van enig toezicht en/ofbelast met en/of bevoegd verklaard tot het opsporen en
/ofonderzoeken van strafbare feiten, door, nadat deze ambtenaar hem had bevolen
of van hem had gevorderdmee te werken aan een bloedonderzoek, hieraan geen gevolg te geven;
of omstreeksde periode van 09 oktober 2021 tot en met 11 oktober 2021
te Arnhem, althansin Nederland, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met
smaad, smaadschrift en/ofopenbaring van een geheim [slachtoffer 6] heeft gedwongen tot afgifte van enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 6]
en/of aan een derdetoebehoorde, welke bedreiging met openbaring van een geheim hierin bestond dat hij, verdachte, heeft gedreigd aan de familie, vrienden en het werk van die [slachtoffer 6] bekend te maken dat hij, [slachtoffer 6] , een seksafspraak heeft gemaakt, indien die [slachtoffer 6] niet enig geldbedrag aan verdachte zou betalen;
of omstreeks13 mei 2021 te Arnhem [slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling, door die [slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 9] dreigend de woorden toe te voegen "Jullie gaan allemaal dood” en
/of“ [slachtoffer 9] ik ga jou
/of“En [slachtoffer 8] die ga ik martelen”
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De beoordeling van het beslag
10.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05/881802-16)
11.De toegepaste wettelijke bepalingen
12.De beslissing
een gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
- beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- verklaart verbeurd de bij verdachte inbeslaggenomen [merk] ;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 onder parketnummer 05/10341121 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 500,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 10 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- gelast de tenuitvoerlegging van de op 12 februari 2019 door de politierechter van deze rechtbank voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf van 2 maanden (parketnummer 05/881802-16).