Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde nacht van 1 januari 2022 op 2 januari 2022 te Nijmegen,
in ieder geval in Nederland,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een persoon, te weten [slachtoffer] , opzettelijk
, en met voorbedachten rade,van het leven te beroven, met dat opzet,
en na kalm beraad en rustig overleg,met een vuurwapen heeft geschoten op een personenauto waarin die [slachtoffer] op dat moment was gezeten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
of omstreeksde nacht van 1 januari 2022 op 2 januari 2022 te Nijmegen,
in ieder geval in Nederland,voorhanden heeft gehad een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, merk FEG, kaliber 9 mm, en bijbehorende
(scherpe
)munitie van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere patronen, kaliber 9mm.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
6 (zes) jaren;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 400,-- aan materiële schade en € 5.000,-- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 5.400,-- aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 januari 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 60 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.