ECLI:NL:RBGEL:2022:5555

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
29 september 2022
Zaaknummer
05/324556-21, 05/085978-22 en 05/142853-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor mishandeling en diefstal met geweld

Op 27 september 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder mishandeling van zijn moeder en diefstal met geweld. De verdachte, geboren in 1979 en op dat moment gedetineerd in de P.I. Haaglanden, werd beschuldigd van het mishandelen van zijn moeder op 8 juni 2022 in Nijmegen. Tijdens een discussie heeft hij zijn moeder op de grond gegooid en een stoel tegen haar gegooid, wat leidde tot lichamelijk letsel. Daarnaast was de verdachte betrokken bij meerdere diefstallen, waaronder diefstal van cosmetica en levensmiddelen, waarbij geweld en bedreiging met geweld tegen anderen werd gebruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten, waaronder verklaringen van getuigen en aangiften van slachtoffers. De officier van justitie eiste een ISD-maatregel van twee jaar, gezien het hoge recidiverisico van de verdachte, die al eerder was veroordeeld voor soortgelijke delicten. De verdediging pleitte voor een lichtere straf, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van de maatschappij en de beëindiging van recidive een strenge maatregel vereisen. Uiteindelijk werd de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar, zonder rekening te houden met de tijd in voorarrest, om de verdachte de kans te geven zich te stabiliseren en een behandeltraject te doorlopen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/324556-21, 05/085978-22 en 05/142853-22 (gevoegd ter terechtzitting)
Datum uitspraak : 27 september 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortejaar 1979] in [geboorteplaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Haaglanden, PPC, in ’s-Gravenhage.
Raadsvrouw: mr. A. Sahin, advocaat in Lent.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 september 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/142853-22
1.
hij op of omstreeks 8 juni 2022 te Nijmegen zijn moeder, [slachtoffer 1] , heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] op de grond te gooien/duwen, althans naar de grond te doen bewegen en/of een stoel en/of een poefje, althans een voorwerp op/tegen voornoemde [slachtoffer 1] te gooien;
2.
hij op of omstreeks 8 juni 2022 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere glas/glazen en/of een telefoon, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Parketnummer 05/324556-21
1.
hij, op of omstreeks 29 juni 2021 te Nijmegen cosmetica, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [slachtoffer 2] (locatie: Daalseweg), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een display op de servicebalie tegen die [slachtoffer 3] aan te duwen en/of de woorden toe te voegen "ik ga de [slachtoffer 2] in de fik steken. Ik kom voor jou terug";
2.
hij, op of omstreeks 7 september 2021 te Nijmegen batterijen, lampen, geurstokjes, wc blokjes, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [slachtoffer 4] (locatie: Fenikshof), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door zich los te rukken en/of slaande bewegingen te maken;
Parketnummer 05/085978-22
1.
hij op of omstreeks 21 oktober 2021 te Nijmegen een of meerdere levensmiddelen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 29 november 2021 te Nijmegen een of meerdere levensmiddelen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs, moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde onder parketnummer 05/142853-22 feit 1. Ten aanzien van de overige ten laste gelegde feiten heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05/142853-22 [1]
Feit 1
Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij en haar zoon, verdachte, op 8 juni 2022 bij aangeefster thuis aan de [adres] in Nijmegen een discussie kregen over een onderwerp op het journaal. Verdachte kwam op aangeefster af en schreeuwde dat hij haar ging vermoorden. Verdachte gooide aangeefster vervolgens op de grond. Verdachte pakte een grote zitstoel op en gooide de stoel bovenop aangeefster. Aangeefster voelde pijn en was bang dat verdachte haar nog meer zou aandoen. Aangeefster zag dat zij een bult en een grote blauwe plek op haar arm had. [2]
Verbalisant zag, bij het opnemen van de aangifte, bij aangeefster ter hoogte van de elleboog aan de binnenkant van de arm een blauwe plek en een verdikking, waarvan aangeefster verklaarde dat dit letsel was ontstaan door toedoen van haar zoon. [3] Op 10 juni 2022 is aangeefster nogmaals bezocht. Aangeefster had toen een grote bloeduitstorting op haar linker elleboog. [4]
Getuige [getuige 1] , een buurman, heeft verklaard dat hij hard geschreeuw en andere harde geluiden, lijkend op het gooien van meubels, hoorde. [5] Getuige [getuige 2] hoorde harde geluiden van meubilair bij zijn bovenbuurvrouw van de [adres] . Ook hoorde getuige gescheld van een mannenstem, welke stem getuige herkende als de stem van verdachte. [6] Getuige [getuige 3] , een vriend van verdachte naar wie verdachte na het incident is toegegaan, heeft verklaard dat hij telefonisch met aangeefster heeft gesproken. Aangeefster vertelde aan getuige dat verdachte helemaal door het lint was gegaan en dat hij haar van de stoel had gegooid. Hierdoor had aangeefster pijn aan haar arm en was haar arm blauw. [7]
Gelet op het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 8 juni 2022 in Nijmegen zijn moeder heeft mishandeld door haar op de grond te gooien/duwen en een stoel tegen haar te gooien.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 6-8;
- het proces-verbaal van verhoor van bevindingen, p. 36-37;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 september 2022.
Parketnummer 05/324556-21 [8]
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] namens [slachtoffer 2] , p. 10-12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 september 2022.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] namens [slachtoffer 4] , p. 3-5;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 september 2022.
Parketnummer 05/085978-22 [9]
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] namens [slachtoffer 2] , p. 4-5;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 september 2022.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] namens [slachtoffer 2] , p. 7-8;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 27-28;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 13 september 2022.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/142853-22 feiten 1 en 2, parketnummer 05/324556-21 feiten 1 en 2 en parketnummer 05/085978-22 feiten 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/142853-22
1.
hij op
of omstreeks8 juni 2022 te Nijmegen zijn moeder, [slachtoffer 1] , heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] op de grond te gooien/duwen
, althans naar de grond te doen bewegenen
/ofeen stoel
en/of een poefje, althans een voorwerp op/tegen voornoemde [slachtoffer 1] te gooien;
2.
hij op
of omstreeks8 juni 2022 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk
een ofmeerdere
glas/glazen en
/ofeen telefoon,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Parketnummer 05/324556-21
1.
hij, op
of omstreeks29 juni 2021 te Nijmegen cosmetica,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan de [slachtoffer 2] (locatie: Daalseweg),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan,vergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging
met geweld tegen [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken, en
/ofom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht
mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door een display op de servicebalie tegen die [slachtoffer 3] aan te duwen en
/ofde woorden toe te voegen "ik ga de [slachtoffer 2] in de fik steken. Ik kom voor jou terug";
2.
hij, op
of omstreeks7 september 2021 te Nijmegen batterijen, lampen, geurstokjes, wc-blokjes,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan de [slachtoffer 4] (locatie: Fenikshof)
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd
voorafgegaan,vergezeld en
/ofgevolgd van
geweld
en/of bedreiging met geweldtegen [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken, en
/ofom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door zich los te rukken en
/ofslaande bewegingen te maken;
Parketnummer 05/085978-22
1.
hij op
of omstreeks21 oktober 2021 te Nijmegen
een of meerdere levensmiddelen, in elk gevalenig goed, dat
/die geheel of ten deleaan de [slachtoffer 6]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op
of omstreeks29 november 2021 te Nijmegen
een of meerdere levensmiddelen, in elk gevalenig goed, dat
/die geheel of ten deleaan [slachtoffer 6]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/142853-22 feit 1:
mishandeling, begaan tegen zijn moeder
Parketnummer 05/142853-22 feit 2:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd
Parketnummer 05/324556-21 feit 1:
diefstal, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
Parketnummer 05/324556-21 feit 2:
diefstal, vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
Parketnummer 05/085978-22 feit 1:
diefstal
Parketnummer 05/085978-22 feit 2:
diefstal

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om aan verdachte de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) op te leggen voor de duur van twee jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, waaronder een klinische opname, wordt opgelegd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het mishandelen van zijn moeder, het vernielen van glazen en een telefoon van zijn moeder en een viertal diefstallen, waaronder twee diefstallen met geweld. Met de mishandeling heeft verdachte inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn moeder. Hiervan is zij, zo volgt uit de schriftelijke slachtofferverklaring, erg geschrokken. De vernielingen hebben materiële schade met zich gebracht. De diefstallen hebben, naast materiële schade, voor overlast gezorgd en het is voorstelbaar dat de supermarktmedewerkers, die betrokken waren bij de diefstallen met geweld, angst hebben gevoeld.
Verdachte heeft een zeer uitgebreid strafblad. Hij is meermalen veroordeeld voor soortgelijke delicten.
Daarnaast blijkt uit het strafblad dat verdachte in de vijf jaar voor de bewezenverklaarde feiten meer dan drie keer onherroepelijk is veroordeeld wegens één of meer misdrijven. Daarbij zijn aan verdachte (deels voorwaardelijke) gevangenisstraffen opgelegd. Deze straffen, waaronder ook de deels voorwaardelijke gevangenisstraffen, zijn volledig ten uitvoer gelegd. De bewezenverklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen.
Ook blijkt uit het strafblad dat over een periode van vijf jaar, voor meer dan tien misdrijffeiten tegen verdachte processen-verbaal zijn opgemaakt, waarvan tenminste één misdrijf in de twaalf maanden voorafgaand aan het bewezenverklaarde feit. Verdachte valt hierdoor onder de definitie van een stelselmatige dader in de zin van de Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers.
De bewezenverklaarde feiten zijn misdrijven waarvoor voorlopige hechtenis kan worden toegelaten.
In het rapport van de reclassering staat dat het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Ondanks eerder opgelegde en ondergane straffen, heeft verdachte zich wederom schuldig gemaakt aan strafbare feiten. Bovendien betroffen alle feiten waarvoor verdachte in de afgelopen vijf jaar onherroepelijk is veroordeeld soortgelijke feiten als de thans bewezenverklaarde feiten. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte weer een dergelijk misdrijf zal plegen.
Aan verdachte zijn verschillende soorten straffen opgelegd en tenuitvoergelegd. In het reclasseringsrapport staat aangegeven dat naast het recidiverisico ook het risico dat verdachte zich zal onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog. De reclassering heeft gerapporteerd dat een patroon zichtbaar is waarbij verdachte aangeeft dat hij voornemens is zijn leven op de rit te krijgen, maar dit niet volhoudt. In het verleden is meerdere malen gebleken dat interventies in het kader van een voorwaardelijke veroordeling niet het nodige kader kunnen bieden voor blijvende gedragsverandering. Het lukt verdachte niet om zich aan de gemaakte afspraken te houden. Het strakke juridische kader van een ISD-maatregel kan ervoor zorgen dat betrokkene stabiliseert en voldoende stok achter de deur geeft om een klinisch behandeltraject (met langdurige nazorg) positief af te ronden. Er worden geen alternatieven gezien voor een ISD-maatregel.
De rechtbank verenigt zich met het rapport van de reclassering en neemt de conclusies over. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van personen of goederen het opleggen van de ISD-maatregel, die strekt tot beveiliging van de maatschappij en beëindiging van recidive, eist. Zij ziet geen passend alternatief, zoals een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden waaronder een klinische opname, zoals door de raadsvrouw bepleit, voor het opleggen van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
Naar het oordeel van de rechtbank is aan de eisen van artikel 38m van het wetboek van strafrecht om een ISD-maatregel op te leggen, voldaan.
Gelet op het voorgaande legt de rechtbank de ISD-maatregel op voor de duur van 2 jaar.
Om behandelmogelijkheden niet te doorkruisen, houdt de rechtbank bij de duur van de ISD-maatregel geen rekening met de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 57, 63, 300, 304, 310, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.M. Bögemann, voorzitter, mr. H.C. Leemreize en mr. M.W.R. Koch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Clevers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 september 2022.
mr. Leemreize en mr. Koch zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022255785, gesloten op 10 juni 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 6.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 32.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 34.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 17.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 23.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 20.
8.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021419531, gesloten op 29 oktober 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
9.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022147381, gesloten op 18 april 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.