Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[eiser 2],
[eiser 3],
1.de procedure
2.de verdere beoordeling
€ 6.195,00(3,5 punten × tarief € 1.770,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die zich afspeelt in het civiele recht, betreft het een aanvaring tussen vrachtschepen op de Rijn bij Lobith. De rechtbank Gelderland heeft op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil over schadevergoeding na twee aanvaringen. De eisers, bestaande uit de eigenaren en verzekeraars van een van de betrokken schepen, vorderden schadevergoeding van de eigenaren van een ander schip dat betrokken was bij de aanvaringen. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis geoordeeld dat de eigenaren van het schip dat de aanvaring veroorzaakte, aansprakelijk zijn voor de schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvaring het gevolg was van een eerdere aanvaring, waarbij de schuld bij de eigenaren van het schip lag dat de aanvaring veroorzaakte. De rechtbank heeft de hoogte van de schade vastgesteld op basis van een periode van tijdverlet en heeft de eisers in de gelegenheid gesteld om hun schade te specificeren. Uiteindelijk heeft de rechtbank de schadevergoeding vastgesteld op € 33.540,00, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast zijn de verzekeraars ook in hun vorderingen toegewezen. De rechtbank heeft de gedaagden, als grotendeels in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.J. Meijer.