2.11.Op 6 maart 2021 heeft [eisende partij] door “ [ingenieursbureau] ” een onderzoek laten verrichten naar de oorzaken van de door [eisende partij] gestelde knalgeluiden, afkomstig van de dakplaten. Op 6 april 2021 heeft [ingenieursbureau] haar bevindingen aan [eisende partij] gerapporteerd (hierna: “het [ingenieursbureau] -rapport”). In het [ingenieursbureau] -rapport staat, kort gezegd, dat de knallende geluiden worden veroorzaakt door diverse, constructieve gebreken aan het dak, namelijk:
i. de dakplaten zijn met vier schroefbouten bevestigd tegen afschuiving en verzakking, terwijl volgens de verwerkingsvoorschriften van het betreffende type dakplaat sprake moet zijn van minimaal elf schroefbouten;
de dakplaten zijn bij de helft van de dakconstructie verankerd op een gemetselde borstwering, waarbij geen keergordingen zijn aangetroffen;
er is sprake van corrosie van bevestigingsmiddelen, met name aan de haaknagels;
de middelste van drie fabrieksmatig op de dakplaat verlijmde houten tengellatten is veelal losgekomen van de dakplaat;
de ventilatie onder de dakpannen wordt aan de onderzijde geblokkeerd door de onderpannen en de vogel- en muiswering;
de bovenste draagbalk is van kopgevel opgelegd op het topgevelraam, deze oplegging is volgens het [ingenieursbureau] -rapport instabiel en ongebruikelijk;
bij de muren is een naad ontstaan tussen de gordingen en de dakplaat en de gordingen zijn na de bouw gedroogd en gekrompen, waardoor de dakplaten niet meer in lijn liggen met de andere dakplaten;
in de dakplaten zijn sparingen gezaagd ten behoeve van de dakramen, dit verzwakt de dakplaten en is niet ondervangen door een verstevigingsframe.
Verder staat in het [ingenieursbureau] -rapport dat met het herstel van deze gebreken een bedrag van
€ 27.500,- zal zijn. De conclusie van het [ingenieursbureau] -rapport luidt, voor zover relevant:
“(…) We zien dus een aantal gebreken tegelijk waarmee het aangetoonde kraken en knallen van het dak ook een duidelijke oorzaak heeft. Gezien het feit dat de gebreken die het knallen van het dak veroorzaken grotendeels al vanaf de bouw aanwezig waren, is het aannemelijk dat de genoemde al sinds de bouw, of enige tijd daarna, duidelijk waarneembaar waren. Het kan daarnaast zijn dat de geluidproductie in de loop der jaren iets is toegenomen door het losraken van gelijmde tengellatten, alsmede door het plaatsen van zonnepanelen zonder daarbij de nodige extra bevestigingsbouten in de dakplaten aan te brengen. Echter, omdat er na de aankoop van de woning geen constructieve aanpassingen aan de dakconstructie zijn verricht, voor zover bekend althans, is het niet aannemelijk dat de kraak- en knalgeluiden, vanuit het niets, ineens na de aankoop van de woning of door toedoen van de heer [eisende partij] zijn ontstaan. (…)”