1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 mei 2022 te Groenlo meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
- een hoeveelheid cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- een hoeveelheid MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
(telkens) een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
hij op of omstreeks 31 mei 2022 te Groenlo opzettelijk
aanwezig heeft gehad
- ongeveer 1,19 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- ongeveer 1,82 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- ongeveer 6,76 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
- ongeveer 0,42 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
- ongeveer 1,28 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
- ongeveer 0,48 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
- ongeveer 0,55 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
- ongeveer 0,52 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
- ongeveer 0,37 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
- ongeveer 0,29 gram MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA,
- ongeveer 0,17 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
- ongeveer 0,16 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne en/of
- ongeveer 0,21 gram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 mei 2022 te Groenlo meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of
verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid hennep, zijnde hennep en/of hasjiesj (telkens) een
middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 31 mei 2022 te Groenlo opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ongeveer 21,07 gram hennep (gruis),
- ongeveer 31,87 gram hennep (toppen),
- ongeveer 4,81 gram hasjiesj,
- ongeveer 12,74 gram hasjiesj,
- ongeveer 8,74 gram hasjiesj,
- ongeveer 8,59 gram hasjiesj en/of
- ongeveer 9,94 gram hasjiesj,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep en/of een hoeveelheid hasjiesj, zijnde hasjiesj, een middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 met uitzondering van de bestanddelen ‘afleveren en/of vervoeren’. De officier van justitie heeft daarnaast gesteld dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 2, feit 3 en feit 4.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 1 betoogd dat er onvoldoende bewijs is dat verdachte in harddrugs handelde, nu geen van de getuigen heeft verklaard zelf cocaïne of MDMA te hebben gekocht van verdachte. De verklaringen van getuigen inhoudende dat verdachte cocaïne en MDMA verkocht en/of verstrekte, zijn enkel ‘van horen zeggen’. Verdachte dient daarom van feit 1 te worden vrijgesproken. De raadsvrouw heeft zich gerefereerd ten aanzien van feit 2, feit 3 en feit 4.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de feiten 2 en 4
Ten aanzien van de feiten 2 en 4 is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 270-274;
- de NFI-rapportages d.d. 2 juni 2022, p. 275-277;
- het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen met nummer PL0600-2021597444-63;
- de NFI-rapportages d.d. 20 juli 2022;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 september 2022.
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 230-231;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 6 september 2022.
De rechtbank acht op grond van die bewijsmiddelen de feiten 2 en 4 wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1 en feit 3
Naast het bezit van hard- en soft drugs (de feiten 2 en 4) wordt verdachte onder de feiten 1 en 3 verweten geruime tijd in hard- en soft drugs te hebben gedeald.
De rechtbank acht ook die feiten bewezen.
Vanaf begin 2021 komen er bij de politie verschillende signalen binnen dat verdachte zich mogelijk bezig zou houden met de handel in drugs. Dit heeft op enig moment geleid tot de start van een politieonderzoek tegen verdachte.
Op 31 mei 2022 heeft er onder leiding van een rechter-commissaris een doorzoeking in de woning van verdachte aan de [adres] te Groenlo plaatsgevonden. Tijdens deze doorzoeking zijn (onder meer) de verboden middelen in beslag genomen, die onder feit 2 en 4 ten laste zijn gelegd en waarover verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd.Verder werden in de woning onder meer weegschalen en verpakkingsmaterialen waaronder gripzakjes en GHB-buisjes aangetroffen. Daarnaast werden in de woning diverse ongeopende prepaid telefoonkaarten, een geldtelmachine en ruim € 2.000,- aan contant geld aangetroffen.
In het onderzoek zijn verschillende getuigen gehoord, die hebben verklaard van verdachte drugs te hebben afgenomen binnen de ten laste gelegde periode:
Zo heeft getuige [getuige 1] verklaard dat hij al vanaf november 2020 bij verdachte aan de [adres] te Groenlo kwam. [getuige 1] wist dat men bij verdachte XTC, ketamine, LSD, crack, speed, coke en miauw ofwel 4MMC kon halen. [getuige 1] kocht in de twee jaar dat hij bij verdachte kwam 4MMC, hasj, wiet en XTC. Hij betaalde voor 1 gram wiet of hasj 10 euro en betaalde dan soms met contant geld en soms via een tikkie. Verdachte stuurde [getuige 1] dan een tikkie met in de omschrijving 'chips en blikje cola'. Het ging dan om een betaling voor drugs.
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij sinds 2020 bij verdachte kwam om drugs te halen. Zij kwam er een periode bijna dagelijks. Zij kocht van hem wiet, maar zij heeft ook wel eens XTC gekocht. Voor anderen heeft zij wel eens pep of snuif gekocht. Bij verdachte kon je alles halen. Miauw, coke, pep, wiet, hasj, medicatie en vast nog wel meer. Het was er meestal wel druk. Zij betaalde soms contant maar meestal via de bank. Verdachte stuurde dan een tikkie. Daar stond vaak iets in van boodschappen of chips en cola.
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij een vriend wiet en hees laat halen bij huisdealer [verdachte] in Groenlo. Je kan bij hem allerlei soorten drugs halen: wiet, uitgekookte coke, xtc, speed, miauw en ketamine. Getuige heeft aan de politie een gesprek laten zien tussen hem en verdachte waarin het ging over betaling van drugs door getuige via Bunq.Verder heeft [getuige 3] verklaard, dat er dagelijks wel 10 à 15 personen in de woning van verdachte kwamen en deze gebruikten dan veelal drugs.
Op enig moment is er (in de periode van 2 tot en met 8 februari 2022) een voertuig voorzien van een camera geplaatst gericht op de parkeerplaats achter de woning van verdachte. Er zijn camerabeelden opgenomen en uitgekeken. Op deze camerabeelden is, aldus de politie, te zien dat er die periode meerdere personen dagelijks voor korte tijd de woning van verdachte bezoeken. Het zijn meestal 5 tot 10 personen per dag.
Uit verschillende onderzoeksbevindingen is naar voren gekomen dat de betalingen voor de drugs via de bank werden betaald. Daarom zijn op enig moment de bankgegevens van verdachte gevorderd en geanalyseerd. Uit het proces-verbaal van bevindingen op pagina 60 e.v. (met bijlagen) en het (losse) proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 juli 2022 volgt dat verdachte in de periode gelegen tussen het voorjaar van 2021 tot en met april 2022 van een groot aantal personen vrijwel dagelijks, soms meerdere keren per dag, geldbedragen heeft ontvangen. Onder deze personen bevonden zich jongeren, alsmede voor een verbalisant ambtshalve bekende drugsgebruikers. Het totaal van die overboekingen (veelal zgn. tikkies) betreft € 17.871,43.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een luisterend oor was voor jongeren die bij hem langskwamen en dat hij wel eens topjes hennep aan hen weggaf. Dit deed hij soms gratis en soms tegen de inkoopprijs.
De handel in softdrugs en harddrugs (feit 1 en 3)
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verkopen en verstrekken van zowel cocaïne en MDMA als hennep en hasjiesj.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat de harddrugs en softdrugs voor eigen gebruik waren. Hij heeft verder verklaard dat jongeren bij hem langskwamen om te praten over problemen waar zij tegenaan liepen en dat zij dan soms flessen cola en pakjes sigaretten meenamen. Verdachte heeft ter zitting erkend dat hij tot het verbod van oktober 2021 af en toe 3mmc in huis had, die de jongeren van hem kochten. De jongeren betaalden voor de flessen cola, 3mmc en sigaretten door middel van een tikkie. Ook werden er feestjes en barbecues gegeven waarvoor de jongeren een bijdrage betaalden. De rechtbank acht niet aannemelijk dat de aangetroffen hard- en softdrugs enkel voor eigen gebruik waren, nu in de woning van verdachte verpakkingsmateriaal, weegschalen, diverse prepaid telefoonkaarten, contant geld en een geldtelmachine is aangetroffen. Deze materialen duiden op het handelen in verdovende middelen. De rechtbank acht het gezien de hoeveelheid en frequentie van transacties niet aannemelijk dat de transacties enkel zagen op een bijdrage voor een barbecue of feestje of het incidenteel meenemen van een fles cola of een pakje sigaretten.
Conclusie
De rechtbank komt op grond van het bovenstaande tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde onder feit 1 en feit 3 met uitzondering van de bestanddelen
geteeld en/of vervoerd en/of afgeleverd.