In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt beslist op de verzoeken om voorlopige voorzieningen van verzoekster in het kader van de Wet open overheid (Woo). Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen vier besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo en de gemeenteraad, en heeft verzocht om voorlopige voorzieningen. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 5 september 2022 behandeld, waarbij de gemachtigden van verzoekster en de gemachtigde van verweerders aanwezig waren.
De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende is aangetoond dat er sprake is van een spoedeisend belang dat een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De besluiten waartegen bezwaar is gemaakt, zijn genomen op 22 juni en 29 juni 2022, en de voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster kan wachten op de beslissing op bezwaar, die uiterlijk eind oktober of begin november zal worden genomen.
Daarnaast wordt het verzoek om openbaarmaking van een advies afgewezen, omdat ook hier onvoldoende spoedeisend belang is aangetoond. De voorzieningenrechter stelt vast dat het college niet heeft beslist op het verzoek om openbaarmaking van het advies, maar dat dit verzoek niet aan de voorzieningenrechter is voorgelegd. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorzieningen in de zaken 22/4033, 22/4035 en 22/3784 af en verklaart het verzoek in de zaak 22/4041 niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.