In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 21 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de verlening van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een vakwerkmast zonder antenne-installatie. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg aan KPN B.V. De eisers, [Eiser A] en [Eiseres B], die in de nabijheid van de beoogde locatie wonen, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van 6 november 2020, waarin hun bezwaar tegen de vergunning ongegrond werd verklaard.
De rechtbank oordeelde dat de verweerder ten onrechte toepassing had gegeven aan de Kruimelgevallenregeling, omdat de aanvraag niet voldeed aan de definitie van een antenne-installatie zoals opgenomen in het Besluit omgevingsrecht (Bor). De rechtbank stelde vast dat de aanvraag enkel betrekking had op de plaatsing van een vakwerkmast zonder antenne, en dat de juiste procedure niet was gevolgd. Dit leidde tot de conclusie dat het bestreden besluit een gebrek vertoonde en dat het beroep gegrond was.
De rechtbank heeft de verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eisers en eiseres, en het griffierecht aan hen vergoed. De rechtbank heeft bepaald dat de verweerder opnieuw op de aanvraag moet beslissen, waarbij de juiste procedure moet worden gevolgd en de belangen van de eisers in de besluitvorming moeten worden meegewogen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige procedure bij de verlening van omgevingsvergunningen, vooral in situaties waar omwonenden mogelijk worden benadeeld.