ECLI:NL:RBGEL:2022:528

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 januari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
C/05/398142 KG RK 21-942
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk na einduitspraak

Op 13 januari 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster. Dit verzoek was ingediend op 1 december 2021 en strekte tot wraking van mr. N.W. Huijgen, rechter in een eerdere zaak met nummer C/05/261546/ HA ZA 14-181. Verzoekster was het niet eens met de beslissingen van de rechter in de vonnissen van 15 juli 2015 en 12 april 2017, en beschuldigde de rechter van vooringenomenheid, racisme en onvoldoende kennis van zaken. Ze verzocht de wrakingskamer om te oordelen dat de rechter nimmer nog een zaak van haar mocht behandelen.

De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat het was ingediend nadat er in de hoofdzaak een einduitspraak was gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking na een einduitspraak. De wrakingskamer achtte het verzoek ook kennelijk ongegrond, omdat het op voorhand wraken van een rechter die in een eerder behandelde zaak een beslissing heeft gegeven, geen grond voor wraking oplevert. De mondelinge behandeling werd om deze redenen achterwege gelaten.

De beslissing van de wrakingskamer verklaarde verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking voor zover dat betrekking had op de zaak met nummer C/05/261546/ HA ZA 14-181, en wees het verzoek tot wraking voor het overige af. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/398142 KG RK 21-942
Beslissing van 13 januari 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. N.W. Huijgen,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 1 december 2021.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak
met nummer C/05/261546/ HA ZA 14-181 tussen onder andere verzoekster en [… 1].
2.2.
Verzoekster heeft blijkens het schriftelijke verzoek het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd. Verzoekster is het niet eens met de beslissingen van de rechter in de vonnissen van 15 juli 2015 en 12 april 2017 in de zaak met nummer C/05/261546/ HA ZA 14-181 die volgens verzoekster het gevolg zijn van vooringenomenheid, racisme en onvoldoende kennis van zaken. Voorts verzoekt verzoekster aan de wrakingskamer om te oordelen dat de rechter nimmer nog een zaak van hem mag behandelen.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek is gedaan nadat in de hoofdzaak einduitspraak is gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan. Om die reden kan verzoekster niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
3.2.
De wrakingskamer acht het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De mondelinge behandeling kan om die reden achterwege blijven.
3.3.
Het op voorhand wraken van een rechter die in een eerder behandelde zaak een beslissing heeft gegeven, levert geen grond voor wraking op. De rechtbank acht het verzoek in zoverre kennelijk ongegrond. De mondelinge behandeling kan ook om die reden achterwege blijven.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank:
- verklaart verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking voor zover dat betrekking heeft op de zaak met nummer C/05/261546/ HA ZA 14-181;
- wijst het verzoek tot wraking voor het overige af.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. D.S.M. Bak, A.F. Germs-de Goede en
H.C. Leemreize in tegenwoordigheid van de griffier mr. [… 2] en in openbaar uitgesproken op 13 januari 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.