ECLI:NL:RBGEL:2022:526

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 januari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
C/05/398140 KG RK 21-940
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek na einduitspraak niet-ontvankelijk verklaard

Op 13 januari 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster. Dit verzoek was ingediend op 1 december 2021 en strekte tot wraking van mr. J.M. Hamaker, de rechter in een eerdere zaak met nummer ARN 14/4427 WW 309. Verzoekster was het niet eens met de beslissingen van de rechter in het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 6 mei 2015, en voerde aan dat deze beslissingen voortkwamen uit vooringenomenheid, racisme en onvoldoende kennis van zaken.

De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek tot wraking is ingediend nadat er in de hoofdzaak een einduitspraak was gedaan. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak, waardoor verzoekster niet in haar verzoek kon worden ontvangen. De wrakingskamer heeft het verzoek dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, en de mondelinge behandeling kon om die reden achterwege blijven.

De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De griffier en de voorzitter hebben de beslissing ondertekend, waarbij de griffier mr. […] aanwezig was.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/398140 KG RK 21-940
Beslissing van 13 januari 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. J.M. Hamaker,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 1 december 2021.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak
met nummer ARN 14/4427 WW 309 tussen verzoekster en de [… 1] .
2.2.
Verzoekster heeft blijkens het schriftelijke verzoek het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd. Verzoekster is het niet eens met de beslissingen van de rechter in het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 6 mei 2015 in de zaak met nummer ARN 14/4427 WW 309 die volgens verzoekster het gevolg zijn van vooringenomenheid, racisme en onvoldoende kennis van zaken.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek is gedaan nadat in de hoofdzaak einduitspraak is gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan. Om die reden kan verzoekster niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
3.2.
De wrakingskamer acht het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De mondelinge behandeling kan om die reden achterwege blijven.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. D.S.M. Bak, A.F. Germs-de Goede en
H.C. Leemreize, in tegenwoordigheid van de griffier mr. [… 2] en in openbaar uitgesproken op 13 januari 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.