ECLI:NL:RBGEL:2022:524

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 januari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
C/05/398135 KG RK 21-937
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk na einduitspraak

Op 13 januari 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van verzoekster, wonende te [woonplaats]. Het verzoek tot wraking was ingediend op 1 december 2021 en was gericht tegen mr. R.J.B. Boonekamp, rechter in de rechtbank. Verzoekster was het niet eens met de beslissingen van de rechter in een eerder vonnis van 22 maart 2013, waarin zij meende dat er sprake was van vooringenomenheid, racisme en onvoldoende kennis van zaken van de rechter.

De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat het verzoek tot wraking is ingediend nadat er in de hoofdzaak een einduitspraak is gedaan. De wet staat geen wraking toe na een einduitspraak, waardoor verzoekster niet in haar verzoek kan worden ontvangen. De wrakingskamer heeft het verzoek dan ook kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 januari 2022, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is gedaan door de rechters D.S.M. Bak, A.F. Germs-de Goede en H.C. Leemreize, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/398135 KG RK 21-937
Beslissing van 13 januari 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. R.J.B. Boonekamp,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 1 december 2021.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak
met nummer C/05/239869/ HA ZA 13-85 tussen [… 1]
2.2.
Verzoekster heeft blijkens het schriftelijke verzoek het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd. Verzoekster is het niet eens met de beslissingen van de rechter in het vonnis van 22 maart 2013 in de zaak met nummer C/05/239869/ HA ZA 13-85 die volgens verzoekster het gevolg zijn van vooringenomenheid, racisme en onvoldoende kennis van zaken van de rechter.

3.De beoordeling

3.1.
Het verzoek is gedaan nadat in de hoofdzaak einduitspraak is gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan. Om die reden kan verzoekster niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
3.2.
De wrakingskamer acht het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De mondelinge behandeling kan om die reden achterwege blijven.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoekster kennelijk niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. D.S.M. Bak, A.F. Germs-de Goede en
H.C. Leemreize, in tegenwoordigheid van de griffier mr. [… 2] en in openbaar uitgesproken op 13 januari 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.