ECLI:NL:RBGEL:2022:5203

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 september 2022
Publicatiedatum
6 september 2022
Zaaknummer
05-342621-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor gewapende woningoverval met geweld en bedreiging

Op 5 september 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen twee mannen van 22 en 24 jaar, afkomstig uit Enschede en Vroomshoop. De mannen werden veroordeeld tot gevangenisstraffen van zes jaar voor hun betrokkenheid bij een gewapende woningoverval die plaatsvond op 21 december 2021 in Apeldoorn. Tijdens de overval gebruikten zij geweld en bedreigingen om de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], te dwingen tot de afgifte van waardevolle goederen, waaronder een Rolex-horloge en mobiele telefoons. De rechtbank oordeelde dat de verdachten zich schuldig hadden gemaakt aan poging tot afpersing en diefstal, waarbij geweld en bedreiging met geweld werd gebruikt. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de slachtoffers, de aangiften en het bewijs dat tijdens de rechtszitting werd gepresenteerd. De verdachten werden ook geconfronteerd met de psychische impact van hun daden op de slachtoffers, die verklaarden veel last te hebben van de gevolgen van de overval. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten, waaronder hun psychische toestand, maar oordeelde dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigde. Daarnaast werden er schadevergoedingen toegewezen aan de slachtoffers voor de geleden materiële en immateriële schade, en werd een maatregel opgelegd op basis van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht, die de mogelijkheid biedt voor een forensische behandeling na de detentie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/342621-21
Datum uitspraak : 5 september 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2000 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting in Grave.
Raadsvrouw: mr. E.M. Bakx, advocaat in Heerenveen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, in het kort ten laste gelegd dat hij op 22 december 2021 in Apeldoorn, al dan niet samen met een ander:
- feit 1: met geweld en/of dreiging met geweld heeft geprobeerd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot afgifte van een Rolex horloge van [slachtoffer 1]
en/of
met geweld en/of dreiging met geweld heeft geprobeerd weg te nemen een Rolex horloge van [slachtoffer 1] ;
- feit 2: met geweld en/of dreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot afgifte van twee iPhones van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of
met geweld en/of dreiging met geweld heeft weggenomen twee iPhones van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ;
- feit 3: uit een woning enkele goederen, waaronder een autosleutel, heeft weggenomen en vervolgens de bij die sleutel behorende auto (Fiat Abarth) heeft weggenomen.
De volledige tenlastelegging is als bijlage achter dit vonnis opgenomen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen bewijsverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 158-167;
- proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 178-184;
- proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] , p. 188-190;
- proces-verbaal van aanvullend verhoor aangeefster, p. 196-197 en p. 199-201;
- proces-verbaal van bevindingen, p. 202;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 augustus 2022.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn medeverdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een horloge (van het merk Rolex)
, in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten deleaan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
medeverdachtetoebehoorde
(n)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen een horloge (van het merk Rolex)
, in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten deleaan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n)en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer
(s
)aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts
en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en
/ofmet een dreigende en
/ofintimiderende houding
(onverhoeds
)het tuinhuis
(alwaar die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] zich bevonden
)betreden en
/of
-
(vanaf een korte afstand
)meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/of(langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en
/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten" en
/of"waar is die Rolex" en
/of“van wie is die Rolex” en
/of“we willen die Rolex" en
/of“we weten dat je dat van een erfenis hebt gekregen" en
/of“je matties hebben je verraden/gesnitcht" en
/of
- meermalen
(op dreigende/intimiderende wijze
en/of langdurig en/of ononderbroken)aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en
/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] werd belemmerd en
/of(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken" en
/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en
/ofeen glas en
/ofeen flesje, welk
(e
)goed
(eren
)op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] stond
(en
)en
/ofdirect daarop voornoemd vuurwapen weer
(op korte afstand
)op het hoofd
en/of het lichaam,van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/ofgericht gehouden en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd
en/of geroepen(zakelijk weergegeven): "als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul"
(nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): "geef ons jullie telefoon" en
/of"we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen” en
/of
- de handen
en/of armenvan die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap
(s
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)aan voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): "waar is een mes" en
/of
-
(vervolgens
)met een mes een snoer afgesneden en
/ofmet voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op
of omstreeks22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 12) en
/of
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 11 Pro Max),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n
)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 12) en
/of
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 11 Pro Max),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aanvoornoemde [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts
en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en
/ofmet een dreigende en
/ofintimiderende houding
(onverhoeds
)het tuinhuis
(alwaar die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] zich bevonden
)betreden en
/of
-
(vanaf een korte afstand
)meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/of(langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en
/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten" en
/of"waar is die Rolex" en
/of“van wie is die Rolex” en
/of“we willen die Rolex" en
/of“we weten dat je dat van een erfenis hebt gekregen" en
/of“je matties hebben je verraden/gesnitcht" en
/of
- meermalen
(op dreigende/intimiderende wijze
en/of langdurig en/of ononderbroken)aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en
/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] werd belemmerd en
/of(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken" en
/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en
/ofeen glas en
/ofeen flesje, welk
(e
)goed
(eren
)op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] stond
(en
)en
/ofdirect daarop voornoemd vuurwapen weer
(op korte afstand
)op het hoofd
en/of het lichaam,van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/ofgericht gehouden en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd
en/of geroepen(zakelijk weergegeven): "als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul"
(nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): "geef ons jullie telefoon" en
/of"we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen” en
/of
- de handen
en/of armenvan die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap
(s
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)aan voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): "waar is een mes" en
/of
-
(vervolgens
)met een mes een snoer afgesneden en
/ofmet voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden;
3
hij op
een of meer tijdstippen op of omstreeks22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen, in/uit een woning
(gelegen aan de Mergelland 47
)en
/of op/vanaf een besloten erf waarop voornoemde woning stond en
/ofwaarop naast
/bijdie woning een personenauto (een Fiat Abarth) geparkeerd stond, alwaar verdachte en
/ofzijn medeverdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
(n
)bevond
(en
),
(in/uit voornoemde woning:
)
-
een of meersleutels (waaronder de autosleutel van voornoemde personenauto) en
/of
-
een of meerhorloges en
/of
-
een of meersieraden en
/of
-
een of meertassen en
/of
-
een of meerpasjes en
/of
-
een of meerblikjes en
/offlessen drank en
/of
- een digitale camera (van het merk Nikon Coolpix) en
/of
- een of meer andere goederen en
/of
(vanaf voornoemd
beslotenerf:
)
- voornoemde personenauto (Fiat Abarth),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1]
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n
) (telkens
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdat
/dieweg te nemen goed
/goederenonder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van inklimming en/of een valse sleutel, door zonder
toestemming van voornoemde [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]
en/of [slachtoffer 1] de bij voornoemde personenauto (Fiat Abarth) behorende sleutel weg te nemen en
/ofdaarvan gebruik te maken door daarmee deze personenauto te starten en
/ofdaarmee weg te rijden.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde onder 1, 2 en 3 levert op de voortgezette handeling van
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
of
poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
of
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming
en
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft gewezen op de omstandigheid dat verdachte een verklaring heeft afgelegd over zijn eigen rol. Zij heeft verder naar voren gebracht dat geen sprake is van recente en relevante recidive. De raadsvrouw heeft ook de conclusies benoemd die zijn getrokken in de diverse over verdachte uitgebrachte rapporten, onder meer over de toerekenbaarheid en het risico op recidive.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft samen met een vriend een gewapende overval gepleegd, waarmee hij twee jongens de stuipen op het lijf heeft gejaagd. Verdachte en zijn mededader zijn gewapend met een vuurwapen en een koevoet het tuinhuis binnengestormd en hebben verbale bedreigingen geuit en geweld gebruikt door meerdere keren de trekker van het vuurwapen over te halen en beide aangevers vast te binden. Het meest angstaanjagende en riskante was echter het lossen van een schot in een heel kleine ruimte. Dit alles omdat verdachte en zijn mededader op zoek waren naar een Rolex-horloge. Dat hebben zij in het tuinhuis noch in de woning gevonden, maar ze hebben wel allerlei andere goederen en de auto van de bewoners meegenomen. Verdachte heeft hiermee laten zien geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van anderen. Evenmin heeft hij stilgestaan bij de impact van deze overval op de slachtoffers. Beide aangevers hebben verklaard veel last te hebben van met name de psychische gevolgen van het incident.
In het rapport van psychologisch onderzoek dat op 5 mei 2022 is uitgebracht door A.G.M. Weenink is geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling in de vorm van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met paranoïde en antisociale trekken. Gezien de opportunistische motieven en de ampele mogelijkheden terug te komen op zijn keuzes, kan geredeneerd worden dat verdachte de tenlastegelegde feiten volledig moeten worden toegerekend. De andere kant van dezelfde medaille is dat verdachte in stressvolle omstandigheden door zijn onrijpe persoonlijkheid c.q. zwakke structuur ook snel door emoties wordt overspoeld, moeite heeft hoofd- en bijzaken te onderscheiden en grip te houden op denken en voelen. Hij kan hierdoor ondoordachte en inadequate keuzes maken en hier naar handelen. Zijn onderliggende boosheid naar de wereld om hem heen stelt hem bovendien beperkt in staat andere gedragsalternatieven te bedenken. Op grond van deze beperkingen in de persoonlijkheid van verdachte is hij toch enigszins beperkt geweest in zijn wilsvrijheid. Het is echter zeker niet zo dat de realiteit dusdanig vertekend was dat verdachte geen besef had van de strafbaarheid van zijn handelen. Op grond hiervan wordt geadviseerd hem het tenlastegelegde verminderd toe te rekenen.
Ook wordt geadviseerd de maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen. In dat kader kan verdachte worden geplaatst in een beschermende woonvorm, met een verplichte ambulante behandeling bij een forensische polikliniek en toezicht door de reclassering. Het doorlopen van een delictscenario procedure en het opstellen van een recidivepreventieplan, sluiten aan op zijn wens tot een pro sociaal leven. Hij kan hieruit lessen trekken hoe herhaling te voorkomen.
In het rapport van psychiatrisch onderzoek van L.H.W.M. Kaiser van 6 mei 2022 is geconcludeerd dat verdachte een psychische stoornis heeft in de vorm van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en paranoïde trekken. Volgens de rapporteur duidt de planning van de overval op behoefte gedreven gedrag vanuit een lacunaire gewetensfunctie, dat samenhangt met antisociale trekken in de persoonlijkheidsstoornis van verdachte. Hij had ten tijde van het ten laste gelegde voldoende inzicht in de wederrechtelijkheid van de begane feiten, maar kon door de psychische stoornis zijn wil verminderd bepalen. Het advies is om verdachte het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen.
De kans op herhaling wordt als mogelijk matig tot hoog ingeschat met name vanwege de persoonlijkheidsstoornis van verdachte met al vanaf jonge leeftijd gedragsproblemen. Het is mede afhankelijk van zijn inzicht, behandelmotivatie voor lange tijd en bereidheid tot werk en tot zelf in zijn onderhoud voorzien. Het is voor de rapporteur niet te voorspellen of behandeling de kans op herhaling zal verlagen. De rapporteur maakt deze schatting met enige voorzichtigheid omdat verdachte maar beperkt heeft verteld over het ten laste gelegde. Oplegging van een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht is geïndiceerd, zodat verdachte na ommekomst van een gevangenisstraf een forensisch traject volgt.
In het reclasseringsadvies van 14 juni 2022 is beschreven dat opvallend is dat verdachte, na lange tijd uit beeld geweest te zijn, nu betrokken is bij een ernstig delict. Ondanks de verschillende onderzoeken is het onvoldoende helder geworden wat er nu precies anders is dan de jaren ervoor waarin hij niet koos voor crimineel gedrag om ervaren problemen op te lossen. Gezien de toedracht worden vooral het psychosociaal functioneren en de houding van verdachte als risico verhogende factoren gezien. Verder ontbreekt het hem aan stabiele huisvesting, een structurele dagbesteding en is sprake van een beperkt ondersteunend sociaal netwerk. Dit maakt, mede op grond van de bevindingen van de pro Justitia rapporteurs met betrekking tot de mogelijkheden en onmogelijkheden van verdachte vanwege zijn persoonlijkheidsontwikkeling, dat het risico op herhaling, indien er geen gedragsverandering plaats vindt, als hoog wordt ingeschat. Er wordt weinig motivatie gezien voor gedragsverandering en de bereidheid beperkt zich, indien hij daartoe gedwongen zou worden, tot ambulante vormen van begeleiding en behandeling waarbij verdachte dit laatste niet nodig vindt. Hoewel de kans dat deze constructie mogelijke recidive kan beperken als gering wordt ingeschat, wordt dit voor nu als enige ingang gezien om te trachten de motivatie en mogelijkheden voor gedragsverandering te vergroten.
De reclassering adviseert een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
De rechtbank overweegt dat enkel een forse geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf recht doet aan de ernst van het feit. De LOVS-oriëntatiepunten hanteren bij een woningoverval met meer dan licht geweld/bedreiging een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar. Naar het oordeel van de rechtbank werkt strafverzwarend dat sprake is geweest van een samenwerkingsverband en dat zowel een vuurwapen als een koevoet zijn meegenomen. Strafverzwarend is verder dat verdachte het vuurwapen heeft gebruikt en ook een meer leidende rol heeft gehad, maar het feit kan hem in verminderde mate worden toegerekend en er is bij hem geen sprake van relevante recidive. Daarom ziet de rechtbank geen reden verdachte een andere straf op te leggen dan zijn mededader. De rechtbank komt tot oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van de tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Er wordt voldaan aan de wettelijke eisen voor oplegging van de maatregel van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank legt die maatregel op, zodat tegen het einde van de detentie van verdachte kan worden beoordeeld of bijvoorbeeld een contact- en/of locatieverbod, zoals verzocht door aangevers, nodig zijn. Hiermee sluit de rechtbank oplegging van andere voorwaarden overigens niet uit.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

[slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Hij vordert € 23.249,- aan materiële schade (bestaande uit € 850,- voor de televisie, € 234,50 voor de airconditioning, € 164,50 voor de beschadigde iPhone 7, € 414,50 voor de beschadigde iPhone 12, € 18.500,- in verband met studievertraging en € 3.085,50 voor een coach) en € 7.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is verzocht om vergoeding van een bedrag van € 75,72 aan proceskosten. Verder is om hoofdelijke veroordeling van verdachten en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De raadsvrouw heeft naar voren gebracht dat niet onderbouwd is dat de iPhone 7 daadwerkelijk is beschadigd. Met betrekking tot de kosten van de studievertraging heeft zij aangevoerd dat niet duidelijk of dit geheel door het feit is veroorzaakt. Het bedrag zou moeten worden gematigd tot een periode die overeenkomt met drie maanden. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade heeft zij alleen de hoogte betwist en de rechtbank verzocht het toe te wijzen bedrag te matigen.
Overweging van de rechtbank
Met betrekking tot de gevorderde kosten van studievertraging is de rechtbank van oordeel dat
nader onderzoek en juridisch debat tussen partijen en eventueel bewijslevering zal moeten plaatsvinden over de vragen in welke mate de studievertraging het gevolg is van het bewezenverklaarde feit en over welke periode dan vergoeding van kosten zou moeten plaatsvinden. Dit levert een onevenredige belasting van het onderhavige strafproces op. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering voor zover deze ziet op de gevraagde kosten van studievertraging.
De overige materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. De rechtbank vindt ook aannemelijk dat de iPhone 7 bij de doorzoeking door verdachten is beschadigd. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de televisie, de airconditioning, de beide telefoons en de kosten van de coach kan worden toegewezen. Dit betreft in totaal een bedrag van € 4.749,-.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt. Door het feit is hij immers op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte een bijzonder bedreigende situatie heeft gecreëerd, waarbij niet alleen is gedreigd met geweld, maar ook daadwerkelijk geweld is gebruikt, onder meer door het schieten met het vuurwapen en het vastbinden van beide aangevers.
De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op het gevorderde bedrag van € 7.500,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren voor zover het gaat om de gevorderde proceskosten. Zij is van oordeel dat deze kosten, gelet op het bepaalde in artikel 238, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Hij vordert € 19.326,88 aan materiële schade (bestaande uit € 780,50 voor een jas, € 18.500,- in verband met studievertraging en € 46,38 voor de rekening van de huisarts voor het opstellen van een verklaring) en € 7.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is verzocht om vergoeding van een bedrag van € 81,18 aan proceskosten. Verder is om hoofdelijke veroordeling van verdachten en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat niet uit het dossier volgt dat de schade aan de jas is veroorzaakt tijdens het feit. Het bedrag voor studievertraging moet worden gematigd omdat niet duidelijk is of een heel jaar studievertraging is veroorzaakt door het incident. Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade heeft zij alleen de hoogte betwist en de rechtbank verzocht het toe te wijzen bedrag te matigen.
Overweging van de rechtbank
Met betrekking tot de gevorderde kosten van studievertraging is de rechtbank van oordeel dat
nader onderzoek en juridisch debat tussen partijen en eventueel bewijslevering zal moeten plaatsvinden over de vragen in welke mate de studievertraging het gevolg is van het bewezenverklaarde feit en over welke periode dan vergoeding van kosten zou moeten plaatsvinden. Dit levert een onevenredige belasting van het onderhavige strafproces op. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering voor zover deze ziet op de gevraagde kosten van studievertraging.
De overige materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. De rechtbank overweegt dat zij ook aannemelijk vindt dat de jas is beschadigd bij de doorzoeking door verdachten. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de jas en de kosten voor het opstellen van de verklaring door de huisarts voor vergoeding in aanmerking komen. Dit is in totaal een bedrag van € 826,88.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt. Door het feit is hij immers op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte een bijzonder bedreigende situatie heeft gecreëerd, waarbij niet alleen is gedreigd met geweld, maar ook daadwerkelijk geweld is gebruikt, onder meer door het schieten met het vuurwapen en het vastbinden van beide aangevers.
De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op het gevorderde bedrag van € 7.500,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren voor zover het gaat om de gevorderde proceskosten. Zij is van oordeel dat deze kosten, gelet op het bepaalde in artikel 238, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Hij vordert € 1.286,50 aan materiële schade (bestaande uit € 500,- eigen risico en € 786,50 voor de huur van een leenauto) en € 300,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De verdediging heeft het standpunt ingenomen dat de vordering tot immateriële schade onvoldoende is onderbouwd.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden, bestaande uit het eigen risico in verband met de schade aan de auto en de kosten van een leenauto. Deze schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële posten kan worden toegewezen. Dit is een bedrag van € 1.286,50.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij ten tijde van het feit niet in de woning aanwezig was. Naar haar oordeel kan hij om die reden geen aanspraak maken op vergoeding van immateriële schade, althans dit behoeft nadere onderbouwing wat een onevenredige belasting van het strafproces zou opleveren. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
[slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Zij vordert € 618,99 aan materiële schade (bestaande uit € 283,- in verband met een hotelovernachting en € 335,99 voor de aanschaf van een camerasysteem) en € 300,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de hotelovernachting in een te ver verwijderd verband staat met het feit. De immateriële schade is onvoldoende onderbouwd.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden, bestaande uit de kosten van een hotelovernachting. Die schadepost is voldoende onderbouwd en komt redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering tot een bedrag van € 283,- kan worden toegewezen.
Voor zover het gaat om de kosten van het camerasysteem is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende rechtstreeks verband bestaat tussen het feit en deze kosten. Daarom zal de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij ten tijde van het feit niet in de woning aanwezig was. Naar haar oordeel kan de benadeelde partij om die reden geen aanspraak maken op vergoeding van immateriële schade, althans dit behoeft nadere onderbouwing wat een onevenredige belasting van het strafproces zou opleveren. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
De wettelijke rente, de schadevergoedingsmaatregel en de hoofdelijkheid
Met betrekking tot de hierboven toegewezen bedragen overweegt de rechtbank dat deze zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021. Ook zal steeds de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd. De rechtbank ziet geen aanleiding het aantal dagen gijzeling bij de schadevergoedingsmaatregel op nihil te stellen, zoals de raadsvrouw heeft verzocht. Of verdachte aannemelijk maakt dat hij buiten staat is te voldoen aan de verplichting om te betalen zal door het openbaar ministerie worden beoordeeld in het kader van de vraag of gijzeling zal worden toegepast.
Verdachte en zijn medeverdachte kunnen ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte de schade heeft vergoed.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 38z, 45, 56, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert hetgeen is vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 4.749,- aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 4.749,- aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 96 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 826,88 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 826,88 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 76 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 3]
  • veroordeelt verdachte in verband met feit 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 1.286,50 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 3] , een bedrag te betalen van € 1.286,50 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 22 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 4]
  • veroordeelt verdachte in verband met feit 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 283,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 4] , een bedrag te betalen van € 283,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 5 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.L.F. Prisse, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en mr. A.T.G. van Wandelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 september 2022.
mrs. Prisse en Jordaans zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegde dat:
1
hij op of omstreeks 22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn medeverdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een horloge (van het merk Rolex), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen een horloge (van het merk Rolex), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n) en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen
diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en/of met een dreigende en/of intimiderende houding (onverhoeds) het tuinhuis (alwaar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zich bevonden) betreden en/of
- ( vanaf een korte afstand) meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht en/of (langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten” en/of "waar is die Rolex” en/of “van wie is die Rolex” en/of “we willen die Rolex” en/of “we weten dat je dat
van een erfenis hebt gekregen” en/of “je matties hebben je verraden/gesnitcht” en/of
- meermalen (op dreigende/intimiderende wijze en/of langdurig en/of ononderbroken) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] werd belemmerd en/of (op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen
voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken” en/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en/of een glas en/of een flesje, welk(e) goed(eren) op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] stond(en) en/of direct daarop voornoemd vuurwapen weer (op korte afstand) op
het hoofd en/of het lichaam, van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul” (nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “geef ons jullie telefoon” en/of “we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen” en/of
- de handen en/of armen van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap(s) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): “waar is een mes” en/of
- ( vervolgens) met een mes een snoer afgesneden en/of met voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 12) en/of
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 11 Pro Max),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 12) en/of
- een mobiele telefoon (van het merk: Iphone, type 11 Pro Max),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en/of met een dreigende en/of intimiderende houding (onverhoeds) het tuinhuis (alwaar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zich bevonden) betreden en/of
- ( vanaf een korte afstand) meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht en/of (langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten” en/of "waar is die Rolex” en/of “van wie is die Rolex” en/of “we willen die Rolex” en/of “we weten dat je dat van een erfenis hebt gekregen” en/of “je matties hebben je verraden/gesnitcht” en/of
- meermalen (op dreigende/intimiderende wijze en/of langdurig en/of ononderbroken) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] werd belemmerd en/of (op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken” en/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en/of een glas en/of een flesje, welk(e) goed(eren) op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] stond(en) en/of direct daarop voornoemd vuurwapen weer (op korte afstand) op het hoofd en/of het lichaam, van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul” (nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “geef ons jullie telefoon” en/of “we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen” en/of
- de handen en/of armen van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap(s) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): “waar is een mes” en/of
- ( vervolgens) met een mes een snoer afgesneden en/of met voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden;
3
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, in/uit een woning (gelegen aan de Mergelland 47) en/of op/vanaf een besloten erf waarop voornoemde woning stond en/of waarop naast/bij die woning een personenauto (een Fiat Abarth) geparkeerd stond, alwaar verdachte en/of zijn medeverdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende(n) bevond(en), (in/uit voornoemde woning:)
- een of meer sleutels (waaronder de autosleutel van voornoemde personenauto) en/of
- een of meer horloges en/of
- een of meer sieraden en/of
- een of meer tassen en/of
- een of meer pasjes en/of
- een of meer blikjes en/of flessen drank en/of
- een digitale camera (van het merk Nikon Coolpix) en/of
- een of meer andere goederen en/of
(vanaf voornoemd besloten erf:)
- voornoemde personenauto (Fiat Abarth),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte
toebehoorde(n) (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming en/of een valse sleutel, door zonder toestemming van voornoemde [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] de bij
voornoemde personenauto (Fiat Abarth) behorende sleutel weg te nemen en/of daarvan gebruik te maken door daarmee deze personenauto te starten en/of daarmee weg te rijden.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 202203181500.DOS (onderzoek Kobalt), gesloten op 22 maart 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.