ECLI:NL:RBGEL:2022:5202

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 september 2022
Publicatiedatum
6 september 2022
Zaaknummer
05/342653-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van twee mannen voor gewapende woningoverval met geweld en bedreiging

Op 5 september 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen twee mannen van 22 en 24 jaar, die verdacht werden van een gewapende woningoverval op 22 december 2021 in Apeldoorn. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot gevangenisstraffen van zes jaar. De overval vond plaats in een tuinhuis waar de slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], zich bevonden. De verdachten bedreigden de slachtoffers met een vuurwapen en een koevoet, eisten de afgifte van een Rolex-horloge en namen ook mobiele telefoons en andere goederen mee. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten, en dat de feiten wettig en overtuigend bewezen waren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de recidive van de verdachten. Naast de gevangenisstraf werd ook een schadevergoeding aan de slachtoffers toegewezen, en werd een maatregel opgelegd op basis van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05/342653-21 en 05/192284-20 (tul)
Datum uitspraak : 5 september 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortejaar 1998] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ,
op dit moment gedetineerd in de penitentiaire inrichting in Zutphen.
Raadsman: mr. T. den Haan, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, in het kort ten laste gelegd dat hij op 22 december 2021 in Apeldoorn, al dan niet samen met een ander:
- feit 1: met geweld en/of dreiging met geweld heeft geprobeerd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot afgifte van een Rolex horloge van [slachtoffer 1]
en/of
met geweld en/of dreiging met geweld heeft geprobeerd weg te nemen een Rolex horloge van [slachtoffer 1] ;
- feit 2: met geweld en/of dreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot afgifte van twee iPhones van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of
met geweld en/of dreiging met geweld heeft weggenomen twee iPhones van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] ;
- feit 3: uit een woning enkele goederen, waaronder een autosleutel, heeft weggenomen en vervolgens de bij die sleutel behorende auto ( [auto] ) heeft weggenomen.
De volledige tenlastelegging is als bijlage achter dit vonnis opgenomen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 22 december 2021 waren [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in het tuinhuis achter de woning aan [adres 2] in Apeldoorn. Zij lagen nog te slapen toen de deur opeens openvloog en er twee mannen in het tuinhuis stonden met een getrokken wapen en een koevoet. Ze riepen: “van wie is die Rolex’, "waar is de Rolex, waar is het horloge?", "we weten dat je het van die erfenis hebt gekregen, waar is dat ding, je matties hebben je verraden”, “je matties hebben je gesnitcht” en “we willen de Rolex, we willen jullie niet door het hoofd schieten”. Nadat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hadden gezegd dat ze het horloge niet hadden, werd er gezegd: "als we het vinden, zijn jullie de lul.”
Een van de overvallers richtte het vuurwapen op de televisie en schoot. Die televisie stond op korte afstand van het bed waarop [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] lagen. Daarna haalde die overvaller nog een aantal keer de trekker over, maar het wapen weigerde. Hij richtte daarbij op een glas water dat op het nachtkastje stond en op een flesje water dat op het bureau stond. Deze overvaller hield constant het wapen op het hoofd van afwisselend [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gericht, op ongeveer 30 centimeter afstand. De andere overvaller hield de koevoet op een dreigende manier omhoog. Ook werden [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in het gezicht geschenen met een zaklamp, waardoor ze weinig konden zien. De overvallers riepen ook: “niet aankijken’.
Vervolgens werd gezegd: “geef ons jullie telefoon” en “we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen’. De telefoons, een [merk 1] van [slachtoffer 1] en een [merk 2] van [slachtoffer 2] , werden afgegeven of afgepakt. Daarna heeft de overvaller die de koevoet vast had, met tie-wraps de handen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] achter hun rug vastgebonden.
Toen werd om een mes gevraagd en met dat mes werd het snoer van de airco afgesneden, waarna [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] met dat snoer met de benen aan elkaar werden gebonden.
Nadat de overvallers waren vertrokken, hebben [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zich losgemaakt en zijn ze de woning in gelopen. De woning was overhoop gehaald. De overvallers stapten in de [auto] die op de oprit stond en reden daarmee weg.
De overvaller die het wapen vast had, droeg een bivakmuts en was kleiner dan de overvaller die de koevoet vast had. Die droeg een muts met een rode lijn en een jas met een capuchon, die hij ook op had. [2]
Naast de autosleutel en de [auto] zijn goederen van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1] uit de woning weggenomen. Dit betreft sleutels, horloges, sieraden, tassen, pasjes, blikjes/flessen drank, een digitale camera ( [merk 3] ) en enkele andere goederen. [3]
[medeverdachte] was één van de overvallers en heeft daarbij geschoten. [4]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Verdachte heeft ontkend betrokken te zijn geweest bij de overval. Hij reed pas een paar minuten in de [auto] toen hij samen met [medeverdachte] werd aangehouden. De telefoon die aan verdachte wordt gekoppeld, is niet van hem en de op zijn handen aangetroffen schotresten kunnen daar door secundaire overdracht terecht zijn gekomen.
Beoordeling door de rechtbank
De vraag die door de rechtbank beantwoord dient te worden, is of kan worden bewezen dat verdachte de tweede persoon is geweest die bij de gewapende overval en de diefstal betrokken is geweest. Daartoe overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte is op 22 december 2021 samen met medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen. Hij was op dat moment de bestuurder van een [auto] . [5] Dit betrof de [auto] die die ochtend was weggenomen bij de woning aan de [adres 2] . In die [auto] werden spullen aangetroffen die waren weggenomen uit de woning. [6]
Daarnaast komt de kleding die verdachte op 22 december 2021 tijdens zijn aanhouding droeg, overeen met de stills van de camerabeelden in de omgeving van de woning waar de overval is gepleegd. [7] Met name de roodkleurige capuchon die overeenkomt, valt op.
De verklaring die verdachte op de terechtzitting van 22 augustus 2022 heeft afgelegd, namelijk dat de telefoon die bij hem is aangetroffen niet van hem is, acht de rechtbank niet aannemelijk. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij zijn telefoon voor het laatst in zijn zak had. Tijdens de fouillering is deze eruit gehaald. [8] De rechtbank is daarom van oordeel dat de telefoon die door de politie bij verdachte is aangetroffen van hem is.
De telefoon die onder verdachte in beslag is genomen, maakte op 22 december 2021 gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Dat telefoonnummer maakte op 22 december 2021 om 7.18 uur gebruik van de zendmast aan [adres 3] te Apeldoorn. De plaats delict valt binnen de stralingshoek van voornoemde zendmastlocatie. Daar komt nog bij dat het telefoonnummer dat is gekoppeld aan de telefoon die onder medeverdachte [medeverdachte] in beslag is genomen, op 22 december 2021 om 7.59 uur ook gebruikmaakt van de zendmast aan [adres 3] in Apeldoorn. [9] Van belang daarbij is dat op de camerabeelden van [adres 4] op 22 december 2021 om 7.32, 7.46 uur en 8.02 en 8.55 uur twee personen te zien zijn bij die woning en de steeg naast die woning. Die steeg geeft toegang tot de achterzijde van de woning, gelegen aan de [adres 2] te Apeldoorn. [10] De signalementen van voornoemde personen komen overeen met de signalementen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op het moment dat zij werden aangehouden. [11]
Verdachte heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor het gegeven dat zijn telefoonnummer die ochtend gebruik heeft gemaakt van een zendmast in Apeldoorn.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte de tweede persoon is geweest die betrokken is geweest bij de ten laste gelegde feiten.
Feit 1, 2 en 3: medeplegen
Verdachte is samen met medeverdachte [medeverdachte] naar de woning gegaan. Ze zijn samen de woning en vervolgens het tuinhuis binnengegaan, ze zijn samen op zoek gegaan naar de Rolex en hebben samen het tuinhuis ook weer verlaten. Zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte] had een wapen vast toen ze het tuinhuis binnengingen. Verdachte had een koevoet waarmee is gedreigd en medeverdachte [medeverdachte] had een vuurwapen waarmee is gedreigd en geschoten. Na de overval hebben ze samen de [auto] die bij de woning stond weggenomen. Later zijn zij, eveneens samen, in Enschede aangetroffen in die [auto] , waarin gestolen goederen uit de woning zijn aangetroffen.
Naar het oordeel van de rechtbank is gelet op het voorgaande ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] . De rechtbank acht daarom voor wat betreft de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten het medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van feit 1en 2: (poging) afpersing dan wel diefstal met geweld
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn het tuinhuis binnengegaan en hebben een vuurwapen en een koevoet getoond. Daarnaast hebben zij doelbewust dreigende taal geuit en is er een schot gelost. Door zo te handelen is geprobeerd dat aangevers gedwongen zouden worden om de Rolex af te geven dan wel dat de aangevers zouden gedogen dat de Rolex zou worden weggenomen. De Rolex is uiteindelijk niet weggenomen. Daarnaast zijn aangevers door voornoemde handelingen gedwongen om hun telefoons af te geven dan wel hebben zij gedoogd dat de telefoons zijn meegenomen.
Nadat de telefoons waren afgegeven of gepakt, zijn de armen en benen van de aangevers doelbewust vastgebonden voordat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn vertrokken. Hierdoor konden de aangevers niet direct iemand inlichten over wat er was gebeurd.
Ten aanzien van feit 3: inklimming en valse sleutel
De woning is betreden door de achterdeur die niet op slot zat. Het erf is echter betreden door onder of over het gesloten hek te klimmen. De rechtbank kwalificeert dat als inklimming.
Met de autosleutel van de [auto] die uit de woning is weggenomen, is de [auto] weggenomen. Doordat onbevoegd gebruik is gemaakt van de sleutel van de [auto] , is sprake van diefstal van de [auto] door middel van een valse sleutel.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte en
/ofzijn medeverdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een horloge (van het merk Rolex)
, in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten deleaan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
medeverdachtetoebehoorde
(n)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen een horloge (van het merk Rolex)
, in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten deleaan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n)en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer
(s
)aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts
en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en
/ofmet een dreigende en
/ofintimiderende houding
(onverhoeds
)het tuinhuis
(alwaar die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] zich bevonden
)betreden en
/of
-
(vanaf een korte afstand
)meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/of(langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en
/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten" en
/of"waar is die Rolex" en
/of“van wie is die Rolex” en
/of“we willen die Rolex" en
/of“we weten dat je dat van een erfenis hebt gekregen" en
/of“je matties hebben je verraden/gesnitcht" en
/of
- meermalen
(op dreigende/intimiderende wijze
en/of langdurig en/of ononderbroken)aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en
/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] werd belemmerd en
/of(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken" en
/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en
/ofeen glas en
/ofeen flesje, welk
(e
)goed
(eren
)op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] stond
(en
)en
/ofdirect daarop voornoemd vuurwapen weer
(op korte afstand
)op het hoofd
en/of het lichaam,van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/ofgericht gehouden en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd
en/of geroepen(zakelijk weergegeven): "als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul"
(nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): "geef ons jullie telefoon" en
/of"we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen” en
/of
- de handen
en/of armenvan die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap
(s
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)aan voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): "waar is een mes" en
/of
-
(vervolgens
)met een mes een snoer afgesneden en
/ofmet voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op
of omstreeks22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 2] ) en
/of
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 1] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n
)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 2] ) en
/of
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 1] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aanvoornoemde [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts
en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en
/ofmet een dreigende en
/ofintimiderende houding
(onverhoeds
)het tuinhuis
(alwaar die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] zich bevonden
)betreden en
/of
-
(vanaf een korte afstand
)meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/of(langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en
/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten" en
/of"waar is die Rolex" en
/of“van wie is die Rolex” en
/of“we willen die Rolex" en
/of“we weten dat je dat van een erfenis hebt gekregen" en
/of“je matties hebben je verraden/gesnitcht" en
/of
- meermalen
(op dreigende/intimiderende wijze
en/of langdurig en/of ononderbroken)aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en
/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] werd belemmerd en
/of(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gezegd en/ofgeroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken" en
/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en
/ofeen glas en
/ofeen flesje, welk
(e
)goed
(eren
)op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] stond
(en
)en
/ofdirect daarop voornoemd vuurwapen weer
(op korte afstand
)op het hoofd
en/of het lichaam,van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gericht en
/ofgericht gehouden en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd
en/of geroepen(zakelijk weergegeven): "als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul"
(nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): "geef ons jullie telefoon" en
/of"we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen” en
/of
- de handen
en/of armenvan die voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap
(s
)en
/of
-
(op luide en/of dwingende en/of dreigende toon)aan voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): "waar is een mes" en
/of
-
(vervolgens
)met een mes een snoer afgesneden en
/ofmet voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden;
3
hij op
een of meer tijdstippen op of omstreeks22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander
, althans alleen, in/uit een woning
(gelegen aan de [adres 2]
)en
/of op/vanaf een besloten erf waarop voornoemde woning stond en
/ofwaarop naast
/bijdie woning een personenauto (een [auto] ) geparkeerd stond, alwaar verdachte en
/ofzijn medeverdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende
(n
)bevond
(en
),
(in/uit voornoemde woning:
)
-
een of meersleutels (waaronder de autosleutel van voornoemde personenauto) en
/of
-
een of meerhorloges en
/of
-
een of meersieraden en
/of
-
een of meertassen en
/of
-
een of meerpasjes en
/of
-
een of meerblikjes en
/offlessen drank en
/of
- een digitale camera (van het merk [merk 3] ) en
/of
- een of meer andere goederen en
/of
(vanaf voornoemd
beslotenerf:
)
- voornoemde personenauto ( [auto] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1]
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachtetoebehoorde
(n
) (telkens
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdat
/dieweg te nemen goed
/goederenonder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van inklimming en/of een valse sleutel, door zonder
toestemming van voornoemde [slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]
en/of [slachtoffer 1] de bij voornoemde personenauto ( [auto] ) behorende sleutel weg te nemen en
/ofdaarvan gebruik te maken door daarmee deze personenauto te starten en
/ofdaarmee weg te rijden.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde onder 1, 2 en 3 levert op de voortgezette handeling van
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
of
poging tot diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
of
diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
en
diefstal in een woning door iemand die zich aldaar tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming
en
diefstal op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar tegen de wil van de rechthebbende bevindt, door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van de al in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd. Daarnaast heeft zij oplegging van de maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat de medeverdachte het wapen heeft gebruikt en daarom voor verdachte niet boven de richtlijn van 5 jaar gevangenisstraf moet worden uitgekomen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft samen met een vriend een gewapende overval gepleegd, waarmee hij twee jongens de stuipen op het lijf heeft gejaagd. Verdachte en zijn mededader zijn gewapend met een vuurwapen en een koevoet het tuinhuis binnengestormd en hebben verbale bedreigingen geuit en geweld gebruikt door meerdere keren de trekker van het vuurwapen over te halen en beide aangevers vast te binden. Het meest angstaanjagende en riskante was echter het lossen van een schot in een heel kleine ruimte. Dit alles omdat verdachte en zijn mededader op zoek waren naar een Rolex-horloge. Dat hebben zij in het tuinhuis noch in de woning gevonden, maar ze hebben wel allerlei andere goederen en de auto van de bewoners meegenomen. Verdachte heeft hiermee laten zien geen enkel respect te hebben voor de eigendommen van anderen. Evenmin heeft hij stilgestaan bij de impact van deze overval op de slachtoffers. Beide aangevers hebben verklaard veel last te hebben van met name de psychische gevolgen van het incident.
In rapporten van de reclassering van 30 maart 2022 en 9 augustus 2022 is beschreven dat verdachte een fors strafblad heeft met allerhande delicten. In augustus 2019 vond er een kortdurend reclasseringstoezicht plaats (met elektronische monitoring) dat negatief werd geretourneerd omdat verdachte zich niet aan de voorwaarden hield.
In de gesprekken met rapporteur toont verdachte nu motivatie om mee te werken, hoewel hij dit altijd heeft afgehouden. Hij is nu voornemens zijn leven zonder het plegen van delicten door te brengen. Het contact met zijn vriendin en de wens met haar een gezin te stichten lijken een belangrijke beschermende factor. Verdachte heeft voornamelijk op praktisch gebied een hulpvraag aan de reclassering. Zo zoekt hij hulp bij het opstellen van zijn CV en het vinden van werk. Gelet op de huidige motivatie van verdachte vindt de reclassering het de moeite waard om hem een kans te geven om mee te werken aan een reclasseringstoezicht. Omdat onduidelijk is hoe zijn leven er na detentie uit zal zien en verdachte gebaat is bij praktische ondersteuning wordt dit eveneens geadviseerd. De reclassering heeft nog geen concreet plan van aanpak. Wel wil de reclassering de mogelijkheid hebben om gaandeweg het toezicht in te zetten op ambulante begeleiding en/of behandeling indien dit nodig blijkt te zijn gedurende het toezicht.
Mocht verdachte een lange gevangenisstraf opgelegd krijgen dan wordt geadviseerd om in het kader van re-integratie te werken aan de bovengenoemde aandachtspunten. Ook wordt dan geadviseerd om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel aan verdachte op te leggen. Hiermee wordt voorkomen dat hij niet de juiste begeleiding/behandeling zal krijgen.
De rechtbank overweegt dat enkel een forse geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf recht doet aan de ernst van het feit. De LOVS-oriëntatiepunten hanteren bij een woningoverval met meer dan licht geweld/bedreiging een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar. Naar het oordeel van de rechtbank werkt strafverzwarend dat sprake is geweest van een samenwerkingsverband en dat zowel een vuurwapen als een koevoet zijn meegenomen. Hoewel verdachte niet degene is geweest die het vuurwapen heeft gebruikt, is in zijn geval sprake van recidive en kan niet worden vastgesteld dat het feit hem in verminderde mate kan worden toegerekend. Daarom ziet de rechtbank geen reden verdachte een lagere straf op te leggen dan zijn mededader. De rechtbank komt tot oplegging van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar, met aftrek van de tijd die verdachte al in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Er wordt voldaan aan de wettelijke eisen voor oplegging van de maatregel van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank legt die maatregel op, zodat tegen het einde van de detentie van verdachte kan worden beoordeeld of bijvoorbeeld een contact- en/of locatieverbod, zoals verzocht door aangevers, nodig zijn. Hiermee sluit de rechtbank oplegging van andere voorwaarden overigens niet uit.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

[slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Hij vordert € 23.249,- aan materiële schade (bestaande uit € 850,- voor de televisie, € 234,50 voor de airconditioning, € 164,50 voor de beschadigde [telefoon] , € 414,50 voor de beschadigde [merk 2] , € 18.500,- in verband met studievertraging en € 3.085,50 voor een coach) en € 7.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is verzocht om vergoeding van een bedrag van € 75,72 aan proceskosten. Verder is om hoofdelijke veroordeling van verdachten en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de causaliteit tussen het feit en de studievertraging lastig is vast te stellen en dat het bedrag daarom gematigd moet worden en de benadeelde partij op dat punt voor het overige niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Overweging van de rechtbank
Met betrekking tot de gevorderde kosten van studievertraging is de rechtbank van oordeel dat
nader onderzoek en juridisch debat tussen partijen en eventueel bewijslevering zal moeten plaatsvinden over de vragen in welke mate de studievertraging het gevolg is van het bewezenverklaarde feit en over welke periode dan vergoeding van kosten zou moeten plaatsvinden. Dit levert een onevenredige belasting van het onderhavige strafproces op. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering voor zover deze ziet op de gevraagde kosten van studievertraging.
De overige materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de televisie, de airconditioning, de beide telefoons en de kosten van de coach kan worden toegewezen. Dit betreft in totaal een bedrag van € 4.749,-.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt. Door het feit is hij immers op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte een bijzonder bedreigende situatie heeft gecreëerd, waarbij niet alleen is gedreigd met geweld, maar ook daadwerkelijk geweld is gebruikt, onder meer door het schieten met het vuurwapen en het vastbinden van beide aangevers.
De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op het gevorderde bedrag van € 7.500,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren voor zover het gaat om de gevorderde proceskosten. Zij is van oordeel dat deze kosten, gelet op het bepaalde in artikel 238, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Hij vordert € 19.326,88 aan materiële schade (bestaande uit € 780,50 voor een jas, € 18.500,- in verband met studievertraging en € 46,38 voor de rekening van de huisarts voor het opstellen van een verklaring) en € 7.500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is verzocht om vergoeding van een bedrag van € 81,18 aan proceskosten. Verder is om hoofdelijke veroordeling van verdachten en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de causaliteit tussen het feit en de studievertraging lastig is vast te stellen en dat het bedrag daarom gematigd moet worden en de benadeelde partij op dit punt voor het overige niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Overweging van de rechtbank
Met betrekking tot de gevorderde kosten van studievertraging is de rechtbank van oordeel dat
nader onderzoek en juridisch debat tussen partijen en eventueel bewijslevering zal moeten plaatsvinden over de vragen in welke mate de studievertraging het gevolg is van het bewezenverklaarde feit en over welke periode dan vergoeding van kosten zou moeten plaatsvinden. Dit levert een onevenredige belasting van het onderhavige strafproces op. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering voor zover deze ziet op de gevraagde kosten van studievertraging.
De overige materiële schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de jas en de kosten voor het opstellen van de verklaring door de huisarts voor vergoeding in aanmerking komen. Dit is in totaal een bedrag van € 826,88.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade overweegt de rechtbank dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt. Door het feit is hij immers op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank overweegt in dit verband dat verdachte een bijzonder bedreigende situatie heeft gecreëerd, waarbij niet alleen is gedreigd met geweld, maar ook daadwerkelijk geweld is gebruikt, onder meer door het schieten met het vuurwapen en het vastbinden van beide aangevers.
De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op het gevorderde bedrag van € 7.500,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren voor zover het gaat om de gevorderde proceskosten. Zij is van oordeel dat deze kosten, gelet op het bepaalde in artikel 238, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, niet voor vergoeding in aanmerking komen.
[slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Hij vordert € 1.286,50 aan materiële schade (bestaande uit € 500,- eigen risico en € 786,50 voor de huur van een leenauto) en € 300,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De verdediging heeft het standpunt ingenomen dat de vordering tot immateriële schade onvoldoende is onderbouwd.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden, bestaande uit het eigen risico in verband met de schade aan de auto en de kosten van een leenauto. Deze schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de materiële posten kan worden toegewezen. Dit is een bedrag van € 1.286,50.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij ten tijde van het feit niet in de woning aanwezig was. Naar haar oordeel kan hij om die reden geen aanspraak maken op vergoeding van immateriële schade, althans dit behoeft nadere onderbouwing wat een onevenredige belasting van het strafproces zou opleveren. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
[slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. Zij vordert € 618,99 aan materiële schade (bestaande uit € 283,- in verband met een hotelovernachting en € 335,99 voor de aanschaf van een camerasysteem) en € 300,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Ook is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en hoofdelijke veroordeling van verdachten.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de hotelovernachting in een te ver verwijderd verband staat met het feit. De immateriële schade is onvoldoende onderbouwd.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden, bestaande uit de kosten van een hotelovernachting. Die schadepost is voldoende onderbouwd en komt redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering tot een bedrag van € 283,- kan worden toegewezen.
Voor zover het gaat om de kosten van het camerasysteem is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende rechtstreeks verband bestaat tussen het feit en deze kosten. Daarom zal de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering.
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij ten tijde van het feit niet in de woning aanwezig was. Naar haar oordeel kan de benadeelde partij om die reden geen aanspraak maken op vergoeding van immateriële schade, althans dit behoeft nadere onderbouwing wat een onevenredige belasting van het strafproces zou opleveren. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
De wettelijke rente, de schadevergoedingsmaatregel en de hoofdelijkheid
Met betrekking tot de hierboven toegewezen bedragen overweegt de rechtbank dat deze zullen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021. Ook zal steeds de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd. Verdachte en zijn medeverdachte kunnen ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte de schade heeft vergoed.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05/192284-20)

De politierechter heeft verdachte op 23 oktober 2020 veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, waarvan drie weken voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel.
De rechtbank overweegt dat bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 38z, 45, 56, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert hetgeen is vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 4.749,- aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 4.749,- aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 96 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 826,88 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 826,88 aan materiële schade en € 7.500,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 76 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 3]
  • veroordeelt verdachte in verband met feit 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 1.286,50 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 3] , een bedrag te betalen van € 1.286,50 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 22 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 4]
  • veroordeelt verdachte in verband met feit 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 283,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 4] , een bedrag te betalen van € 283,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 december 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 5 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte (een deel van) het schadebedrag betaalt dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
Vordering tenuitvoerlegging (05/192284-20)
 gelast de tenuitvoerlegging van de op 23 oktober 2020 door de politierechter voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf van drie weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.L.F. Prisse, voorzitter, mr. B.T.C. Jordaans en mr. A.T.G. van Wandelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. Korevaar, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 september 2022.
mrs. Prisse en Jordaans zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage
Tenlastelegging:
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn medeverdachte
voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van een horloge (van het merk Rol ex), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
medeverdachte toebehoorde(n)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening weg te nemen een horloge (van het merk Rolex), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n) en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en/of met een dreigende en/of intimiderende houding (onverhoeds) het tuinhuis (alwaar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zich bevonden) betreden en/of
- ( vanaf een korte afstand) meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht en/of (langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten" en/of "waar is die Rolex" en/of “van wie is die Rolex” en/of “we willen die Rolex" en/of “we weten dat je dat van een erfenis hebt gekregen" en/of “je matties hebben je verraden/gesnitcht" en/of
- meermalen (op dreigende/intimiderende wijze en/of langdurig en/of ononderbroken) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] werd belemmerd en/of (op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken" en/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en/of een glas en/of een flesje, welk(e) goed(eren) op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] stond(en) en/of direct daarop voornoemd vuurwapen weer (op korte afstand) op het hoofd en/of het lichaam, van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): "als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul" (nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): "geef ons jullie telefoon" en/of "we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen” en/of
- de handen en/of armen van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap(s) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): "waar is een mes" en/of
- ( vervolgens) met een mes een snoer afgesneden en/of met voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van:
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 2] ) en/of
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 1] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n)
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 2] ) en/of
- een mobiele telefoon (van het merk: [merk 1] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hebbende verdachte en/of zijn medeverdachte
- met een bivakmuts en/of met (deels) gezichtsbedekkende kleding en/of met een dreigende en/of intimiderende houding (onverhoeds) het tuinhuis (alwaar die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zich bevonden) betreden en/of
- ( vanaf een korte afstand) meermalen een vuurwapen op voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gericht en/of (langdurig en/of ononderbroken) gericht gehouden en/of
- op dreigende/intimiderende/dwingende toon tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “we willen jullie niet voor het hoofd schieten” en/of "waar is die Rolex” en/of “van wie is die Rolex” en/of “we willen die Rolex” en/of “we weten dat je dat van een erfenis hebt gekregen" en/of “je matties hebben je
verraden/gesnitcht” en/of
- meermalen (op dreigende/intimiderende wijze en/of langdurig en/of ononderbroken) aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] een koevoet voorgehouden en/of
- meermalen (langdurig en/of ononderbroken) met een zaklamp in het gezicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] geschenen, waardoor het zicht van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] werd belemmerd en/of (op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “niet aankijken” en/of
- meermalen met dat voornoemde vuurwapen geschoten in de richting van een televisie en/of een glas en/of een flesje, welk(e) goed(eren) op korte afstand van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] stond(en) en/of direct daarop voornoemd vuurwapen weer (op korte afstand) op het hoofd en/of het lichaam, van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
gericht en/of gericht gehouden en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “als we de Rolex vinden, zijn jullie de lul” (nadat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te kennen gaven dat zij geen Rolex hadden) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd en/of geroepen (zakelijk weergegeven): “geef ons jullie telefoon” en/of “we willen zeker weten dat jullie niet de politie bellen" en/of
- de handen en/of armen van die voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] vastgebonden met tie-wrap(s) en/of
- ( op luide en/of dwingende en/of dreigende toon) aan voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gevraagd (zakelijk weergegeven): “waar is een mes” en/of
- ( vervolgens) met een mes een snoer afgesneden en/of met voornoemd afgesneden snoer de benen van voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan elkaar vast gebonden;
3
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 22 december 2021 te Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, in/uit een woning (gelegen aan de [adres 2] ) en/of op/vanaf een besloten erf waarop voornoemde woning stond en/of waarop naast/bij die woning een personenauto (een [auto] ) geparkeerd stond, alwaar verdachte en/of zijn medeverdachte zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende(n) bevond(en), (in/uit voornoemde woning:)
- een of meer sleutels (waaronder de autosleutel van voornoemde personenauto) en/of
- een of meer horloges en/of
- een of meer sieraden en/of
- een of meer tassen en/of
- een of meer pasjes en/of
- een of meer blikjes en/of flessen drank en/of
- een digitale camera (van het merk [merk 3] ) en/of
- een of meer andere goederen en/of
(vanaf voornoemd besloten erf:)
- voornoemde personenauto ( [auto] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte toebehoorde(n) (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn medeverdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van inklimming en/of een valse sleutel, door zonder
toestemming van voornoemde [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 1] de bij voornoemde personenauto ( [auto] ) behorende sleutel weg te nemen en/of daarvan gebruik te maken door daarmee deze personenauto te starten en/of daarmee weg te rijden.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, districtsrecherche Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 202203181500.DOS (onderzoek Kobalt), gesloten op 22 maart 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 158-167 en proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 178-184.
3.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] , p. 188-190; proces-verbaal aanvullend verhoor aangeefster, p. 196-197 en p. 199-201 en proces-verbaal van bevindingen, p. 202.
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte] van 13 mei 2022, proces-verbaalnummer 202205130900.VER
5.Proces-verbaal, p. 274-275.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] , p. 188-189; proces-verbaal aanvullend verhoor aangeefster, p. 197 en p. 199-201;
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 328-329.
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 98.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 371-374.
10.Proces-verbaal van bevindingen p. 239-244.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 324-328.