Op 25 augustus 2022 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een mondeling vonnis uitgesproken in een kort geding tussen eisers, vertegenwoordigd door mr. G.M.S. Heutinck-Gomes, en de Gemeente Zevenaar, vertegenwoordigd door mr. T.E.P.A. Lam. De eisers vorderden dat de Gemeente Zevenaar zou worden verboden om een perceel grond te verkopen zonder een openbare biedingsprocedure te doorlopen. Dit geschil is ontstaan naar aanleiding van het Didam-arrest van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat overheidslichamen bij de verkoop van onroerende zaken de beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het gelijkheidsbeginsel, in acht moeten nemen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn oordeel vastgesteld dat de Gemeente Zevenaar haar voornemen tot verkoop op een juiste wijze heeft gepubliceerd, zodat potentiële gegadigden hiervan kennis konden nemen. De rechter oordeelde dat de Gemeente redelijkerwijs kon aannemen dat er slechts één serieuze gegadigde was voor de aankoop van de percelen, en dat de criteria die de Gemeente hanteerde voor de verkoop objectief en redelijk waren. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente Zevenaar, die tot dat moment waren begroot op € 1.016,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 676,00 aan griffierecht.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor overheidslichamen om transparant te zijn in hun verkoopprocedures en de verplichting om gelijke kansen te bieden aan potentiële kopers, zoals uiteengezet in het Didam-arrest. De rechter concludeerde dat de Gemeente Zevenaar niet in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel, en dat de vorderingen van de eisers niet konden worden toegewezen.