ECLI:NL:RBGEL:2022:4913

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 augustus 2022
Publicatiedatum
19 augustus 2022
Zaaknummer
05/176171-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor aanranding en schennis plegen in sauna

Op 19 augustus 2022 heeft de Rechtbank Gelderland een man zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk. De man werd beschuldigd van aanranding en schennis plegen in een sauna in Nijmegen op 5 juli 2020. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het betasten van een jonge vrouw in de doucheruimte van de sauna, wat door getuigen werd bevestigd. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan schennis van de eerbaarheid door zijn ontblote geslachtsdeel zichtbaar te tonen aan anderen in de sauna. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer en getuigen geloofwaardig en overtuigend, en oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte bij het bepalen van de straf. De verdachte werd veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van twee jaar.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/176171-20
Datum uitspraak : 19 augustus 2022
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortejaar 1994] in [geboorteplaats] (Egypte),
zonder vaste woon- of verblijfplaats te lande.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 5 augustus 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 5 juli 2020 te Nijmegen, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte, onder douche en/of in de doucheruimte van Sauna en Beauty [naam] , die [slachtoffer] op onverhoedse wijze, éénmaal of meerdere malen met de hand(en) over en/of langs de onderbuik en/of de vagina, althans de schaamstreek en/of de billen gewreven, althans de onderbuik
en/of de vagina, althans de schaamstreek en/of de billen van die [slachtoffer] betast;
2.
hij op of omstreeks 5 juli 2020 te Nijmegen, de eerbaarheid heeft geschonden op een niet voor het openbaar verkeer bestemde openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten in Sauna en Beauty [naam] , door op één of meerdere plaatsen in die sauna, zichtbaar voor een ieder die zicht had op die plaats(en) of die hem, verdachte passeerde,
zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel vast te houden en/of te tonen aan één of meerdere personen en/of (daarbij) seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten (masturberen).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 1 heeft zij aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer] in voldoende mate wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 1] , ook voor wat betreft het betasten van de schaamstreek onder de douche.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
De rechtbank acht het tenlastegelegde onder feit 1 wettig en overtuigend bewezen en overweegt daartoe als volgt.
[slachtoffer] heeft verklaard dat ze op 5 juli 2020 in de sauna de [naam] in Nijmegen was. Ze stond samen met [getuige 1] onder de douche. In verband met Corona mochten er maar twee mensen onder de douche staan. Ze was haar gezicht aan het wassen en voelde een hand langs haar vagina komen. De hand maakte een strelende beweging bij haar kruis, haar onderbuik. Ze deed haar ogen open en zag dat het de jongen was die de hele dag al achter haar aanliep en nu bij haar stond. Ze liep de douche uit en trok haar badjas aan. Ze zag die jongen staan en voelde dat hij haar kont aanraakte. Hij maakte een strelende beweging over haar kont. De politie werd gebeld en [slachtoffer] zag dat de man door de politie werd meegenomen. [2]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij met [slachtoffer] de douche inging. [slachtoffer] was haar haren aan het wassen. Toen [getuige 1] zich omdraaide zag hij de man ineens staan. [slachtoffer] stond recht voor hem en de man stond vlak bij haar. De afstand tussen hen was een armlengte. De man liep de douchecel uit. Kort daarna liep [slachtoffer] eruit. [slachtoffer] was duidelijk bang voor de man. Op enig moment liep de man achter hun langs en toen hij [slachtoffer] passeerde streek hij over haar kont. De man liet zijn hand zakken en ging onder langs haar kont. Het gaat om de man die de politie heeft meegenomen. [3]
Feit 2
Getuige [getuige 2] was op 5 juli 2020 in de rustruimte van sauna De [naam] in Nijmegen. Daar zag hij een man die aan zijn piemel zat te trekken, hij was overduidelijk met zijn piemel aan het spelen. De man was aan het kijken naar 2 iets jongere meiden. Getuige heeft gezien dat die bewuste man door de politie is meegenomen. [4]
Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat zij het kruidenbad is binnengegaan en de man recht in zijn ogen aankeek. Hij zat daar alleen en speelde met zijn piemel. Hij zat met zijn benen uit elkaar, had zijn piemel in zijn hand. De man waarover zij dit verklaarde is de persoon die is meegenomen door de politie. [5]
De algemeen toegankelijke informatie van de website van De [naam] vermeldt onder ‘veel gestelde vragen’: “Kinderen zijn welkom vanaf 12 jaar. Van 12 t/m 16 jaar alleen onder begeleiding van een volwassene.” [6] Hieruit volgt dat de sauna toegankelijk was voor personen beneden de zestien jaar.
Ten aanzien van feiten 1 en 2 voorts:
Uit het proces-verbaal van aanhouding van verdachte volgt dat verdachte op 5 juli 2020 is aangehouden bij sauna De [naam] naar aanleiding van een melding van aanranding in de doucheruimte. [7]
Conclusie ten aanzien van beide feiten
De rechtbank oordeelt dat er voldoende wettig bewijs is voor het betasten van de billen van [slachtoffer] nu getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij deze handeling van verdachte heeft gezien. Ook de strelende beweging van verdachte over de vagina/onderbuik van [slachtoffer] acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen. [slachtoffer] heeft hierover verklaard en dit onderdeel van haar verklaring vindt in voldoende mate steun in de verklaring van getuige [getuige 1] , die heeft waargenomen dat verdachte op korte afstand van [slachtoffer] onder de douche stond en zij duidelijk bang was van verdachte.
De rechtbank stelt daarbij dat zij ook geen reden heeft om te twijfelen aan de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] . Zij heeft vanaf het begin gedetailleerd verklaard over het voorval. De rechtbank acht daarbij van belang dat de getuigen [getuige 4] (moeder van [slachtoffer] ) en [getuige 3] verklaren dat [slachtoffer] hen ieder afzonderlijk na het incident heeft gesproken en dat [slachtoffer] overstuur was, huilde en riep "die viezerik, die moet met zijn handen van me afblijven". [8]
De rechtbank acht op grond van de verklaringen van [getuige 2] en [getuige 3] ook het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte op meerdere plekken in de sauna en zichtbaar voor meerdere personen zijn ontblote geslachtsdeel heeft vastgehouden en daarbij naar vrouwen keek.
Over die twee incidenten wordt weliswaar telkens maar door één getuige verklaard, die verklaringen stemmen echter overeen wat de betreft de aard van de door verdachte gepleegde handelingen en de wijze waarop die handelingen plaatsvonden. Naar het oordeel van de rechtbank staan die verklaringen daarmee niet op zichzelf en ondersteunen zij elkaar over en weer.
Op grond van de bewijsmiddelen in het dossier acht de rechtbank niet bewezen dat verdachte zijn geslachtdeel aan meerdere personen heeft getoond en seksuele handelingen bij zichzelf heeft verricht (masturberen). De getuige [getuige 3] spreekt in haar verklaring weliswaar van aftrekken, maar verklaart ook dat verdachtes geslachtsdeel op dat moment onder water was en dat zij de toestand van verdachtes geslachtsdeel niet heeft gezien. De rechtbank vindt die verklaring op dit punt onvoldoende duidelijk om op grond daarvan tot een bewezenverklaring te komen van het verrichten van seksuele handelingen. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks5 juli 2020 te Nijmegen, door
geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld ofeen
anderefeitelijkheid, [slachtoffer] heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte, onder de douche
en/of in de doucheruimtevan Sauna en Beauty [naam] , die [slachtoffer] op onverhoedse wijze, éénmaal
of meerdere malenmet de hand
(en)over en/of langs de onderbuik en/of de vagina, althans de schaamstreek
en/of de billengewreven,
althans de onderbuik
en
/of de vagina, althans de schaamstreek en/ofde billen van die [slachtoffer] betast;
2.
hij op
of omstreeks5 juli 2020 te Nijmegen, de eerbaarheid heeft geschonden op een niet voor het openbaar verkeer bestemde openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten in Sauna en Beauty [naam] , door op
één ofmeerdere plaatsen in die sauna, zichtbaar voor een ieder die zicht had op die plaats
(en
)of die hem, verdachte passeerde,
zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel vast te houden
en/of te tonen aan één of meerdere personen en/of (daarbij) seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten (masturberen).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid
feit 2:
schennis van de eerbaarheid, op een andere dan de in artikel 239 onder 1° bedoelde openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering doorgebracht.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel justitiële documentatie van 17 juni 2022.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een aanranding van een jonge vrouw. Hij heeft het slachtoffer in de sauna betast bij de schaamstreek en de billen. Hij heeft respectloos gehandeld richting slachtoffer en haar recht op lichamelijke integriteit geschonden. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij geen rekening heeft gehouden met de mogelijke impact daarvan op het slachtoffer. Daarnaast heeft verdachte zich die dag in de sauna erg ongepast gedragen en zich schuldig gemaakt aan schennis van de eerbaarheid door zijn ontblote geslachtsdeel vast te houden in de sauna.
De rechtbank acht gezien de ernst van de feiten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank houdt echter rekening met het tijdsverloop tussen deze handelingen en de terechtzitting.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat het opleggen van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf, passend is, te weten een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 63, 239 en 246 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
2 maanden,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van twee jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Bertens (voorzitter), mr. F.J.H. Hovens en mr. C.L. Pas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P. Veenker, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 augustus 2022.
Mr. Bertens en mr. Pas zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, team zeden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2020312042, gesloten op 22 mei 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer] , d.d. 6 juli 2020, p. 21-22.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , d.d. 7 juli 2020, p. 36-38.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , d.d. 6 juli 2020, p. 26-28.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , d.d. 6 juli 2020, p. 30-32.
6.https://thermennijmegen.nl/informatie/#veelgesteldevragen
7.Proces-verbaal van aanhouding, p. 39.
8.Proces-verbaal van aangifte van [getuige 4] , d.d. 6 juli 2020, p.18; proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , d.d. 6 juli 2020, p.32.