Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde sub a] ,
[gedaagde sub b],
[gedaagde sub c],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 januari 2022
- het verkort proces-verbaal van mondelinge behandeling van 26 april 2022.
2.De feiten
nota aan opdrachtgever zenden van de gewerkte uren. De nota zal door opdrachtgever worden voldaan binnen veertien dagen na datum dagtekening (…)
De administratieve organisatie
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vooraf
werkzaamheden buiten het normale advieswerk- dan maakt [eisende partij] aanspraak op een aanvullende managementvergoeding indien [gedaagde sub a] aan hem de opdracht heeft verstrekt om aanvullende werkzaamheden uit voeren (zie artikel 3 lid 2 van de overeenkomst).
in beginselgedurende één dag per week wordt uitgevoerd. De overeenkomst laat dan ook de ruimte aan [eisende partij] om ten behoeve van zijn opdracht meer dan één dag per week werkzaamheden te verrichten. Daar komt bij dat partijen na aanvang van de werkzaamheden van [eisende partij] niet het uitgangspunt hebben gehanteerd dat [eisende partij] per week maximaal één dag aan werkzaamheden mag declareren. Als onvoldoende weersproken staat vast dat [eisende partij] na ondertekening van de overeenkomst gedurende meerdere dagen per week werkzaamheden heeft uitgevoerd voor [gedaagde sub a] . Die werkzaamheden zijn ook door [eisende partij] in rekening gebracht aan [gedaagde sub a] . [gedaagde sub a] heeft die facturen voldaan en niet is gebleken dat [gedaagde sub a] tegen die facturen heeft geprotesteerd.
r was mismanagement op werkelijk elk niveau. [gedaagde sub a] moest boven water blijven naar mijn idee. De werkzaamheden die ik allemaal uitvoerde was een automatisch gevolg van wat we besproken hadden. Dat kon niet met 1 dag in de week. dat deed ik vanuit mijn conclusie wat er in het bedrijf moest gebeuren. Er was niemand om het reorganisatieplan uit te voeren. Toen ben ik het maar gaan doen. We hebben dat allemaal in overleg gedaan.”
De opdracht was al in uitvoering en wij moesten maar mee. [eisende partij] heeft zelf
5.De beslissing
31 augustus 2022voor het opgeven door [eisende partij] van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen in de maanden oktober 2022 tot en met maart 2023, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien [eisende partij] daarom op de onder 5.3 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [eisende partij] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,