Uitspraak
[derde-partij], te [woonplaats] .
Het beroep van [eiser]
Het beroep van [eiser 1]
- verklaart het beroep van [eiser 1] met zaaknummer 20/4433 ongegrond;
- verklaart het beroep van [eiser] met zaaknummer 20/4459 ongegrond.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld over de tijdelijke omgevingsvergunning die is verleend voor de oprichting van een reeënopvang op een bosperceel. De vergunninghouder diende op 6 februari 2018 een aanvraag in voor een tijdelijke omgevingsvergunning voor de duur van vijf jaar, met als doel jonge reeën op te vangen en voor te bereiden op terugkeer in de natuur. De eisers, eigenaren van aangrenzende percelen, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, omdat zij vreesden voor aantasting van natuurwaarden en strijdigheid met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder een quickscan natuuronderzoek heeft laten uitvoeren, waaruit bleek dat er geen beschermde plant- en diersoorten worden aangetast door het project. De rechtbank heeft de bevoegdheid van verweerder om een omgevingsvergunning te verlenen bevestigd, mits er geen strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De rechtbank heeft de beroepsgronden van de eisers ongegrond verklaard, onder andere omdat de procedures voor de reeënopvang en de stacaravan met elkaar verstrengeld zijn geraakt en de eisers niet voldoende onderbouwd hebben waarom de quickscan onvolledig zou zijn. De rechtbank concludeert dat de tijdelijke omgevingsvergunning rechtmatig is verleend en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.