ECLI:NL:RBGEL:2022:48

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 januari 2022
Publicatiedatum
10 januari 2022
Zaaknummer
9529614 EZ VERZ 21-490
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoekschriftprocedure betreffende de vereffening van een nalatenschap met betrekking tot loon en ter inzage legging van rekening en verantwoording

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, wordt een verzoek behandeld van de vereffenaar van de nalatenschap van een overleden persoon. De vereffenaar heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting om de rekening en verantwoording en de uitdelingslijst ter inzage te leggen, alsook om haar loon vast te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vereffenaar is benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap en dat alle bekende schuldeisers zijn voldaan, waardoor de vereffenaar van rechtswege is vrijgesteld van de verplichting om de rekening en verantwoording ter inzage te leggen. De kantonrechter heeft de vereffenaar niet ontvankelijk verklaard in haar verzoeken tot inschrijving van het einde van de vereffening in het boedelregister en tot ter inzage legging van de rekening en verantwoording. Tevens is de vereffenaar in de gelegenheid gesteld om een gespecificeerde urenregistratie over te leggen voor de vaststelling van haar loon, dat door de kantonrechter moet worden vastgesteld op basis van de Recofa-richtlijnen. De beschikking is gegeven door de kantonrechter op 5 januari 2022.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaakgegevens 9529614 \ EZ VERZ 21-490 \ mk
uitspraak van 5 januari 2022
tussenbeschikking
in de zaak van
[vereffenaar] in hoedanigheid van Sectiehoofd van de Sectie Onbeheerde Nalatenschappen van het Rijksvastgoedbedrijf, in haar hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflater]
kantoorhoudende te [plaats]
verzoekende partij
procederend in persoon

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 8 november 2021 met bijlagen.

2.De feiten

2.1.
Op [datum] 2018 is te [plaats] overleden [erflater] , geboren te [plaats] op [datum] 1943 (hierna: erflater). De laatste woonplaats van erflater was [plaats] .
2.2.
Bij beschikking van 9 januari 2020 heeft de rechtbank Gelderland mevrouw
[vereffenaar] (hierna: de vereffenaar) benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater.
2.3.
Bij beschikking van 27 februari 2020 heeft de kantonrechter van de rechtbank Gelderland bepaald dat de vereffenaar de schuldeisers van de nalatenschap openlijk in de Staatscourant dient op te roepen om hun vorderingen vóór 10 april 2020 in te dienen bij de vereffenaar.

3.Het verzoek

3.1.
De vereffenaar verzoekt de kantonrechter
- op grond van artikel 4:206 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) haar loon vast te stellen op een bedrag van € 1.035,00, inclusief btw;
- het einde van de vereffening in te schrijven in het boedelregister;
- op grond van artikel 4:218 lid 1 BW de rekening en verantwoording en uitdelingslijst ter inzage te leggen;
- haar vrijstelling te verlenen voor de openlijke bekendmaking van de ter inzage legging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst op grond van artikel 4:218 lid 2 BW.
3.2.
De vereffenaar onderbouwt haar verzoek als volgt. Alle bekende schuldeisers zijn betaald en de nalatenschap eindigt met een positief saldo. De vereffenaar acht het daarom overbodig een mededeling in de Staatscourant te plaatsen van de ter inzage legging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst. Het geld dat over is, zal de vereffenaar in de consignatiekas van het ministerie van Financiën storten op grond van artikel 4:226 lid 2 BW.

4.De beoordeling

Inschrijving van het einde van de vereffening in het boedelregister

4.1.
Op grond van artikel 4:186 lid 1 BW houden de griffiers van de rechtbank een openbaar boedelregister, waarin krachtens wettelijke voorschrift feiten worden ingeschreven, die voor de rechtstoestand van opengevallen nalatenschappen van belang zijn. De inschrijving van het einde van de vereffening, anders dan door de opheffing daarvan krachtens artikel 4:209 lid 4 BW hetgeen hier niet aan de orde is, kent geen wettelijke grondslag en is derhalve geen in het boedelregister inschrijfbaar feit. De kantonrechter zal de vereffenaar op dit punt dan ook niet ontvankelijk verklaren.
Ter inzage legging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst en de openlijke bekendmaking daarvan
4.2.
Op grond van artikel 4:218 lid 1 BW is een vereffenaar verplicht binnen zes maanden nadat de voor het indienen van vorderingen gestelde tijd is verstreken, een rekening en verantwoording en uitdelingslijst ten kantore van de boedelnotaris of, indien deze ontbreekt, ter griffie van de rechtbank ter kennisneming van een ieder neer te leggen. Op grond van artikel 4:221 lid 2 BW hoeft een door de rechter benoemde vereffenaar een rekening en verantwoording en een uitdelingslijst niet neer te leggen, wanneer alle hem voor de afloop van de in artikel 4:218 lid 1 BW bedoelde termijn bekend geworden schulden ten volle worden voldaan.
4.3.
Nu het saldo van de onderhavige nalatenschap ruim positief is en de vereffenaar verklaart dat alle bekende schuldeisers zijn voldaan, geldt dat de vereffenaar van rechtswege is vrijgesteld van de verplichting de rekening en verantwoording en uitdelingslijst ter inzage te leggen. In het verlengde daarvan is de vereffenaar uiteraard ook vrijgesteld van de openlijke bekendmaking zoals bedoeld is in artikel 4:218 lid 2 BW. De kantonrechter zal de vereffenaar daarom niet ontvankelijk verklaren in haar verzoek de rekening en verantwoording en uitdelingslijst ter inzage te leggen en in haar verzoek om vrijstelling van de openlijke bekendmaking daarvan.
Loon4.4.Op grond van artikel 4:206 lid 3 BW heeft een door de rechter benoemde vereffenaar recht op het loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. Voor de berekening van het loon wordt aangesloten bij de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling 2019 (hierna: de Recofa-richtlijnen).
4.5.
Weliswaar is de vereffenaar vrijgesteld van de ter inzage legging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst, maar dit betekent niet dat de rekening en verantwoording en uitdelingslijst niet behoeft te worden opgemaakt. De vereffenaar zal immers rekening en verantwoording over het door haar gevoerde beheer over de nalatenschap dienen af te leggen aan de erfgenamen. Aangezien artikel 4:206 lid 3 BW bepaalt dat de door de rechter benoemde vereffenaar recht heeft op loon dat door de kantonrechter voor het
opmakenvan de uitdelingslijst wordt vastgesteld, is de kantonrechter van oordeel dat zij bevoegd is te beslissen over de vaststelling van het loon van de vereffenaar zoals bedoeld in artikel
4:206 lid 3 BW.
4.6.
De vereffenaar heeft voor het vaststellen van haar loon enkel de uitdelingslijst met daarop een bedrag aan loon overgelegd. De kantonrechter kan niet vaststellen op welke datum de werkzaamheden zijn verricht, welke werkzaamheden zijn verricht en de kwalificatie van de persoon of personen die de werkzaamheden heeft/hebben verricht. De kantonrechter zal de vereffenaar daarom in de gelegenheid stellen een gespecificeerde urenregistratie over te leggen waaruit voornoemde elementen kunnen worden afgeleid. Deze urenregistratie dient te zijn voorzien van een deugdelijke en inzichtelijke berekening overeenkomstig de Recofa-richtlijnen en van een toelichting op de daarbij toegepaste ervaringsfactoren van de betrokken personen.

5.De beslissing

De kantonrechter,
5.1.
verklaart de vereffenaar niet ontvankelijk in haar verzoek tot het inschrijven van het einde van de vereffening in het boedelregister;
5.2.
verklaart de vereffenaar niet ontvankelijk in haar verzoek de rekening en verantwoording en uitdelingslijst ter inzage te leggen, alsmede in haar verzoek om vrijstelling van de openlijke bekendmaking van de ter inzage legging van de rekening en verantwoording en uitdelingslijst;
5.3.
stelt de vereffenaar tot uiterlijk 28 januari 2022 in de gelegenheid een gespecificeerde urenregistratie van de verrichte werkzaamheden over te leggen en de berekening van het loon toe te lichten;
5.4.
houdt iedere verdere beslissing in het kader van dit verzoekschrift aan.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.J.H. Schuurman en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2022.