Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 23 maart 2022 in de verzoekschriftprocedure bij deze rechtbank, afdeling familie- en jeugdrecht (zaakkenmerk C/05/399638 / JE RK 22-157) waaruit volgt dat verzoekster op de mondelinge behandeling heeft verzocht om wraking van de rechter,
- de brief van de rechter van 15 juni 2022, waarmee de rechter heeft geconcludeerd tot afwijzing van het wrakingsverzoek,
- de mondelinge behandeling op 11 juli 2022.
2.Het wrakingsverzoek
3.De beoordeling
Ik heb genoeg informatie om een beslissing te nemen…” en “…
Toch zie ik (…) redenen om een ondertoezichtstelling op te leggen en dat is ook wat ikzal gaanbeslissen…” (onderstreping door de wrakingskamer). Verder volgt uit het proces-verbaal dat de rechter na het wrakingsverzoek niet verder is gegaan met het onderbouwen van haar (nog te geven) beslissing en dat zij heeft gezegd: “…
Dan kan ik nu niet meer verder beslissen op het verzoek tot ondertoezichtstelling…” Tot slot volgt uit het proces-verbaal dat de rechter na het wrakingsverzoek vanwege de spoedeisendheid nog een voorlopige ondertoezichtstelling heeft uitgesproken. Uit deze omstandigheden lijkt te volgen dat de rechter weliswaar al was begonnen met de onderbouwing van haar beslissing, maar dat van een einduitspraak nog geen sprake was.