Uitspraak
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 2 februari 2022;
- de schriftelijke reactie van de rechters van 7 februari 2022;
- de e-mail van verzoekster van 28 februari 2022.
Rechtbank Gelderland
Op 28 februari 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door verzoekster, die stelde dat zij niet tijdig alle documenten had ontvangen voorafgaand aan de zitting van de wrakingskamer op 1 februari 2022. Hierdoor zou de procesgang niet correct zijn gevolgd en kon zij zich niet adequaat voorbereiden. Verzoekster vond dat de rechters, mr. J.M.C. Schuurman-Kleijberg, mr. M.S.T. Belt en mr. A.A. Roodenburg, vooringenomen waren omdat zij twee onjuiste beslissingen hadden genomen tijdens de behandeling van haar zaak.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 februari 2022 was verzoekster niet aanwezig en had zij geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om via een Teams-verbinding deel te nemen. De wrakingskamer merkte op dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde gronden niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De rechters hadden tijdens de zitting op 1 februari 2022 de ontbrekende processtukken aan verzoekster overhandigd en haar een leespauze gegeven. Verzoekster had tijdens de zitting niet aangegeven dat zij het niet eens was met de gang van zaken.
De wrakingskamer oordeelde dat de beslissingen van de rechters gericht waren op het waarborgen van de goede procesorde en dat er geen schijn van vooringenomenheid was. De overige gronden die verzoekster had aangevoerd, waren gericht tegen de oorspronkelijk gewraakte rechter en werden daarom niet beoordeeld in dit wrakingsverzoek. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.