Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks23 augustus 2020 te Lochem,
althans in Nederland,terwijl hij werkzaam was in de
gezondheidszorg en/ofmaatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg,
opleidingen
/ofwaakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortejaar 2005] , die zich als
patiënt en/ofcliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd,
/ofde bh van die [slachtoffer 1] los te maken en
/ofdie [slachtoffer 1] op haar bil(len) te slaan
/tikkenen
/ofde broek van die [slachtoffer 1] uit/naar beneden te trekken en
/ofde billen/het stuitje van die [slachtoffer 1] te betasten/masseren en
/ofde schaamstreek/liezen van die [slachtoffer 1] te betasten/masseren en
/ofdie [slachtoffer 1] in haar oor te bijten en
/ofdie [slachtoffer 1]
(op haar voorhoofd
)te kussen;
of omstreeks30 juni 2020 te Lochem,
althans in Nederland,terwijl hij werkzaam was in de
gezondheidszorg en/ofmaatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg
, opleidingen
/ofwaakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [geboortejaar 2004] , die zich als
patiënt en/ofcliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd,
/ofde billen van die [slachtoffer 2] te betasten/masseren en
/ofde schaamstreek/liezen (in/onder het ondergoed) van die [slachtoffer 2] te betasten/masseren;
in ofomstreeks de periode van 1 februari 2020 tot en met 1 april 2020 te Lochem
, althans in Nederland, (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg
, opleidingen
/ofwaakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 3] , geboren op [geboren in jaar 2005] die zich als
patiënt en/ofcliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd, door meermalen,
althans eenmaal,die [slachtoffer 3] een massage aan haar
(gehele)lichaam te geven en hierbij/vervolgens de
schaamstreek/liezen van die [slachtoffer 3] te betasten/masseren.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- € 1.000,- [slachtoffer 1] ;
- € 1.750,- [slachtoffer 2] ;
- € 750,- [slachtoffer 3] ;
- € 1.000,- [slachtoffer 1] ;
- € 1.750,- [slachtoffer 2] ;
- € 750,- [slachtoffer 3] ;
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden;
4 maanden, niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
- beveelt dat de tijd, die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
vijf jaren wordt ontzet van het recht tot de uitoefening van een beroep in de (gezondheids)zorg/ (jeugd) hulpverlening;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 1.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 augustus 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 1.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 augustus 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 20 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van 1.750,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 1.750,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 juni 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 27 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van € 750,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 3] , een bedrag te betalen van € 750,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 maart 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 15 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.