Uitspraak
mr. Bernardus Franciscus Maria Knüppein hun hoedanigheid van curator van de
naamloze vennootschap DSB Bank N.V. in faillissement, h.o.d.n. Finqus
[gedaagde sub 2]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen DSB Bank N.V. in faillissement, vertegenwoordigd door de curatoren, en twee gedaagden. DSB Bank vorderde betaling van een bedrag van € 13.843,61, inclusief wettelijke rente, als gevolg van een krediet dat per 1 december 2009 was opgeëist. De gedaagden, die in persoon procedeerden, hebben geen akte genomen ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid waren gesteld. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 20 oktober 2021 reeds overwogen dat DSB in de gelegenheid was gesteld om zich uit te laten over de opbouw van haar vordering en de datum van opeising van het krediet. DSB herhaalde haar stelling dat het krediet per 1 december 2009 was opgeëist en de kantonrechter heeft deze datum als uitgangspunt genomen. De vordering van DSB op de gedaagden bedroeg op dat moment € 19.328,54, inclusief kredietsom en kredietvergoeding. De kantonrechter heeft de gedaagden in het ongelijk gesteld en hen hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.