ECLI:NL:RBGEL:2022:449

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 februari 2022
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
9336682
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering jaarnota energieleverancier en schending waarheidsplicht met betrekking tot meterstanden

In deze zaak vorderde Innova Energie B.V. betaling van een openstaande jaarnota van € 1.252,33 en een eindnota van € 134,94 van gedaagde, die in gebreke was gebleven met de betaling van zijn voorschot. De kantonrechter oordeelde dat Innova Energie niet had voldaan aan haar stelplicht met betrekking tot de jaarnota, omdat zij was uitgegaan van onjuiste meterstanden, terwijl gedaagde deze correct had doorgegeven. De rechter stelde vast dat Innova Energie de waarheidsplicht had geschonden door in de dagvaarding te verwijzen naar een jaarnota die was gebaseerd op foutieve gegevens. De vordering tot betaling van de jaarnota werd afgewezen, evenals de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagde werd wel veroordeeld tot betaling van de eindnota en een deel van de hoofdsom, met compensatie van de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het correct vastleggen van meterstanden en de verplichting van partijen om waarheidsgetrouwe informatie te verstrekken in juridische procedures.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 9336682 \ CV EXPL 21-5701 \ 42693 \ 44343
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Innova Energie B.V.
gevestigd te Delft
eisende partij
gemachtigde Caminada & Van Leeuwen
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna Innova Energie en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 7 juli 2021 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek met producties
- de akte van de zijde van Innova Energie.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is een overeenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de levering van gas en elektriciteit (hierna: het energiecontract) door Innova Energie ten behoeve van de woning van [gedaagde] aan [adres] . De startdatum van het energiecontract was 1 november 2018 en de looptijd was een jaar. Het door [gedaagde] aan Innova Energie bij wijze van voorschot te betalen maandbedrag bedroeg € 127,00.
2.2.
Een onderdeel van de overeenkomst van Innova Energie betrof de Cashback actie tot
€ 180,00. Op deze actie zijn – voor zover van belang – de volgende actievoorwaarden van toepassing:
“(…)Actievoorwaarden Cashback € 100,-
Criteria voor deelname aan de actie
(…)
8. Beëindigd u uw stroom en/of gas contract eerder dan de afgesproken einddatum of is uw stroom en/of gas contract eerder dan de afgesproken einddatum beëindigd vanwege wanbetaling en/of fraude? Dan vervalt uw recht op de (actie)korting volledig. Reeds verstrekte (actie)kortingen dienen te worden terugbetaald.
9. Artikel 8 van deze actievoorwaarden is ook van toepassing in geval er bij het vaststellen van de jaarnota blijkt dat er sprake is van een betalingsachterstand. (…)”.
2.3.
Op 26 november 2018 heeft [gedaagde] een bevestigingsmail ontvangen van Innova Energie betreffende de door hem doorgegeven meterstanden, deze e-mail luidt als volgt:
“(…) Geachte [gedaagde] ,
Hartelijk bedankt voor het doorgeven van uw meterstand(en).
Wij hebben de volgende stand(en) van u ontvangen:
Metertype Meternummer Meterstand
Gas [meternummer] 45419
Normaal tarief elektra [meternummer] 037159
Laag tarief elektra [meternummer] 036760
Leveringsadres:
[straatnaam en huisnummer]
[postcode en woonplaats]
Opnamedatum:
26-11-2018 (…)”.
2.4.
Op 21 november 2019 heeft Innova Energie een herinneringsmail naar [gedaagde] gestuurd in verband met het verstrijken van de betalingstermijn van het voorschot in de maand november 2019 van € 127,00.
2.5.
Op 6 december 2019 heeft [gedaagde] een jaarnota ontvangen van Innova Energie. De bij die jaarnota behorende specificatie vermeldt het volgende:
“(…)
Door u te voldoen: € 1.252,33 incl. btw
(…)
Specificatie Elektriciteit
(…)
Meterstanden Levering Teruglevering Totaal verbruik: 4.261
Datum 01-11-18 Normaal 36.286 Dal 36.500 Normaal 0 Dal 0
Datum 08-12-18 Normaal 36.566 Dal 36.701 Normaal 0 Dal 0 Verbruik 481
Datum 01-01-19 Normaal 36.770 Dal 36.848 Normaal 0 Dal 0 Verbruik 351
Datum 01-07-19 Normaal 38.026 Dal 37.750 Normaal 0 Dal 0 Verbruik 2.158
Datum 01-11-19 Normaal 38.765 Dal 38.282 Normaal 0 Dal 0 Verbruik 1.271
(…)
Totale kosten incl. btw 999,75
In rekening gebrachte termijnbedragen en evt. kosten facturatie incl. btw -530,97
Door u te voldoen incl. btw 468,78
(…)
Specificatie Gas
(…)
Meterstanden Totaal verbruik:1.913
Datum 01-11-18 Gas 45.011
Datum 08-12-18 Gas 45.313 Verbruik 302
Datum 01-01-19 Gas 45.566 Verbruik 253
Datum 01-07-19 Gas 46.672 Verbruik 1.106
Datum 01-11-19 Gas 46.897 Verbruik 225
(…)
Totale kosten incl. btw 1.773,52
In rekening gebrachte termijnbedragen en evt. kosten facturatie incl. btw -989,97
Door u te voldoen incl. btw 783,55
(…)”.
2.6.
[gedaagde] heeft het energiecontract per 7 december 2019 beëindigd.
2.7.
Op 7 januari 2020 heeft [gedaagde] van Innova Energie een eindnota ontvangen voor de levering van gas- en elektra in de periode 1 november 2019 tot en met 7 december 2019 voor een bedrag van € 134,94.
2.8.
Op 9 januari 2020 heeft Innova Energie [gedaagde] per mail verzocht over te gaan tot betaling van de jaarnota van € 1.252,33 van 6 december 2019, wegens het verstrijken van de betalingstermijn.
2.9.
[gedaagde] heeft op 10 januari 2020 het volgende per e-mail aan Innova Energie bericht:
“(…) Het lijkt mij niet dat ik voor 1 jaar gebruik deze eindafrekening krijg. Daarnaast heb ik de formele afrekening ook nog niet gezien en mis ik de verrekening van de welkomstpremie. Ik heb daarnaast elke maand al een voorschot betaald dat ongeveer neerkomt op het bedrag van de afrekening. Kortom, er gaat iets fout aan jullie kant.
Graag aanvullende informatie (…)”.
2.10.
Op 20 januari 2020 heeft Innova Energie de jaarnota (nogmaals) aan [gedaagde] gestuurd, waarbij zij heeft opgemerkt dat de cashback waar [gedaagde] recht op heeft nog niet is berekend en dat dat bedrag nog verrekend wordt.
2.11.
Op 22 januari 2020 heeft [gedaagde] in een e-mail aan Innova Energie aangegeven dat er een grove fout in de eindafrekening zit, omdat de begin- en eindstanden niet kloppen.
2.12.
Omdat (ook) de betaling van de eindnota van 7 januari 2020 uitbleef, heeft Innova Energie een herinneringsmail gestuurd op 30 januari 2020.
2.13.
Op 29 februari 2020 heeft Innova Energie - n.a.v. een e-mail van 16 januari 2020 van [gedaagde] waarin hij wederom aangeeft dat de jaarnota niet klopt - een reactie aan [gedaagde] gestuurd, waarin zij heeft aangegeven dat de hoge jaarnota het gevolg is van de extreem lage tarieven van de vorige energieleverancier van [gedaagde] en de stijgende prijzen binnen de energiemarkt. Zij heeft daarnaast vermeld dat zij haar vordering ter incasso uit handen heeft gegeven.
2.14.
De incassogemachtigde van Innova Energie heeft [gedaagde] op 17 februari 2020 verzocht om tot betaling over te gaan. [gedaagde] heeft diezelfde dag als volgt (richting de incassogemachtigde en Innova Energie) gereageerd:
“(…) Ik ga deze factuur en de openstaande eindnota afrekening NIET ga betalen en wel om de volgende redenen:
-
Ik heb ondanks allerlei toezeggingen nog steeds niet de cash bonus gekregen, deze zou worden gecrediteerd van de eindnota;
-
De eindnota bevat een tweetal cruciale fouten doordat de meterstanden zijn geschat en niet overgenomen van de waarden die ik heb opgegeven en waarvan ik (gelukkig) een kopie opgave heb bewaard.
Dus..ik stel jullie in de gelegenheid om samen met Innova tot een ordentelijke afrekening te komen, dan valt er over betalen te praten. (…)”.
2.15.
Op 25 februari 2020 heeft Innova Energie [gedaagde] verzocht de juiste meterstanden te mailen, zodat zij de eindnota kan corrigeren.
2.16.
Nadat hij nogmaals door de incassogemachtigde is verzocht om over te gaan tot betaling van de openstaande facturen, heeft [gedaagde] op 9 april 2020 verzocht om een antwoord op zijn vragen omtrent de onjuiste meterstanden op de jaarnota en het niet verrekenen van de cashback. Op 17 april 2020 heeft Innova Energie hier als volgt op gereageerd:
“(…) Omdat er een betaalachterstand is heeft u geen recht meer op het bedrag van de cashback. U geeft aan dat wij fouten hebben gemaakt in de eindberekening. De eindstanden zijn geschat omdat wij geen meterstanden van u hadden ontvangen. Als wij geen meterstanden doorkrijgen dan zijn wij verplicht om deze te schatten. Indien de schatting niet klopt, ontvangen wij graag een foto met een dagtekening van u. Op de foto moet dus de meterstand en een foto of dagkrant van vandaag zichtbaar zijn. (…)”.
2.17.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] in een e-mail zijn standpunt over de cashback actie herhaald. Daarnaast heeft hij aangegeven dat hij de meterstanden wel degelijk heeft doorgegeven, zodat daar in eerste instantie geen schatting van gemaakt hoefde te worden. Op 22 april 2020 heeft Innova Energie [gedaagde] nogmaals verzocht om bewijs aan te leveren van de (juiste) beginstanden.
2.18.
De incassogemachtigde van Innova Energie heeft [gedaagde] op 15 maart 2021 gesommeerd om tot betaling van de factuur van november 2019, de jaar- en eindnota over te gaan van in totaal € 1.514,27 met aanzegging van de buitengerechtelijke incassokosten van
€ 227,14 indien betaling niet binnen 14 dagen zou plaatsvinden.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Innova Energie vordert – samengevat – de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van
€ 1.788,69 (€ 1.514,27 aan hoofdsom, € 47,28 aan verschenen rente en € 227,14 aan buitengerechtelijke incassokosten) vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.514,27 vanaf 7 juli 2021, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
Zij legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] in gebreke is gebleven met de tijdige betaling van het voorschotbedrag van de maand november 2019 van € 127,00, de jaarnota van € 1.252,33 en eindnota van € 134,94. Omdat hij in verzuim is, is hij tevens de wettelijke rente verschuldigd. De vordering is ter incasso uit handen gegeven, zodat [gedaagde] ook de buitengerechtelijke incassokosten moet vergoeden.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing. Op de stellingen van partijen wordt hierna nader ingegaan.

4.De beoordeling

Eindnota van € 134,94
4.1.
De verschuldigdheid en de hoogte van de eindnota is door [gedaagde] niet betwist. Dit deel van de hoofdsom ligt derhalve voor toewijzing gereed. De wettelijke rente wordt - als niet afzonderlijk betwist en op de wet gegrond - eveneens toegewezen.
Factuur november 2019 van € 127,00
4.2.
Innova Energie stelt dat [gedaagde] de voorschotnota van november 2019 onbetaald heeft gelaten. Op 21 november 2019 heeft zij [gedaagde] hier (voor het eerst) per e-mail aan herinnerd.
Hoewel [gedaagde] betwist dat hij deze factuur onbetaald heeft gelaten, heeft hij zijn verweer op dit punt onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Hij had dit kunnen doen door het overleggen van betalingsbewijzen waaruit blijkt dat hij de factuur wel heeft voldaan. Nu hij dit heeft nagelaten, zal de vordering van Innova Energie tot betaling van de factuur van november 2019 van € 127,00 worden toegewezen. De wettelijke rente wordt - als niet afzonderlijk betwist en op de wet gegrond- eveneens toegewezen.
4.3.
Gelet op het vorengaande faalt ook het verweer van [gedaagde] ten aanzien van het onterecht niet krijgen van de cashback korting. Vaststaat dat de Actievoorwaarden Cashback € 100,- op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing zijn. In deze voorwaarden is bepaald dat het recht van [gedaagde] op de actiekorting komt te vervallen indien bij het vaststellen van de jaarnota blijkt dat sprake is van een betalingsachterstand. Op 21 november 2019 is [gedaagde] (voor het eerst) op de betalingsachterstand gewezen. De jaarnota is op 6 december 2019 aan hem toegestuurd. Hoewel de kantonrechter het met [gedaagde] eens is dat het vreemd is dat deze factuur op de jaarnota als betaald is aangemerkt, staat wel vast dat [gedaagde] ten tijde van het opstellen van de jaarnota een betalingsachterstand had. [gedaagde] heeft daarmee niet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de cashback korting voldaan, zodat deze ook niet met de jaarnota verrekend had hoeven worden.
Jaarnota van € 1.252,33
4.4.
[gedaagde] heeft op 26 november 2018 voor beide elektriciteitsmeters en de gasmeter een beginstand doorgegeven aan Innova Energie. Dit wordt ook door Innova Energie per e-mail aan [gedaagde] bevestigd. Innova Energie is voor wat betreft de beginstanden van alle drie de meters echter uitgegaan van een schatting van de beginstanden, die lager is dan de door [gedaagde] doorgegeven beginstanden.
4.5.
[gedaagde] betwist dus de op de jaarnota vermelde bedragen verschuldigd te zijn, omdat Innova Energie is uitgegaan van verkeerde (te weten: lagere) beginstanden, terwijl Innova Energie wel over de juiste beginstanden beschikte. Hierdoor heeft hij volgens de jaarnota van Innova Energie meer verbruikt dan daadwerkelijk het geval was. [gedaagde] heeft dit ook verschillende malen per e-mail aan Innova Energie doorgegeven. Innova Energie heeft op haar beurt [gedaagde] verzocht de juiste meterstanden (nogmaals) door te geven. [gedaagde] heeft hierop aangegeven dat Innova Energie al over deze gegevens beschikt, wat ook blijkt uit de bevestigingsmail van Innova Energie van 26 november 2018. Innova Energie weerspreekt niet dat de door [gedaagde] doorgegeven beginstanden correct zijn. In de akte van de zijde van Innova Energie schrijft zij hierover uiteindelijk:
Het is mogelijk dat de bevestigde meterstanden per abuis niet zijn aangehouden bij het opstellen van de jaarnota.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat Innova Energie niet heeft voldaan aan haar stelplicht betreffende de verschuldigdheid van de jaarnota en zich niet heeft gehouden aan de procesregels. Dat wordt hierna toegelicht, te beginnen met de procesregels.
4.7.
Volgens artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) zijn partijen verplicht de voor de beoordeling van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Artikel 111 lid 3 Rv bepaalt dat de dagvaarding de door gedaagde aangevoerde verweren en de gronden daarvoor vermeldt. Innova Energie heeft aan beide vereisten niet voldaan.
Uit de feitelijke gang van zaken is gebleken dat Innova Energie, ruim voor het uitbrengen van de dagvaarding, op de hoogte was van het door [gedaagde] gevoerde verweer betreffende het gebruik van de onjuiste meterstanden én dat zij zelf al vanaf 26 november 2018 beschikte over de correcte beginstanden. Het had dan ook op haar weg gelegen om – na de vragen en klachten van [gedaagde] hierover – deze standen na te gaan in haar eigen systeem. Dat heeft Innova Energie niet gedaan, ze is uitgegaan van kennelijk foutieve meterstanden en zij heeft volhard in het innen van een daaraan gerelateerd bedrag. Zij heeft vervolgens ook in de dagvaarding, terwijl dit bij haar bekend was, in strijd met de waarheid (artikel 21 Rv), een op verkeerde meterstanden gebaseerde jaarnota tot uitgangspunt genomen.
Verder heeft Innova Energie als verweer van [gedaagde] in de dagvaarding uitsluitend weergegeven dat [gedaagde] aanvoert dat onjuiste meterstanden gebruikt zouden zijn, dat [gedaagde] in de gelegenheid is gesteld om de juiste meterstanden toe te zenden, waarop geen reactie is gekomen. Dit miskent dat [gedaagde] wèl heeft gereageerd, zoals blijkt uit de door Innova Energie als productie 11 overgelegde correspondentie tussen partijen. Daarmee is het verweer van [gedaagde] door Innova Energie niet goed weergegeven (artikel 111 lid 3 Rv). Daarnaast geldt nog dat de stelling van Innova Energie dat [gedaagde] niet heeft gereageerd, niet relevant is. Het kan natuurlijk niet op het bord van [gedaagde] worden geschoven dat Innova Energie de al bij haar bekende meterstanden niet gebruikt.
4.8.
Gelet op het bovenstaande is de gegrondheid van de vordering betreffende de jaarnota niet vast komen te staan. De gevolgtrekking van de schending van de waarheidsplicht (artikel 21 Rv) is dat Innova Energie niet meer in de gelegenheid wordt gesteld om alsnog met de juiste meterstanden de jaarnota vast te stellen. Daarbij geldt ook dat Innova Energie, na het door [gedaagde] gevoerde verweer bij conclusie van antwoord, hiertoe al ruim voldoende mogelijkheden heeft gehad. Zij heeft immers nog een conclusie van repliek genomen en zij heeft vervolgens bij akte nog gereageerd op de conclusie van dupliek, waarbij zij persisteerde bij haar eis. In die stukken is zij blijven volhouden dat [gedaagde] moet worden veroordeeld tot betaling van de - onjuiste - jaarnota, terwijl zij nog tot het eindvonnis de gelegenheid had om haar eis te veranderen (artikel 130 lid 1 Rv). De vordering betreffende de jaarnota zal daarom worden afgewezen.
4.9.
Innova Energie maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Gelet op het partijdebat is het aannemelijk dat Innova Energie geen buitengerechtelijke kosten had hoeven maken als zij adequaat en op tijd had gereageerd op de bezwaren van [gedaagde] tegen de facturen. Om die reden wordt de vordering tot voldoening van buitengerechtelijke kosten, niet als redelijk aangemerkt (artikel 6:96 lid 2 onder c BW), ook niet als deze zou zijn aangepast aan de toegewezen hoofdsom. Dit gedeelte van de vordering wordt dan ook afgewezen.
4.10.
De kantonrechter ziet aanleiding om de proceskosten te compenseren, nu partijen beide voor een deel in het ongelijk worden gesteld. Zij moeten daarom ieder hun eigen kosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 261,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 juli 2021 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart de veroordeling in rechtsoverweging 5.1. uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op