4.4.Vervolgens is bij Kabinetsmissive van 24 november 2020 bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het veranderen van de voorwaarden voor de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte, met memorie van toelichting. Het wetsvoorstel strekt ertoe de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte te versoepelen en de procedure te vereenvoudigen. Onder meer wordt voorgesteld de leeftijdsgrens van zestien jaar te laten vervallen. De Raad van State heeft op 10 maart 2021 een advies uitgebracht.De Raad van State merkt hierin op dat de evaluatie van de Transgenderwet (ook) laat zien dat deskundigen van genderklinieken kritisch zijn over het loslaten van de minimumleeftijd. De zorg bij deze deskundigen lijkt vooral te zijn dat kinderen die vroegtijdig hun geslacht wijzigen het moeilijker kunnen vinden om terug te komen op hun besluit en dat met een minimumleeftijd een drempel wordt opgeworpen tegen ondoordachte, overhaaste geslachtswijziging. Omdat in de toelichting niet deugdelijk wordt gemotiveerd waarom het loslaten van deze leeftijdgrens noodzakelijk en verantwoord is, heeft de Raad van State geadviseerd om het laten vervallen van de minimale leeftijd van zestien jaar dragend te motiveren en zo nodig het voorstel aan te passen. Het wetsvoorstel is, met aangepaste motivering op het voornoemde punt, vervolgens op 4 mei 2021 ingediend.Op 19 november 2021 is er een nota van wijziging ingediend.Voor de wijziging van het geslacht in de geboorteakte voor personen onder de zestien jaar is het volgende wetsartikel voorgesteld:
1. Wijziging van de vermelding van het geslacht van een Nederlander, jonger dan zestien jaar, kan op verzoek van zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank, indien de minderjarige de overtuiging heeft tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in de akte van geboorte.
2. De wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige, jonger dan zestien jaar, die de Nederlandse nationaliteit niet bezit, kan een verzoek als bedoeld in het eerste lid doen, indien de minderjarige gedurende een tijdvak van ten minste één jaar, onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek, woonplaats in Nederland heeft en een rechtsgeldige verblijfstitel heeft. In dat geval wordt tevens een afschrift van de akte van geboorte overgelegd.
3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder akte van geboorte mede verstaan een akte van inschrijving van een buiten Nederland opgemaakte akte van geboorte of van een beschikking als bedoeld in artikel 25c.
4. De rechtbank toetst of de verzochte wijziging van de vermelding van het geslacht in het belang is van de minderjarige die het betreft. Bij toewijzing van het verzoek kan de rechtbank desverzocht tevens de wijziging van de voornamen van de minderjarige op wie het verzoek betrekking heeft gelasten.
5. De rechter kan, indien hem blijkt dat de minderjarige van twaalf jaar of ouder hierop prijs stelt en er een geschil bestaat hieromtrent tussen de minderjarige en de met het gezag belaste ouders of een van hen dan wel van de voogd of de beide voogden, ambtshalve een beslissing geven op de voet van het eerste tot en met vierde lid. Hetzelfde geldt indien de minderjarige de leeftijd van twaalf jaren nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.”