ECLI:NL:RBGEL:2022:4193

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 augustus 2022
Publicatiedatum
3 augustus 2022
Zaaknummer
05/019342-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair voor oplichting via Marktplaats met meerdere slachtoffers

Op 1 augustus 2022 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 28-jarige militair, die werd beschuldigd van meerdere oplichtingen via Marktplaats. De verdachte heeft zich voorgedaan als een bonafide verkoper, maar heeft de verkochte goederen nooit geleverd. De tenlastelegging omvatte feiten die zich hebben voorgedaan tussen 1 december 2017 en 31 juli 2020, waarbij de verdachte in totaal elf slachtoffers heeft benadeeld. De militaire kamer heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde, namelijk het maken van een gewoonte van het verkopen van goederen zonder deze daadwerkelijk te leveren, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen. Voor een deel van de ten laste gelegde feiten is de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat deze betrekking hadden op feiten die voor de inwerkingtreding van artikel 326e van het Wetboek van Strafrecht plaatsvonden. De militaire kamer heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur, waarvan 50 uur voorwaardelijk, en heeft hem tevens veroordeeld tot schadevergoeding aan twee benadeelde partijen. De rechtbank heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn spijt en de stappen die hij heeft ondernomen om zijn verslavingsproblematiek aan te pakken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/019342-21
Datum uitspraak : 1 augustus 2022
Tegenspraak
vonnis van de militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortejaar 1994] in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. B. Damen, advocaat in Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen op 20 juni 2022 en 18 juli 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 31 juli 2020 te 's-Hertogenbosch,
althans (telkens) in Nederland,
een gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk (te weten website Marktplaats) verkopen van goederen tegen betaling,
met het oogmerk om zonder levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren teneinde zich wederrechtelijk te bevoordelen,
en zodoende
- [slachtoffer 1] uit Arcen, op of omstreeks 16 februari 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 66,95 (ten behoeve van een (Gore-tex) bivakzak) en/of
- [slachtoffer 2] uit Barendecht, op of omstreeks 26 december 2017, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 150,40 (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 3] uit Middelburg, op of omstreeks 2 februari 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge en/of
- [slachtoffer 4] uit Eibergen, op of omstreeks 28 mei 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 5] uit Wijhe, op of omstreeks 16 september 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 45,- (ten behoeve van een Samsung S5 telefoon) en/of
- [slachtoffer 6] , uit Rosendaal (Brabant) op of omstreeks 30 december 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 120,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en/of
- [slachtoffer 7] , uit Wierden op of omstreeks 30 januari 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en/of
- [slachtoffer 8] uit Spijkenisse, op of omstreeks 18 februari 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 81,75 (ten behoeve van een Samsung S7 Edge telefoon) en/of
- [slachtoffer 9] uit Kootwijkerbroek, op of omstreeks 20 maart 2020, heeft bewogen tot
betaling/afgifte van een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een paar Meindl schoenen) en/of
- [slachtoffer 10] uit Sliedrecht, op of omstreeks 13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van
een geldbedrag van € 29,- (ten behoeve van een Sony Playstation 4 spel) en/of
- [slachtoffer 11] (ZVWOVP), op of omstreeks 13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 30,- (ten behoeve van Sony Playstation 4 camera),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een
geldbedrag, (telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen;
en/of subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 31 juli 2020 te 's-Hertogenbosch, althans (telkens) in Nederland,
(telkens), met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1] uit Arcen, op of omstreeks 16 februari 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 66,95 (ten behoeve van een (Gore-tex) bivakzak) en/of
- [slachtoffer 2] uit Barendecht, op of omstreeks 26 december 2017, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 150,40 (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 3] uit Middelburg, op of omstreeks 2 februari 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge en/of
- [slachtoffer 4] uit Eibergen, op of omstreeks 28 mei 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 5] uit Wijhe, op of omstreeks 16 september 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 45,- (ten behoeve van een Samsung S5 telefoon) en/of
- [slachtoffer 6] , uit Rosendaal (Brabant) op of omstreeks 30 december 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 120,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en/of
- [slachtoffer 7] , uit Wierden op of omstreeks 30 januari 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en/of
- [slachtoffer 8] uit Spijkenisse, op of omstreeks 18 februari 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 81,75 (ten behoeve van een Samsung S7 Edge telefoon) en/of
- [slachtoffer 9] uit Kootwijkerbroek, op of omstreeks 20 maart 2020, heeft bewogen tot
betaling/afgifte van een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een paar Meindl schoenen) en/of
- [slachtoffer 10] uit Sliedrecht, op of omstreeks 13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van
een geldbedrag van € 29,- (ten behoeve van een Sony Playstation 4 spel) en/of
- [slachtoffer 11] (ZVWOVP), op of omstreeks 13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 30,- (ten behoeve van Sony Playstation 4 camera);
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een
geldbedrag, door (telkens) valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- via de website Marktplaats een goed/product te koop aan te bieden;
- contact te krijgen met een in dat goed/product geïnteresseerde persoon;
- een koopovereenkomst met die persoon tot stand te laten komen;
- mede te delen dat het goed/product na betaling naar die persoon zou worden opgestuurd;
- die persoon via de website van Marktplaats of sociale media (Whats-app) te vragen het bedrag
voor dat goed/product (vooruit) te betalen en over te maken naar een bij verdachte in gebruik of
beheer zijnd bankrekeningnummer;
- zich door die persoon te laten betalen en/of
- het aldus overeengekomen, betaalde en door verdachte aan die persoon te leveren goed/product niet te leveren,
waarbij verdachte zich aldus (telkens) heeft voorgedaan als een persoon die het goed zou leveren, waardoor genoemde personen (telkens) zijn bewogen tot betaling/afgifte van de
bovenomschreven geldbedragen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
InleidingVerdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij in de periode van 1 december 2017 tot en met 31 juli 2020 goederen heeft verkocht via de website Marktplaats.nl, daarvoor geld heeft ontvangen van de kopers, maar de verkochte goederen niet heeft geleverd. Deze handelswijze is hem primair verweten als overtreding van artikel 326e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en subsidiair als overtreding van artikel 326 Sr. De tenlastelegging is gebaseerd op de aangiftes van elf personen. De aangiftes hebben betrekking op feiten verspreid over de tenlastegelegde periode.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde. Ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft verdachte zich schuldig aan het subsidiair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] gerefereerd aan het oordeel van de militaire kamer.
Ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] heeft de raadsman bepleit dat verdachte voor het primair tenlastegelegde wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat de tenlastegelegde feiten voor wat betreft deze aangevers dateren van voor de inwerkingtreding van artikel 326e Sr. Voor het subsidiair tenlastegelegde moet verdachte ten aanzien van deze aangevers worden vrijgesproken, omdat niet bewezen kan worden dat gebruik is gemaakt van de in artikel 326 Sr bedoelde oplichtingsmiddelen.
De beoordeling door de militaire kamer van het primair tenlastegelegde
Ontslag van alle rechtsvervolging
Het primair tenlastegelegde is gebaseerd op artikel 326e Sr. Dit artikel is in werking getreden op 1 maart 2019. De tenlastelegging heeft echter deels betrekking op feiten die zouden zijn begaan voor deze datum. Dat zijn de feiten waarvoor aangifte is gedaan door [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] . Omdat in artikel 1, eerste lid, Sr is bepaald dat geen feit strafbaar is dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling, is strafbaarheid voor deze feiten op grond van artikel 326e Sr uitgesloten. Om die reden kan niet gekomen worden tot een bewezenverklaring van de feiten die betrekking hebben op de periode voor 1 maart 2019. Verdachte zal daarom ten aanzien van deze feiten worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Bekennende verdachte
Er is ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] , [slachtoffer 8] , [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p. 445-447;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 453-454;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] , p. 460-461;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] , p. 466-468;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] , p. 479-480;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 10] , p. 487-489;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 11] , p. 492-494;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 18 juli 2022.
Uit de hierboven opgesomde bewijsmiddelen volgt dat verdachte in de periode van 1 maart 2019 en 31 juli 2020 zeven keer goederen heeft verkocht zonder deze te leveren en daarbij steeds op dezelfde manier te werk is gegaan. De militaire kamer is om die reden van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het misdrijf.
De beoordeling door de militaire kamer van het subsidiair tenlastegelegde
De militaire kamer moet beoordelen of de handelswijze van verdachte jegens aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gekwalificeerd kan worden als oplichting als bedoeld in artikel 326 Sr. Daarvoor is nodig dat verdachte bij het plegen van het feit gebruik heeft gemaakt van één van de in dat artikel omschreven oplichtingsmiddelen.
Naar het oordeel van de militaire kamer blijkt uit het dossier en de verklaringen van verdachte afgelegd ter terechtzitting afdoende dat hij op een oneerlijke manier zaken heeft gedaan. Verdachte heeft erkend dat hij niet van plan is geweest de door hem verkochte artikelen te leveren, maar dat hij het geld wilde incasseren om zijn alcohol- en gokverslaving te bekostigen. Verdachte heeft zich met deze manier van handelen in strijd met de waarheid op Marktplaats.nl voorgedaan als bonafide verkoper. Hoewel hij daarmee laakbaar en verwerpelijk heeft gehandeld, is echter geen sprake van oplichting in strafrechtelijke zin. Verdachte heeft weliswaar te kwader trouw betalingen ontvangen en daarmee mogelijk civielrechtelijke wanprestatie geleverd, maar niet kan worden bewezen dat verdachte de aangevers door één van de in artikel 326 van het Sr genoemde oplichtingsmiddelen heeft bewogen tot het overmaken van geld op zijn bankrekening. Dat hij Marktplaatsaccounts niet op zijn eigen naam heeft aangemaakt, is daarvoor niet voldoende, omdat dit op Marktplaats niet ongebruikelijk is en verdachte de valse naam niet heeft gebruikt om anderen te bewegen tot het aangaan van de koopovereenkomsten.
Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van het subsidiair tenlastegelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in
of omstreeksde periode van 1 december 2017 tot en met 31 juli 2020 te 's-Hertogenbosch,
althans (telkens) in Nederland,
een gewoonte heeft gemaakt van het door middel van een geautomatiseerd werk (te weten website Marktplaats) verkopen van goederen tegen betaling,
met het oogmerk om zonder levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren teneinde zich wederrechtelijk te bevoordelen,
en zodoende
- [slachtoffer 1] uit Arcen, op of omstreeks 16 februari 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 66,95 (ten behoeve van een (Gore-tex) bivakzak) en/of
- [slachtoffer 2] uit Barendecht, op of omstreeks 26 december 2017, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 150,40 (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 3] uit Middelburg, op of omstreeks 2 februari 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge en/of
- [slachtoffer 4] uit Eibergen, op of omstreeks 28 mei 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 5] uit Wijhe, op
of omstreeks16 september 2019, heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van € 45,- (ten behoeve van een Samsung S5 telefoon) en
/of
- [slachtoffer 6] , uit Rosendaal (Brabant) op
of omstreeks30 december 2019, heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van € 120,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en
/of
- [slachtoffer 7] , uit Wierden op
of omstreeks30 januari 2020, heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en
/of
- [slachtoffer 8] uit Spijkenisse, op
of omstreeks18 februari 2020, heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van € 81,75 (ten behoeve van een Samsung S7 Edge telefoon) en
/of
- [slachtoffer 9] uit Kootwijkerbroek, op
of omstreeks20 maart 2020, heeft bewogen tot
betaling
/afgiftevan een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een paar Meindl schoenen) en
/of
- [slachtoffer 10] uit Sliedrecht, op
of omstreeks13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan
een geldbedrag van € 29,- (ten behoeve van een Sony Playstation 4 spel) en
/of
- [slachtoffer 11] (ZVWOVP), op
of omstreeks13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling
/afgiftevan een geldbedrag van € 30,- (ten behoeve van Sony Playstation 4 camera),
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een
geldbedrag,(telkens) zonder het goed te leveren dat tussen verdachte en genoemde personen was overeengekomen
;
en/of subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 december 2017 tot en met 31 juli 2020 te 's-Hertogenbosch, althans (telkens) in Nederland,
(telkens), met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
- [slachtoffer 1] uit Arcen, op of omstreeks 16 februari 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 66,95 (ten behoeve van een (Gore-tex) bivakzak) en/of
- [slachtoffer 2] uit Barendecht, op of omstreeks 26 december 2017, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 150,40 (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 3] uit Middelburg, op of omstreeks 2 februari 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge en/of
- [slachtoffer 4] uit Eibergen, op of omstreeks 28 mei 2018, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 130,- (ten behoeve van een Suunto Ambit 3 Peak horloge) en/of
- [slachtoffer 5] uit Wijhe, op of omstreeks 16 september 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 45,- (ten behoeve van een Samsung S5 telefoon) en/of
- [slachtoffer 6] , uit Rosendaal (Brabant) op of omstreeks 30 december 2019, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 120,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en/of
- [slachtoffer 7] , uit Wierden op of omstreeks 30 januari 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een Sonos Play 1 luidspreker) en/of
- [slachtoffer 8] uit Spijkenisse, op of omstreeks 18 februari 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 81,75 (ten behoeve van een Samsung S7 Edge telefoon) en/of
- [slachtoffer 9] uit Kootwijkerbroek, op of omstreeks 20 maart 2020, heeft bewogen tot

betaling/afgifte van een geldbedrag van € 70,- (ten behoeve van een paar Meindl schoenen) en/of

- [slachtoffer 10] uit Sliedrecht, op of omstreeks 13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van

een geldbedrag van € 29,- (ten behoeve van een Sony Playstation 4 spel) en/of

- [slachtoffer 11] (ZVWOVP), op of omstreeks 13 mei 2020, heeft bewogen tot betaling/afgifte van een geldbedrag van € 30,- (ten behoeve van Sony Playstation 4 camera);
in elk geval genoemde personen (telkens) heeft bewogen tot de betaling/afgifte van een
geldbedrag, door (telkens) valselijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid,
- via de website Marktplaats een goed/product te koop aan te bieden;
- contact te krijgen met een in dat goed/product geïnteresseerde persoon;
- een koopovereenkomst met die persoon tot stand te laten komen;
- mede te delen dat het goed/product na betaling naar die persoon zou worden opgestuurd;
- die persoon via de website van Marktplaats of sociale media (Whats-app) te vragen het bedrag
voor dat goed/product (vooruit) te betalen en over te maken naar een bij verdachte in gebruik of
beheer zijnd bankrekeningnummer;
- zich door die persoon te laten betalen en/of
- het aldus overeengekomen, betaalde en door verdachte aan die persoon te leveren goed/product niet te leveren,
waarbij verdachte zich aldus (telkens) heeft voorgedaan als een persoon die het goed zou leveren, waardoor genoemde personen (telkens) zijn bewogen tot betaling/afgifte van de
bovenomschreven geldbedragen.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
een gewoonte maken van het door middel van een geautomatiseerd werk verkopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige levering zich van de betaling van die goederen te verzekeren.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot taakstraf van 240 uur waarvan 60 uur voorwaardelijk en met een proeftijd van 2 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat bij de strafoplegging rekening wordt gehouden met het VGB-beleid van Defensie.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan de oplichting van een groot aantal mensen. Verdachte verkocht aan deze mensen via Marktplaats.nl goederen, ontving daarvoor betaling en leverde de goederen vervolgens niet. Met deze handelswijze heeft hij het vertrouwen van de mensen die zaken met hem deden op een ernstige wijze beschaamd en is hen financiële schade berokkend. En hoewel deze zaak is gebaseerd op elf aangiftes, waarbij tot een bewezenverklaring van zes aangiftes is gekomen, zijn er in totaal tientallen aangiftes van marktplaatsoplichting tegen verdachte gedaan. De militaire kamer is van oordeel dat men in het algemeen eerlijk zaken behoort te doen, maar dat zeker van een militair mag worden verwacht dat hij integer en betrouwbaar is. Verdachte heeft dat vertrouwen echter beschaamd. Hoewel hij zich in de periode waarin het misdrijf plaatsvond meermaals besefte dat hij verkeerd handelde, is hij telkens weer opnieuw de fout ingegaan, omdat hij uiteindelijk ten koste van anderen voor bevrediging van zijn eigen wensen en behoeften koos en het geld dat hij ontving gebruikte om (de gevolgen van) zijn alcohol- en gokverslaving te bekostigen.
Persoon van de verdachte
De militaire kamer heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Hierbij is gebleken dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. De militaire kamer neemt in het voordeel van verdachte mee dat hij spijt heeft betuigd voor zijn handelen en daarbij oprecht is overgekomen. Daarbij komt dat verdachte zich bereid heeft getoond om de door hem veroorzaakte schade te vergoeden.
De militaire kamer heeft verder acht geslagen op het rapport van de reclassering van 16 mei 2022. In dat rapport komt naar voren dat verdachte in de tenlastegelegde periode kampte met psychische – en verslavingsproblematiek, maar daarvoor vrijwillig behandeling heeft gezocht en doorlopen. Verdachte probeert abstinent van alcohol en gokken te blijven en neemt daarvoor ook actief maatregelen. Zo bezoekt hij wekelijks bijeenkomsten van Anonieme Alcoholisten en heeft hij zich aangemeld voor een ambulante behandeling bij GGZ [naam] . Ook werkt hij met behulp van een budgetcoach aan het aflossen van schulden en wil verdachte ook in de toekomst met deze budgetcoach blijven samenwerken. De reclassering schat het risico op recidive in als laag en adviseert om verdachte een straf op te leggen zonder bijzondere voorwaarden.
Straf
Gelet op de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en het advies van de reclassering, is naar het oordeel van de militaire kamer de oplegging van een deels voorwaardelijke straf aangewezen. De militaire kamer acht passend een taakstraf van 150 uur, waarvan 50 uur voorwaardelijk. Aan het voorwaardelijk deel van de taakstraf verbindt de militaire kamer een proeftijd van twee jaar en de algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. Dit voorwaardelijke deel dient als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden opnieuw de fout in te gaan.
De militaire kamer beseft dat de oplegging van een straf die hoger is dan de maxima uit het VGB-beleid van Defensie kan leiden tot intrekking van de VGB van verdachte en uiteindelijk tot ontslag. Hieraan is in dit geval evenwel geen doorslaggevend gewicht toegekend in het voordeel van verdachte, omdat de militaire kamer van oordeel is dat de ernst van de gepleegde feiten een straf rechtvaardigen die hoger is dan de maxima uit het VGB-beleid. De militaire kamer heeft hierbij betrokken dat de oplegging van een hogere straf niet automatisch leidt tot intrekking van de VGB, maar een eigen bestuursrechtelijke beoordeling vergt waarbij rekening wordt gehouden met alle specifieke omstandigheden van het geval. Deze beoordeling behoeft wat de militaire kamer betreft niet in het nadeel van verdachte uit te vallen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De volgende benadeelde partijen hebben in verband met het tenlastegelegde bedragen aan schadevergoeding gevorderd:
  • [slachtoffer 2] : een bedrag van € 150,40, voor een horloge;
  • [slachtoffer 3] : een bedrag van € 130,-, voor een horloge;
  • [slachtoffer 4] : een bedrag van € 130,-, voor een horloge;
  • [slachtoffer 5] : een bedrag van € 452,97, voor een telefoon;
  • [slachtoffer 8] : heeft geen bedrag genoemd, voor een telefoon.
De benadeelde partijen vorderen allen vergoeding van materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, waarbij de vordering van [slachtoffer 5] kan worden toegewezen tot een bedrag van € 45,00 en de vordering van [slachtoffer 8] tot een bedrag van € 81,75. Verder heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de wettelijke rente kan worden toegekend en dat de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen dienen te worden afgewezen.
Overweging van de militaire kamer
[slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]
De benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vordering, nu de militaire kamer en aanzien van deze benadeelde partijen niet tot een bewezenverklaring komt.
[slachtoffer 5]
Naar het oordeel van de militaire kamer is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [slachtoffer 5] materiële schade heeft geleden en deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. De vordering zal worden toegewezen tot een bedrag van € 45,-, omdat [slachtoffer 5] voor dat bedrag een telefoon van verdachte heeft gekocht zonder dat deze geleverd is. De vordering zal voor het overige worden afgewezen, omdat er onvoldoende causaal verband is aangetoond tussen de gevorderde schade en het handelen van verdachte. Het toegewezen bedrag zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2019.
[slachtoffer 8]Naar het oordeel van de militaire kamer is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partij [slachtoffer 8] materiële schade heeft geleden en deze schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezenverklaarde. Hoewel in het Schadevergoedingsformulier geen schadebedrag is genoemd, blijkt uit de daarbij genoemde aangifte genoegzaam dat de schade € 81,75 bedraagt, omdat [slachtoffer 8] voor dat bedrag van verdachte een telefoon heeft gekocht zonder dat deze geleverd is. De vordering zal worden toegewezen voor dit bedrag en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2020
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de aansprakelijkheid van verdachte voor de vorderingen van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 8] vaststaat, zal de militaire kamer ten aanzien van beide vorderingen de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade zal vergoeden.
Veroordeling in de kosten
De militaire kamer zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 8] tot aan deze uitspraak in verband met hun vorderingen hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die deze benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f en 326e van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De militaire kamer:
 ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging voor de primair tenlastegelegde feiten ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ;
 spreekt verdachte vrij van de subsidiair tenlastegelegde feiten ten aanzien van de aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] ;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een taakstraf van 150 uren met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 dagen;
 bepaalt dat een gedeelte van deze taakstraf, te weten 50 uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten in het geval verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4]
 verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] , en [slachtoffer 4] nietontvankelijk in de vorderingen tot vergoeding van materiële schade;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
 veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 5] van € 45,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 wijst de vordering van [slachtoffer 5] tot vergoeding materiële schade voor het overige af;
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 5] , een bedrag te betalen van € 45,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 september 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kan één dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
  • veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 8] van € 81,75 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 8] , een bedrag te betalen van € 81,75 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 februari 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen twee dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Duifhuizen (voorzitter), mr. Y. van Wezel, rechters, en Kapitein-ter-zee (LD) mr. F.E. Venema, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. S. Benbouazza, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 augustus 2022.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] , wachtmeester der 1e klasse van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer: PL2700/27FCC200015, onderzoeksnaam: 27PAISLEY, gesloten op 20 juli 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.